ECLI:NL:RBOVE:2017:927

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 februari 2017
Publicatiedatum
1 maart 2017
Zaaknummer
C/08/197022 / KG ZA 17-21
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking van ex-partner bij verkoop gezamenlijke woning na echtscheiding

In deze zaak heeft eiseres, na de echtscheiding van partijen, een kort geding aangespannen tegen haar ex-partner, gedaagde, met het verzoek om medewerking te verlenen aan de verkoop van hun gezamenlijke woning. De echtscheiding tussen partijen werd uitgesproken op 11 februari 2015 en ingeschreven op 6 augustus 2015. Tot op heden zijn er geen afspraken gemaakt over de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden. Eiseres woont met hun twee minderjarige kinderen in de gezamenlijke woning, waarvoor een hypotheek bij ABN Amro Bank rust. Eiseres vordert dat gedaagde binnen 48 uur na betekening van het vonnis contact opneemt met de bank en medewerking verleent aan de verkoop van de woning. Gedaagde is niet verschenen op de zitting.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat eiseres voldoende spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. De rechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een kennelijke verschrijving in de dagvaarding met betrekking tot de vorderingen III en IV, maar heeft deze gecorrigeerd. De vorderingen zijn niet onrechtmatig of ongegrond bevonden en zijn toegewezen, met uitzondering van de uitvoerbaarheid op de minuut, die is afgewezen. De gevorderde dwangsom is gemaximeerd en de proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.E. Zweers op 17 februari 2017.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/197022 / KG ZA 17-21
Vonnis in kort geding van 17 februari 2017
in de zaak van
[eiseres 1],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres,
verder te noemen: [eiseres 1] ,
advocaat mr. A.M.C. de Vroet te Almelo,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
verder te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling
  • het tegen [gedaagde] verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op [datum] op huwelijkse voorwaarden met elkaar gehuwd.
2.2.
Bij beschikking van 11 februari 2015 van deze rechtbank is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. De echtscheiding is op 6 augustus 2015 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.3.
Partijen hebben tot op heden geen afspraken gemaakt over de afwikkeling van de tussen hen gesloten huwelijkse voorwaarden. Partijen hebben een gezamenlijke woning aan [adres] te [woonplaats 1] . Bij beschikking van 2 april 2014 heeft [eiseres 1] het uitsluitend gebruik van deze woning toegekend gekregen. Tot op heden is [eiseres 1] (samen met de twee minderjarige kinderen van partijen) in de woning woonachtig.
2.4.
Op de woning rust een hypotheek bij ABN Amro Bank van € 149.000,00. Zowel [eiseres 1] als [gedaagde] betalen maandelijks ieder de helft van de hypotheekrente.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres 1] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut en op alle dagen en uren:
I. [gedaagde] te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis contact op te nemen met ABN Amro Bank en [gedaagde] daarbij te veroordelen om medewerking te verlenen aan de (door de financieel adviseur van de ABN Amro Bank) uit te voeren toets betreffende de Nationale Hypotheekgarantie, betrekking hebbend op het verkoopobject van de gezamenlijke woning aan de [adres] , [woonplaats 1] ;
II. [gedaagde] de veroordelen om medewerking te verlenen aan de onderhandse verkoop van de gezamenlijke woning en in dat kader [gedaagde] te veroordelen tot het verlenen van medewerking aan alle verkoophandeling in de ruimste zin des woords, waaronder het tekenen van de verkoopopdracht en het meewerken aan de levering van de gezamenlijke woning;
III. te bepalen dat dit vonnis in de plaats komt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [gedaagde] om aan een makelaar de opdracht te verstrekken tot verkoop, alsmede om een voorlopige koopovereenkomst te sluiten, indien [gedaagde] niet binnen 48 uur na een daartoe strekkend verzoek van [gedaagde] medewerking verleent;
IV. te bepalen dat dit vonnis in de plaats komt van de voor de eigendomsoverdracht en levering van de gezamenlijke woning noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [eiseres 1] , indien [eiseres 1] niet binnen 48 uur na een daartoe strekkend verzoek van [gedaagde] medewerking verleent;
V. te bepalen dat [gedaagde] , bij het niet tijdig nakomen van de verplichtingen vermeld in dit vonnis, een dwangsom verbeurt van € 1.000,00 voor elke dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] nalatig blijft aan deze veroordeling te voldoen;
VI. enige andere beslissing te nemen zoals de voorzieningenrechter in goede justitie vermeend te behoren;
VII. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2.
[eiseres 1] stelt daartoe dat zij het niet waarschijnlijk acht dat zij de gezamenlijke woning toebedeeld kan krijgen, op de voorwaarde dat [gedaagde] ontslagen wordt uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Uit een eerder uitgevoerde inkomenstoets bleek in ieder geval dat de financiële middelen van [eiseres 1] ontoereikend waren. Voordat de gezamenlijke woning eventueel te koop kan worden aangeboden, zal er echter wel opnieuw een toetsing aan de NHG-voorwaarden dienen plaats te vinden. Pas indien na deze toetsing is komen vast te staan dat zowel [eiseres 1] als [gedaagde] financieel gezien niet bij machte zijn om de gezamenlijke woning over te nemen, kan beoordeeld worden of partijen een beroep kunnen doen op de NHG-voorwaarden en kan het verkooptraject van de gezamenlijke woning in gang worden gezet. Om deze toetsing uit te kunnen voeren, dienen partijen financiële gegevens aan te leveren. Ondanks meerdere verzoeken, heeft [gedaagde] tot op heden hieraan geen gehoor gegeven. Voor zover uit de inkomenstoets mocht blijken dat geen van de partijen financieel in staat moet worden geacht om de gezamenlijke woning over te nemen, dient de gezamenlijke woning te worden verkocht en verlangt [eiseres 1] dat [gedaagde] zijn medewerking zal verlenen aan dit verkooptraject.
3.3.
[gedaagde] is niet ter zitting verschenen.

