ECLI:NL:RBOVE:2018:1243

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 maart 2018
Publicatiedatum
17 april 2018
Zaaknummer
C/08/208047 / HA ZA 17-432
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van goederen na beëindiging van een samenlevingsovereenkomst met betrekking tot de gezamenlijke woning en inboedel

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 21 maart 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee ex-samenwoners, aangeduid als de man en de vrouw. De man vorderde onder andere dat de gezamenlijke woning, die beide partijen in onverdeelde eigendom bezaten, per direct in de verkoop kon worden gebracht. De vrouw werd veroordeeld om haar medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de woning, met een aantal specifieke voorwaarden omtrent de verkoopprijs en oplevertermijn. De rechtbank oordeelde dat de man als enige de uiteindelijke verkoopprijs mocht bepalen en dat de vrouw de woning uiterlijk op 1 mei 2018 diende te verlaten, met achterlating van de gezamenlijke inboedel.

De rechtbank heeft ook beslist over de verdeling van de inboedel en de financiële verplichtingen van beide partijen. De vrouw werd veroordeeld tot betaling van een bedrag aan de man ter zake van gebruiksvergoeding en andere kosten die verband hielden met de woning. Daarnaast werd bepaald dat de man de vordering van de vrouw uit hoofde van kinderalimentatie mocht verrekenen met de bedragen die de vrouw aan hem verschuldigd was. De rechtbank heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het inzicht biedt in de wijze waarop de rechtbank omgaat met de verdeling van goederen na beëindiging van een samenlevingsovereenkomst, en de verplichtingen die voortvloeien uit een dergelijke overeenkomst.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/208047 / HA ZA 17-432
Vonnis van 21 maart 2018
in de zaak van
[A],
wonende te [woonplaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. H.C. Kiers te Deventer ,
tegen
[B],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.J.H. Mühlstaff te Deventer .
Partijen zullen hierna de man en de vrouw genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis in incident van 29 november 2017
  • het tussenvonnis van 24 januari 2018
  • de conclusie van antwoord in reconventie
  • de akte wijziging van eis van de man.
  • het proces-verbaal van comparitie van 9 maart 2018.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

in conventie en in reconventie

2.1.
Partijen hebben een affectieve relatie gehad en hebben op 1 december 2009 bij notariële akte een samenlevingsovereenkomst gesloten. Uit deze relatie is [2014] [minderjarige] geboren. Eind februari 2017 is de relatie geëindigd.
2.2.
De man heeft de woning, die partijen ieder voor de onverdeelde helft tezamen in eigendom toebehoort, begin maart 2017 verlaten.
2.3.
In de samenlevingsovereenkomst is - voor zover thans van belang - het volgende bepaald:
Gemeenschappelijke inboedelzaken/gemeenschappelijke bankrekeningen
Artikel 5
Inboedelzaken (in de zin van artikel 5 Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek), aangeschaft voor de gemeenschappelijke huishouding, met inbegrip van meubelen en elektrische apparaten, zullen partijen ieder voor de onverdeelde helft toebehoren. Inboedelzaken zijn alleen dan niet gemeenschappelijk indien zij zijn verkregen door erfopvolging of schenking of indien daarvan blijkt uit een door beide partijen ondertekende verklaring.
Vervoermiddelen op kenteken behoren, tenzij schriftelijk anders blijkt, toe aan diegene van partijen op wiens naam het kenteken is gesteld casu quo aan degene die deze heeft aangebracht of tijdens de samenleving zal verkrijgen al dan niet door wederbelegging.
Bank- en/of girorekeningen die op naam van beide partijen zijn gesteld worden geacht mede-eigendom van partijen te zijn zodat zij hierin ieder voor de helft zijn gerechtigd.
Partnerpensioen
Artikel 7
1.a Partijen verklaren elkaar over en weer aan te wijzen als partnerpensioengerechtigde om in aanmerking te komen voor partnerpensioen ingeval de pensioenregeling(en) waaraan partijen deelnemen een partnerpensioen kent (kennen).
