Op 26 april 2018 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1985, die verblijft in de Van der Hoevenkliniek te Utrecht. De rechtbank heeft de tbs-maatregel met een jaar verlengd, na een eerdere verlenging in 2017 en een eerdere veroordeling in 2007 door het Gerechtshof Arnhem. De terbeschikkinggestelde is veroordeeld voor ernstige misdrijven, waaronder doodslag en poging tot brandstichting. De rechtbank heeft kennisgenomen van een adviesrapport van de kliniek, waarin de diagnose schizofrenie en verslavingsproblematiek wordt gesteld. De terbeschikkinggestelde ontkent deze diagnose en heeft aangegeven dat hij niet in de kliniek wil leven. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie een vordering tot verlenging van de tbs ingediend, die is behandeld op 12 april 2018. De rechtbank heeft de veiligheid van anderen als belangrijkste overweging genomen bij de beslissing om de tbs te verlengen. De rechtbank constateert dat er nog steeds onvoldoende vooruitgang is in de behandeling van de terbeschikkinggestelde, die weigert mee te werken aan de voorgestelde behandelingen. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling verlengd met een jaar, met de mogelijkheid van een longstay-plaatsing in de toekomst, afhankelijk van de beoordeling door de Landelijke Adviescommissie Plaatsing (LAP).