4.De beoordeling

4.1.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft [eiseres 1] voldoende aannemelijk gemaakt spoedeisend belang te hebben bij het gevorderde.
4.2.
De voorzieningenrechter overweegt dat in de vorderingen onder III. en IV. “ [eiseres 1] ” en “ [gedaagde] ” een aantal keren zijn verwisseld. Gelet op het lichaam van de dagvaarding en de overige onderdelen van het petitum van de dagvaarding vat de voorzieningenrechter dit op als een kennelijke verschrijving. De voorzieningenrechter leest deze vorderingen dan ook als volgt:
III. te bepalen dat dit vonnis in de plaats komt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [gedaagde] om aan een makelaar de opdracht te verstrekken tot verkoop, alsmede om een voorlopige koopovereenkomst te sluiten, indien [gedaagde] niet binnen 48 uur na een daartoe strekkend verzoek van [eiseres 1] medewerking verleent;
IV. te bepalen dat dit vonnis in de plaats komt van de voor de eigendomsoverdracht en levering van de gezamenlijke woning noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [gedaagde] , indien [gedaagde] niet binnen 48 uur na een daartoe strekkend verzoek van [eiseres 1] medewerking verleent;
4.3.
De vorderingen komen de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zullen worden toegewezen, behoudens het navolgende.
4.4.
De gevorderde uitvoerbaar verklaring op de minuut en op alle dagen en uren zal worden afgewezen, nu [eiseres 1] voor wie terstond na deze uitspraak een grosse beschikbaar zal zijn, daarbij geen belang heeft.
4.5.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd als na te melden.
4.6.
Gelet op het feit dat partijen gewezen echtelieden zijn, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis contact op te nemen met ABN Amro Bank en veroordeelt [gedaagde] daarbij om medewerking te verlenen aan de (door de financieel adviseur van de ABN Amro Bank) uit te voeren toets betreffende de Nationale Hypotheekgarantie, betrekking hebbend op het verkoopobject van de gezamenlijke woning van partijen aan [adres] , [woonplaats 1] ;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om medewerking te verlenen aan de onderhandse verkoop van de gezamenlijke woning en veroordeelt [gedaagde] in dat kader tot het verlenen van medewerking aan alle verkoophandeling in de ruimste zin des woords, waaronder het tekenen van de verkoopopdracht en het meewerken aan de levering van de gezamenlijke woning;
5.3.
bepaalt dat dit vonnis in de plaats komt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [gedaagde] om aan een makelaar de opdracht te verstrekken tot verkoop, alsmede om een voorlopige koopovereenkomst te sluiten, indien [gedaagde] niet binnen 48 uur na een daartoe strekkend verzoek van [eiseres 1] medewerking verleent;
5.4.
bepaalt dat dit vonnis in de plaats komt van de voor de eigendomsoverdracht en levering van de gezamenlijke woning noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [gedaagde] , indien [gedaagde] niet binnen 48 uur na een daartoe strekkend verzoek van [eiseres 1] medewerking verleent;
5.5.
bepaalt dat [gedaagde] , bij het niet tijdig nakomen van de verplichtingen vermeldt in dit vonnis, een dwangsom verbeurt van € 200,00 voor elke dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] nalatig blijft aan deze veroordeling te voldoen tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt;
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. Zweers en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2017. [1]

Voetnoten

1.type: