Op 5 januari 2017 schrijft [gedaagde] in een e-mail aan Basic Fit:
Naar aanleiding van jouw onderstaande mail heb ik de vaststellingsovereenkomst doorgenomen. Tevens heb ik in Manus de specificatie van de gewerkte uren ingezien. Na telefonische navraag bij [B] bleek dat de urenregistratie in Manus niet ver genoeg in de tijd terug gaat om alle min-/vakantieuren te specificeren die je wenst te verrekenen in de eindafrekening.
Ik ben geneigd om de vaststellingsovereenkomst te accepteren onder de volgende conditie die betrekking heeft op de afwikkeling van de arbeidsovereenkomst;
Bepaling voor verrekening in aanmerking komende min-uren
Uitsluitend de minuren die zijn ontstaan in de periode 01-01-206 tot 30-12-2016 worden verrekend in het kader van de eindafrekening. (…)Dit zal, (…), leiden tot een eindafrekening die niet toereikend is voor het verrekenen van de min-uren die voor verrekening in aanmerking komen. Het bedrag dat niet met de eindafrekening kan worden verrekend zal ik binnen 30 dagen na ontvangst van de eindafrekening overmaken naar Basic-Fit.
Ik verneem graag uiterlijk op vrijdag 6 januari of Basic-Fit hiermee akkoord gaat. Ik zal je dan per omgaande de getekende vaststellingsovereenkomst doen toekomen.
Indien geen akkoord wordt verstrekt verzoek ik je om mij alsnog de volledige specificatie te doen toekomen van de min-uren die je wenst te verrekenen als onderdeel van de vaststellingsovereenkomst.
Ik zal mij vervolgens wenden tot mijn, onder punt J van de vaststellingsovereenkomst genoemde, juridisch adviseur om mij nader te laten informeren over de wettelijke bepalingen met betrekking tot het verrekenen van min-uren, het antedateren van de vaststellingsovereenkomst en de gang van zaken omtrent ziek melding.