Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding (met 5 producties)
- de mondelinge behandeling.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- 633,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kortgedingrechter van de Rechtbank Overijssel op 9 mei 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting RIBW Groep Overijssel (RIBWGO) en een gedaagde. RIBWGO vorderde de ontruiming van een woonruimte die door de gedaagde werd gebruikt, na een reeks van incidenten en grensoverschrijdend gedrag. De gedaagde verbleef in de woonruimte op basis van een begeleidingsovereenkomst die in 2017 was gesloten. RIBWGO had de gedaagde herhaaldelijk gewaarschuwd over zijn gedrag en uiteindelijk de begeleidingsovereenkomst opgezegd, met de eis dat de gedaagde de woonruimte voor een bepaalde datum zou ontruimen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de gedaagde zich niet aan de gemaakte afspraken had gehouden en dat zijn gedrag onacceptabel was, waardoor RIBWGO niet langer in staat was om veilige en verantwoorde zorg te bieden. De rechter concludeerde dat de ontruiming van de woonruimte gerechtvaardigd was, gezien de ernst van de situatie en het gebrek aan garanties van de gedaagde dat zijn gedrag zou verbeteren. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het vonnis de woning te verlaten en de sleutels aan RIBWGO te overhandigen. Tevens werd de gedaagde in de proceskosten veroordeeld, die tot dat moment op € 1.358,91 waren begroot.