(…)
(Tijdelijke) voortzetting woongenot
Artikel 11
1. Ingeval de overeenkomst eindigt anders dan door overlijden van een van de partijen, heeft ieder van de partijen het recht zich tot de rechter te wenden met het verzoek uit te spreken dat hij zo zij – met uitsluiting van de andere partij – nog zes maanden mag blijven wonen in de laatstelijk door beiden bewoonde woning. De rechter zal daarbij afwegen de belangen die partijen hebben om in de woning te blijven en de mogelijkheid andere woonruimte te vinden.
(…)
4. Indien de woning gemeenschappelijk eigendom van partijen is of eigendom van de partij, die er niet blijft wonen, dient de partij die blijft wonen over gemelde periode een billijke vergoeding te betalen. De rechter kan overeenkomstig het hiervoor bepaalde de partij die blijft wonen gehele of gedeeltelijke vrijstelling verlenen van het betalen van vergoeding. De vergoeding zal worden vastgesteld door partijen in onderling overleg. Indien partijen het over de vergoeding niet eens kunnen worden, zullen zij deze laten bepalen door een door de rechter benoemde deskundige.
Geschillen
Artikel 12
(…)
Aanbrengsten en mede eigendom van inboedelzaken
De verschenen personen verklaarden dat zij met elkaar hebben geruild en aan elkaar hebben overgedragen de onverdeelde helft in ieders inboedelzaken. De verschenen personen verklaarden dat de inboedelzaken die ieder van hen voor de ruiling bezat ongeveer evenveel waard zijn en dat zij geen prijs stellen op enige specificatie daarvan. In afwijking van het vorenstaande blijft ieder eigenaar van de kleding, sieraden en overige persoonlijke zaken, welke hij of zij in gebruik heeft of welke tot zijn of haar persoonlijk gebruik bestemd zijn, alsmede van zaken vermeld in een verklaring als bedoeld in artikel 5.
Voorts blijft ieder eigenaar van die goederen die door hem of haar zijn verkregen door erfopvolging of schenking.
2.4.
Partijen hebben door middel van mediation getracht de beëindigde samenleving financieel af te wikkelen, maar zijn daarin niet geslaagd.
2.5.
De rechtbank heeft bij incidenteel vonnis van 29 november 2017 beslist op de incidentele vordering van de man tot het treffen van een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft de vrouw - kort gezegd - veroordeeld tot het verlenen van haar medewerking aan de verkoop en levering van de gezamenlijke woning, tot betaling van de volledige woonlasten en tot afgifte van een aantal goederen aan de man.
2.6.
De vrouw is in appel gekomen van dit incidentele vonnis en de man in incidenteel appel.
2.7.
Bij beschikking van 7 maart 2018 heeft de rechtbank in de zaken C/08/207395 / FARK 17-2227 en C/08/209203 / FARK 17-2576 beslist dat de Raad voor de Kinderbescherming dient te rapporteren en te adviseren omtrent de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling aangaande [minderjarige] en dat de man met ingang van oktober 2017 als voorlopige kinderalimentatie € 358,= per maand moet betalen aan de vrouw.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
De man vordert - na wijziging van eis - dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. zal bepalen dat de woning [adres] te [plaats] , kadastraal bekend [gemeente] sectie [X] , nummer [xxxx] per direct in de verkoop kan worden gebracht via Tysma Makelaardij.
II. de vrouw zal veroordelen haar medewerking te (blijven) verlenen aan de verkoop van de woning [adres] te [plaats] , kadastraal bekend [gemeente] sectie [X] , nummer [xxxx] door het verlenen van de opdracht tot verkoop aan Tysma makelaardij tegen een vraagprijs van tenminste € 337.000,00 en een oplevertermijn van tenminste een maand en voor het geval zij dat nalaat zal bepalen dat dit vonnis ex artikel 3:300 BW dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte die in de plaats zal treden van dat deel van de overeenkomst van opdracht tot verkoop dat ziet op de wilsverklaring van de vrouw;
III. de vrouw zal veroordelen op eerste verzoek haar medewerking te verlenen aan verkoop en levering van de woning [adres] te [plaats] , kadastraal bekend [gemeente] sectie [X] , nummer [xxxx] aan een kopende partij voor een prijs van tenminste € 301.000,00 en een opleveringstermijn van tenminste een maand en voor het geval zij dit nalaat zal bepalen dat dit vonnis ex artikel 3:300 BW dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte die in de plaats zal treden van dat deel van de koopovereenkomst dat ziet op de wilsverklaring van de vrouw;
IV. de vrouw zal veroordelen op eerste verzoek haar medewerking te verlenen aan het notariële transport van de woning [adres] te [plaats] , kadastraal bekend [gemeente] sectie [X] , nummer [xxxx] aan een kopende partij van voor een prijs van tenminste € 301.000,00 en een opleveringstermijn van tenminste een maand en voor het geval zij dit nalaat zal bepalen dat dit vonnis ex artikel 3:300 BW in de plaats zal treden van de akte of een deel daarvan;
V.
