Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. A.M.C.V. Fellinger en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. A.L. Rinsma, advocaat te Utrecht, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 03 april 2017 tot en met 04 april 2017 te
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
[slachtoffer 2] met een mes heeft bedreigd.
hij in de periode van 03 april 2017 tot en met 04 april 2017 te Albergen, opzettelijk,
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
K. Boekweg, reclasseringswerker; en
348 dagen,met aftrek van de dagen doorgebracht in voorlopige hechtenis, in dit geval passend en geboden is.
8.De schade van benadeelden
€ 2.015,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde schade bestaat uit € 265,00 aan materiële schade. Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 1.750,00 gevorderd.
€ 2.104,97, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde schade bestaat materieel uit € 1.354,97 voor de beveiligingsapparatuur. Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 750,00 gevorderd.
€ 750,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 2] in zijn geheel dienen te worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
[slachtoffer 1]beslist de rechtbank als volgt. De rechtbank is van oordeel dat door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De rechtbank zal het gevorderde voor de immateriële schade, mede in aanmerking genomen hetgeen in gelijksoortige zaken aan immateriële schade is toegekend, deels toewijzen tot een bedrag van € 750,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf 11 april 2017. Ten aanzien van de onder de post materiële schade opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan dat sprake is van een rechtstreeks verband met de misdrijven, terwijl door of namens verdachte dit gemotiveerd is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadeposten alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden. De benadeelde partij zal om die reden voor dat deel niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
[slachtoffer 5]beslist de rechtbank als volgt. De rechtbank is van oordeel dat door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De rechtbank zal het gevorderde voor de immateriële schade, mede in aanmerking genomen hetgeen in gelijksoortige zaken aan immateriële schade is toegekend, deels toewijzen tot een bedrag van 250,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf 4 april 2017. Ten aanzien van de onder de post materiële schade opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan dat sprake is van een rechtstreeks verband met de misdrijven, terwijl door of namens verdachte dit gemotiveerd is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadeposten alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden. De benadeelde partij zal om die reden voor dat deel niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
[slachtoffer 2]beslist de rechtbank als volgt. De rechtbank is van oordeel dat door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De rechtbank zal het gevorderde voor de immateriële schade, mede in aanmerking genomen hetgeen in gelijksoortige zaken aan immateriële schade is toegekend, deels toewijzen tot een bedrag van 250,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
348 dagen;
vrijheidsbeperkende maatregelaan verdachte:
[slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum 3] 1958 in [geboorteplaats 3] ;
[slachtoffer 5], geboren op [geboortedatum 4] 1958 in [geboorteplaats 4] ;
[slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum 5] 1986 in [geboorteplaats 5] en haar zoontje;
beveelt dat deze maatregelop grond van artikel 38v Sr
dadelijk uitvoerbaar is;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 1] , voor het overige deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- legt de
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan haar verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van veroordeelde om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 5] , voor het overige deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- legt de
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan haar verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van veroordeelde om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 2] , voor het overige deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- legt de
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan haar verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van veroordeelde om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
Dit bevel is afzonderlijk geminuteerd.
mr. A.M. den Dulk, rechters, in tegenwoordigheid van Z. Demir, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 april 2018.