Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
primair ten laste gelegde – diefstal met geweld in vereniging.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
- een Pro Justitia rapport d.d. 1 maart 2018, opgemaakt door N. van der Weegen, GZ-psycholoog;
- het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland d.d. 26 maart 2018, opgemaakt door M. Tupamahu en
- een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 27 februari 2018.
8.De schade van benadeelden
€ 119,55.
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder primair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
trafbaarheid verdachte
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
- kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
- stelt als
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer] voor een deel van € 636,10 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als verdachte en/of een mededader heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte en/of een mededader aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.