primair: de vrouw zal veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] te [plaats] , kadastraal bekend [gemeente] sectie [X] , nummer [xxxx] te verlaten en niet verder te betreden, met achterlating van de gezamenlijke inboedel en onder afgifte van de sleutels aan de man, met machtiging van de man de ontruiming van de vrouw te doen uitvoeren door een gerechtsdeurwaarder, zo nodig met behulp van de sterke arm en de kosten daarvan op de vrouw te verhalen, indien de vrouw niet aan de veroordeling voldoet, alsmede een beheerregeling ingaande 14 dagen na betekening van dit vonnis vast te stellen inhoudende dat de man het alleengebruik van de woning heeft totdat deze zal zijn verkocht en geleverd, althans dat de man zolang de vrouw de woning nog in gebruik heeft gerechtigd is om de woning op ieder moment met de makelaar in het kader van de verkoop van de woning te betreden,
subsidiair: de vrouw zal veroordelen op de dagen dat zij in de woning verblijft dan wel deze in gebruik heeft steeds op eerste verzoek van de makelaar, verbonden aan kantoor Tysma te [plaats] , haar medewerking te verlenen aan alle verkoopbevorderende maatregelen met betrekking tot de woning [adres] te [plaats] , kadastraal bekend [gemeente] sectie [X] , nummer [xxxx] , die de makelaar nodig of nuttig acht, en op de tijdstippen die de makelaar geraden acht, waaronder het verrichten van alle handelingen om de woning zichtbaar te koop te zetten en het openstellen van de woning in verzorgde staat zodat potentiële kopers de gelegenheid krijgen de woning te bezichtigen, en zal bepalen dat de vrouw en de man tijdens de bezichtigingen niet aanwezig zullen zijn, alsmede de momenten zal bepalen waarop de man met de makelaar toegang tot de woning heeft, op straffe van € 500,00 per overtreding;
VI. de vrouw zal veroordelen aan de man terzake de lasten die zien op gebruik en de bewoning van de woning [adres] te [plaats] voor de periode 8 maart 2017 tot en met februari 2018 een bedrag van € 23.365,69, te vermeerderen met € 1.928,03 per maand, ingaande 1 maart 2018 tot en met de datum waarop de woning verkocht en geleverd is / (rechtbank: lees: de vrouw de woning verlaat), voor de toekomst bij vooruitbetaling te voldoen, althans een bijdrage die de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren;
VII. indien en voor zover de vrouw niet wordt veroordeeld de volledige lasten aan de man te voldoen, de vrouw zal veroordelen aan de man terzake de woning [adres] te [plaats] een gebruiksvergoeding van € 150,00 per maand te voldoen vanaf 8 maart 2017 tot en met 30 september 2017, en ingaande 1 oktober 2017 € 473,60 per maand, bij vooruitbetaling te voldoen, tot en met de datum waarop zij de woning metterwoon zal hebben verlaten;
VIII. de vrouw zal veroordelen terzake de belastingteruggave 2016 een bedrag van € 1.289,00 aan de man te voldoen;
IX. aan de man de nieuwe TV beneden, merk Samsung, de Apple computer, merk i-Mac, en het (tuin)gereedschap zal toedelen;
X. de vrouw zal veroordelen binnen 3 dagen na dit vonnis aan de man zijn resterende peroonlijke zaken, te weten
- een oude Atari spelcomputer met twee controllers en diverse spellen
- een oude Nintendo gameboy met diverse spellen
- een Nintendo DS met diverse spellen
- een playstation 4 met 1 controller en diverse spellen
- de barbecue
- de nieuwe TV beneden, merk Samsung
- de computer, merk i-Mac,
- het tuingereedschap
op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag of gedeelte van een dag waarop de vrouw geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft aan de inhoud van het vonnis te voldoen;
XI. zal bepalen dat de man de vordering van de vrouw uit kinderalimentatie mag verrekenen met de bedragen die de vrouw aan hem heeft te voldoen uit hoofde van de lasten van de echtelijke woning;
