In deze zaak heeft eiseres, een koper van een paard, een vordering ingesteld tot ontbinding van de koopovereenkomst op grond van non-conformiteit en dwaling. Eiseres kocht op 8 juni 2017 een paard van gedaagde voor een bedrag van € 38.000,00. Tijdens de keuring vertoonde het paard lichte trillingen in het rechterachterbeen, maar werd desondanks medisch goedgekeurd. Eiseres heeft de koopovereenkomst op 7 juli 2017 buitengerechtelijk ontbonden, omdat zij na de koop constateerde dat het paard een krampbeen had. Gedaagde heeft de vordering betwist en stelt dat er geen sprake is van non-conformiteit, omdat het paard de eigenschappen bezit die eiseres mocht verwachten. De rechtbank heeft de vordering van eiseres afgewezen, omdat niet is vastgesteld dat het paard gebreken vertoonde die ontbinding rechtvaardigen. De rechtbank oordeelde dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stellingen en dat de mededelingen van gedaagde tijdens de keuring niet onjuist waren. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 2.671,00, en in de nakosten.