10.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 2 primair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
feit 2 primair:openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 2 primair bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
voorwaardelijke jeugddetentievoor de duur van
1 (één) maandmet een
proeftijd van 3 (drie) jaren;
- bepaalt dat deze jeugddetentie
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten:
- omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit een
leerstrafvoor de duur van
20 (twintig)uren, te weten de gedragsinterventie Tools4U;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
10 dagen;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van
onbetaalde arbeidvoor de duur van
70 (zeventig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
35 dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer] , wonende te [woonplaats] ,van een bedrag van
€ 2.743,39,de posten ‘tandarts reparatie gebit’ en ‘toekomstige tandartskosten’ te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de data waarop de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt en de post immateriële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.743,39,de posten ‘tandarts reparatie gebit’ en ‘toekomstige tandartskosten’ te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de data waarop de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt en de post immateriële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd, ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende jeugddetentie voor de duur van
37 dagenzal worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de vervangende jeugddetentie laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte of een van zijn mededader(s) heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte of een van zijn mededader(s) aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer], voor een deel van
€ 179,90 niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.P.K. van Rosmalen, voorzitter, mr. G.H. Meijer en mr. B.T.C. Jordaans, rechters, tevens kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. E.H. Doldersum, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 januari 2018.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland, District IJsselland met nummer [nummer] . Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 29 mei 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. Z1 008):
(…) Op zondag 28 mei 2017 (…) liep ik (…) in Schalkhaar richting de supermarkt PLUS aan de Pastoorsdijk in Schalkhaar (...) Ik zag ter hoogte van Berghuis woonwinkel een groep jongeren (…) tussen de zestien en twintig jaar staan. Hierna weet ik niet meer wat er is gebeurd. Ik kwam op de grond tussen de PLUS en Berghuis weer bij en voelde dat ik bloed op mijn gezicht had. Ik voelde met mijn tong dat er een stuk van mijn rechter onderkies en linker voortand mistte. (…) Ik had ook schaafwonden op mijn gezicht. (…)
2. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 30 mei 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. Z1 027):
(…) V: Wat heeft u gisteren 28 mei tussen 22:00 uur en 00:00 uur gezien?
A: Ik zag dat er een jongen in elkaar werd geslagen. (…) Ik zag om 23:50 uur een groepje jongens om een persoon staan. (…) Hij kreeg twee (2) stoten en toen lag hij op de grond. (…) Hij lag toen in een foetushouding. Hij had toen een paar trappen gekregen. Ik zag dat zij trappende bewegingen maakten. (…) De jongens die er al stonden, hielden hem al vast. (…)
3. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 12 juni 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. Z1 043-044):
(…) V: Met wie was jij daar in Schalkhaar?
A: Met mijn broertje [medeverdachte 2] , mijn neefje [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 3] . (…) Mijn neef en mijn broertje hebben hem een paar klappen gegeven (…). [medeverdachte 3] heeft die man nog geschopt toen hij op de grond lag, ook in zijn gezicht. [verdachte] heeft die man ook nog geslagen. (…)
4. Het proces-verbaal van verhoor van minderjarige verdachte [medeverdachte 2] d.d. 12 juni 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. P2 016):
(…) A: De man zwalkte en liep op mij af. (…)
V: En toen sloeg jij?
A: Ja dat klopt, ik heb met mijn vuist geslagen.
V: Waar heb je hem geraakt?
A: In zijn gezicht (…)
V: En toen?
A: Direct hierna sloegen [medeverdachte 1] en [verdachte] deze man ook nog. Het ging heel snel, ik
weet niet wie er eerst sloeg en waar ze de man raakten. (…) De man viel op de grond. (…)
5. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3] d.d. 7 juni 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. P3 029):
(…) A: (…) Ik heb de arm van de man op zijn rug gedraaid zodat hij niets kon doen. (…)
V: Wie heeft de man mishandeld?
A: Een (…) klap is gegeven door [verdachte] en gelijk daarna kreeg de man een
trap in zijn gezicht van [medeverdachte 2] . (…)