XII. alles vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der voldoening;
XIII. met veroordeling van de vrouw in de kosten van het geding.
3.2.
De vrouw voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
De vrouw vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. zal bepalen dat de goederengemeenschap tussen partijen, voor zover nog niet gescheiden en gedeeld, wordt verdeeld en toegedeeld zoals weergegeven in de punten 15 tot en met 17 van de conclusie van antwoord;
II. met veroordeling van de man medewerking te verlenen aan de verkoop van de gemeenschappelijke woning te [plaats] aan de [adres] door inschakeling van makelaar Bieze te Twello/Deventer en dat dit vonnis in de plaats komt van de toestemming van de man, wanneer de man niet na eerste oproep van deze makelaar zijn handtekening plaatst op de verkoopopdracht;
III. zal uitspreken dat terzake de pensioenverevening het vonnis in de plaats komt van de toestemming van de man;
IV. kosten rechtens.
3.5.
De man voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
Vorderingen I tot en met IV van de man
In navolging van het voorlopig oordeel ter zitting inzake de vorderingen I tot en met V zal de rechtbank de vrouw veroordelen medewerking te (blijven) geven aan hetgeen de man heeft gevorderd onder I tot en met IV respectievelijk bepalen dat dit vonnis ex artikel 3:300 BW dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte die in de plaats zal treden voor de wilsverklaring, medewerking en handtekening van de vrouw inzake de vorderingen van de man sub I tot en met IV en waarbij de man als enige van partijen de uiteindelijke laatprijs bepaalt. Deze toevoeging acht de rechtbank aangewezen, nu de man met ingang van mei 2018 de kosten van de woning moet dragen, zoals verwoord in rechtsoverweging 4.4, en de man ter zitting heeft verklaard dat hij als enige van partijen een eventuele onderwaarde na verkoop zal dragen (zie rechtsoverweging 4.6).
4.2.
Vordering V van de man
Nu de vrouw niet gemotiveerd heeft betwist dat zij debet er aan is dat de woningverkooppogingen door makelaar Tysma onnodig moeizaam verlopen, terwijl om financiële redenen haast geboden is, en voorts gelet op de omstandigheid dat de vrouw sedert maart 2017 het alleengebruik van de woning heeft en ten slotte de vrouw, anders dan zij stelt, naar het oordeel van de rechtbank, zo nodig bij haar ouders tijdelijk noodgedwongen intrek zou moeten kunnen nemen, dient de vrouw tevens uiterlijk op
1 mei 2018de woning aan de [adres] te [plaats] , kadastraal bekend [gemeente] sectie [X] , nummer [xxxx] te hebben verlaten en deze alsdan niet verder te betreden,
met achterlating van de gezamenlijke inboedel tot datum levering van de woningen onder afgifte van de sleutels aan de man, met machtiging van de man de ontruiming van de vrouw te doen uitvoeren door een gerechtsdeurwaarder, zo nodig met behulp van de sterke arm en de kosten daarvan op de vrouw te verhalen, indien de vrouw niet aan de veroordeling voldoet, onder de vaststelling van een beheerregeling inhoudende dat de man met ingang van 1 mei 2018 het alleengebruik van de woning heeft totdat deze zal zijn verkocht en geleverd.
4.3.
Dit laat onverlet dat makelaar Tysma, zolang de vrouw de woning nog tot uiterlijk 1 mei 2018 in gebruik heeft, gerechtigd is om de woning op ieder moment in het kader van de verkoop van de woning te betreden waaraan de vrouw medewerking moet verlenen, op straffe van een door de vrouw aan de man te verbeuren dwangsom van EUR 250,= per keer dat zij niet meewerkt aan bezichtiging respectievelijk aan alle overige door de makelaar geindiceerd geachte medewerking in de ruimste zin des woords, met een maximum van EUR 10.000,=.
4.4.
Deze beslissing brengt tevens met zich dat de man met ingang van mei 2018 als enige van partijen de lasten van de woning moet dragen met dien verstande exclusief de maandelijkse (spaar)premie verbonden aan de hypotheek, die door partijen bij helfte moet worden gedragen/verrekend
4.5.
Vorderingen VI, VII en XI van de man
De vordering de vrouw te veroordelen tot betaling van de volledige woonlasten zal worden afgewezen, nu de vrouw daarvoor onvoldoende draagkracht heeft, aangezien haar netto-inkomen per maand lager ligt dan de maandelijkse lasten van de woning. De rechtbank zal de totale bijdrage van de vrouw aan de man voor het alleengebruik van de woning gedurende het tijdvak maart 2017 tot en met september 2017 ex aequo et bono bepalen op € 150,= per maand, exclusief de maandelijkse (spaar)premie verbonden aan de hypotheek, die partijen bij helfte moeten dragen/verrekenen. De rechtbank heeft hierbij in aanmerking genomen dat de ingangsdatum van de alimentatieverplichting van de man in de beschikking van 7 maart 2018 is vastgesteld op 1 oktober 2017, omdat de man tot 1 oktober 2017 de volledige woonlasten heeft betaald. De totale bijdrage van de vrouw aan de man voor het alleengebruik van de woning gedurende het tijdvak oktober 2017 tot en met april 2018 – aangenomen dat de vrouw de woning blijft bewonen tot 1 mei 2018 –, lees gedurende 7 maanden, zal de rechtbank bepalen op ex aequo et bono EUR 500,= per maand, exclusief de maandelijkse (spaar)premie verbonden aan de hypotheek, die partijen bij helfte moeten dragen/verrekenen. De man kan op deze vordering op de vrouw in mindering doen strekken hetgeen de man inmiddels gehouden is/zal zijn aan de vrouw te betalen aan kinderalimentatie ten behoeve van [minderjarige] en waarbij eventueel genoten/te genieten fiscaal voordeel aan de man toevalt voor zover hij hier (nog) fiscaal aanspraak op kan maken. Verrekening van deze bedragen ligt in de rede, gelet op het samenhangend karakter en ter voorkoming van een nodeloze procedure. Daaraan doet uitdrukkelijk niet af dat betaling van kinderalimentatie een Boek 1 BW-verzoekschriftprocedure is, aangezien het hier om verrekening gaat en niet om een vaststelling van kinderalimentatie.
4.6.
Tussen partijen staat vast dat zij de netto overwaarde van de woning (na aftrek van kosten) bij helfte zullen delen, aangezien de man ter zitting heeft verklaard dat hij een eventuele onderwaarde met inbegrip van alle door partijen gezamenlijk te dragen (verkoop)kosten, zonder nadere verrekening met de vrouw voor zijn rekening zal nemen. Het ligt in de rede dat partijen een maximale verkoopopbrengst pogen te realiseren, omdat zij hier beiden van profiteren. De vrouw is gehouden de woning en de inboedel in goede staat (de inboedel tijdelijk, zie hieronder ten aanzien van vorderingen IX en X van de man) achter te laten (mede ter voorkoming van nieuwe procedures tussen partijen).
4.7.
Vordering VIII van de man
De vrouw heeft geen (gemotiveerd) verweer gevoerd tegen vergoeding aan de man van € 1.289,= vanwege de op haar rekening ontvangen belastingteruggaaf ad € 3.322,=, zodat deze vordering wordt toegewezen.
4.8.
Vorderingen IX en X van de man
De rechtbank zal aan de man toedelen hetgeen de man specifiek heeft gevorderd onder IX en X, nu de man met de terhandstelling van deze zaken door de vrouw aan hem de verdeling bij helfte van de gehele inboedel kennelijk voltooid acht, blijkbaar omdat de vrouw kennelijk inmiddels tot afgifte is overgegaan van de door de man aanvankelijk gevorderde (inboedel)zaken en persoonlijke zaken van de man, waaronder onder meer zijn boeken, horlogeverzameling en de BMW en omdat de vrouw niet gemotiveerd en verifieerbaar onderbouwd aan de hand van de huidige waarde in het economisch verkeer heeft gesteld dat de man aldus wordt overbedeeld. Afgifte door de vrouw aan de man dient te geschieden binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis, op straffe van een door de vrouw aan de man te verbeuren dwangsom van € 250,= per dag met een maximum van € 1.000,= per gevorderd vermogensbestanddeel respectievelijk € 5.000,= voor het geheel.
4.9.
Alle overige inboedelzaken worden toegedeeld aan de vrouw, met dien verstande dat de man eerst tot afgifte hiervan aan de vrouw gehouden is binnen 7 dagen na datum levering van de woning na onderhandse verkoop.
4.10.
Vordering XII van de man
Wettelijke rente wordt toegewezen met ingang van de tiende dag na dagtekening van dit vonnis aangezien het om een verdeling van gemeenschappelijk geworden inboedelzaken gaat blijkens de samenlevingsovereenkomst zodat eerst na verdeling door de rechter verzuim kan intreden.
4.11.
Vordering XIII van de man
Nu partijen ex-samenwoners zijn, worden de proceskosten in conventie en hieronder in reconventie ongeacht de uitkomst van de procedure standaard gecompenseerd. Ieder betaalt derhalve de eigen kosten.
4.12.
Vordering I van de vrouw
Deze vordering zal worden toegewezen uitdrukkelijk met inachtneming van hetgeen de rechtbank reeds heeft beslist ten aanzien van vorderingen IX en X van de man.
4.13.
Vordering II van de vrouw
Deze vordering ligt voor afwijzing gereed, nu woningverkoop door makelaar Tysma in de rede ligt, gelet op die door partijen in onderling overleg eerder gemaakte keuze waarop de vrouw om haar moverende redenen niet kan terugkomen.
4.14.
Vordering III van de vrouw
Ook deze vordering ligt voor afwijzing gereed. Partijen zijn in hun samenlevingsovereenkomst geen pensioenverevening overeengekomen waarvan de vrouw nakoming kan vorderen. Ter zitting hebben partijen verklaard niet langer elkaar te willen aanwijzen als gerechtigde op hun eigen nabestaandenpensioen. Partijen dienen over en weer - voor zover vereist - mee te werken aan een eventuele wijziging van de tenaamstelling hiervan bij hun respectievelijke pensioenverzekeraars.
4.15.
Vordering IV van de vrouw
De proceskosten worden gecompenseerd, gelet op rechtsoverweging 4.11.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
5.1.
veroordeelt partijen om de woning gelegen aan [adres] te [plaats] , kadastraal bekend [gemeente] sectie [X] , nummer [xxxx] per direct in de verkoop te brengen via makelaar Tysma,
5.2.
veroordeelt de vrouw om haar medewerking te (blijven) verlenen tot onderhandse verkoop van de woning gelegen aan de [adres] te [plaats] , kadastraal bekend [gemeente] sectie [X] , nummer [xxxx] door het verlenen van de opdracht tot verkoop aan Tysma makelaardij tegen een vraagprijs van ten minste € 337.000,00 en een opleveringstermijn van ten minste een maand,
5.3.
veroordeelt de vrouw op eerste verzoek haar medewerking te verlenen aan verkoop en levering van de woning gelegen aan de [adres] te [plaats] , kadastraal bekend [gemeente] sectie [X] , nummer [xxxx] aan een kopende partij voor een prijs van tenminste € 301.000,00 en een opleveringstermijn van ten minste een maand, met bepaling dat de man als enige de uiteindelijke laatprijs van de woning bepaalt,
5.4.
bepaalt dat in het geval de vrouw de in 5.2. en 5.3. opgedragen medewerking niet verleent, dit vonnis op grond van artikel 3:300 BW dadelijk in de plaats zal treden van de akten die nodig zijn voor respectievelijk de verkoopopdracht, de verkoop en de levering en het notariële transport van voornoemde woning,
5.5.
bepaalt dat in het geval na verkoop van de woning een restschuld resteert deze volledig voor rekening van de man komt en dat in het geval na verkoop van de woning een netto overwaarde resteert deze bij helfte tussen partijen verdeeld dient te worden,
5.6.
veroordeelt de vrouw uiterlijk 1 mei 2018 de woning aan de [adres] te [plaats] , kadastraal bekend [gemeente] sectie [X] , nummer [xxxx] te verlaten en niet verder te betreden, met achterlating van de gezamenlijke inboedel in goede staat en onder afgifte van de sleutels aan de man, met machtiging van de man de ontruiming van de vrouw te doen uitvoeren door een gerechtsdeurwaarder, zo nodig met behulp van de sterke arm en de kosten daarvan op de vrouw te verhalen, indien de vrouw niet aan de veroordeling voldoet, onder vaststelling van een beheerregeling inhoudende dat de man met ingang van 1 mei 2018 het alleengebruik van de woning heeft totdat deze zal zijn verkocht en geleverd,
5.7.
bepaalt dat makelaar Tysma, zolang de vrouw de woning nog tot uiterlijk 1 mei 2018 in gebruik heeft, gerechtigd is om de woning op ieder moment in het kader van de verkoop van de woning te betreden, met veroordeling van de vrouw tot het verlenen van haar medewerking daaraan,
5.8.
veroordeelt de vrouw om aan de man een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere keer dat zij niet aan de in 5.7. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
5.9.
veroordeelt de vrouw om aan de man te betalen een bedrag van in totaal € 5.339,= (7 x € 150,= + 6 x € 500,= + € 1.289,=), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het bedrag van € 5.339,= met ingang van de tiende dag na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.10.
veroordeelt de vrouw om aan de man te betalen een bedrag van € 500,=, als de bijdrage voor het alleengebruik van de woning voor de maand april 2018, voor het geval zij op 1 april 2018 de woning niet heeft verlaten, zulks door de vrouw aan de man te voldoen uiterlijk op 1 april 2018, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag berekend vanaf de tiende dag na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.11.
bepaalt dat voor zover partijen een (spaar)premie verbonden aan de hypotheek(polis) dienen te voldoen, deze lasten door partijen bij helfte moeten worden gedragen dan wel verrekend,
5.12.
bepaalt dat de man met ingang van 1 mei 2018 als alleengebruiker als enige van partijen de lasten van de woning draagt, met dien verstande dat voor zover partijen een (spaar)premie verbonden aan de hypotheek dienen te voldoen, deze lasten met ingang van mei 2018 door partijen bij helfte moeten worden gedragen dan wel verrekend,
5.13.
bepaalt dat de man de vordering van de vrouw op de man uit hoofde van de door de man met ingang van 1 oktober 2017 te betalen kinderalimentatie aan de vrouw mag verrekenen met de bedragen die de vrouw aan de man heeft te voldoen uit hoofde van de lasten van de woning,
5.14.
bepaalt dat aan de man wordt toegedeeld de volgende (inboedel)zaken:
  • de TV beneden, merk Samsung
  • de Apple computer, merk i-Mac
  • het (tuin)gereedschap
  • de barbecue
  • een oude Atari spelcomputer met twee controllers en diverse spellen
  • een oude Nintendo gameboy met diverse spellen
  • een Nintendo DS met diverse spellen
  • een playstation 4 met 1 controller en diverse spellen,
5.15.
veroordeelt de vrouw tot afgifte aan de man van de onder 5.14 genoemde zaken binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis,
5.16.
veroordeelt de vrouw om aan de man een dwangsom te betalen van € 250,= per dag dat zij niet aan de in 5.15 uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 1.000,= per vermogensbestanddeel is bereikt met een maximum van € 5.000,= voor het geheel,
5.17.
bepaalt dat de overige inboedelzaken worden toegedeeld aan de vrouw, met bepaling dat de man eerst tot afgifte aan de vrouw is gehouden binnen 7 dagen na datum levering van de woning na onderhandse verkoop,
5.18.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.19.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.20.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. Rijksen en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2018.