2.1.Tussen partijen staat het navolgende vast:
- [verzoekster] , h.o.d.n. Rosee, heeft een onderneming (eenmanszaak) op het gebied van mode en lifestyle te Enschede.
- [verzoekster] en [verweerder] , destijds goede vrienden, hebben op 20 of 30 juni 2016 een arbeidsovereenkomst met elkaar gesloten waarbij [verweerder] per 1 augustus 2016 in dienst zou treden bij [verzoekster] , als verkoper, tegen een salaris van € 1641,72 bruto per maand, voor 32 uur per week. Het dienstverband met [verweerder] zou [verzoekster] in staat stellen haar werkzaamheden uit te breiden om onder andere op locatie te gaan werken. De arbeidsovereenkomst met [verweerder] is gesloten voor onbepaalde tijd en zonder een proeftijd.
- [verweerder] heeft door arbeidsongeschiktheid (tot op heden) nog geen hele dag kunnen werken bij [verzoekster] .
- [verweerder] heeft, na contacten met [verzoekster] , ontslag genomen op 11 augustus 2016.
- In augustus 2016 hebben (de gemachtigden van) partijen gecorrespondeerd over de situatie, onder meer over het d.d. 11 augustus 2016 door [verweerder] genomen ontslag. Partijen hebben vervolgens overeenstemming bereikt over de punten genoemd in de e-mail d.d. 31 augustus 2016:
- De vernietiging van het ontslag van mijn broer [verweerder] is geaccepteerd door [verzoekster] .
- Er is sprake van geldigheid van de tussen werkgever en werknemer gesloten arbeidsovereenkomst.
- Het salaris bedraagt € 1641,72 bruto op basis van een dienstverband van 32 uur per maand.
- Dit salaris zal maandelijks gestort worden op [bankrekeningnummer] ten name van [verweerder] .
- Loonstroken kunnen digitaal worden verzonden naar [mailadres] .
- Werknemer voldoet zoals vanzelfsprekend aan zijn re-integratieverplichtingen.
- [verweerder] is op 30 augustus 2016 gezien door de bedrijfsarts. Het rapport vermeldt onder meer: “
dat er wat belastbaarheid betreft beperkingen zijn voor concentratie, geheugen, zelfstandig handelen, veelvuldige storingen, omgaan met werkdruk/werkstress, handelingstempo en er is een (tijdelijk) verhoogd persoonlijk risico.
Er is adequate medische zorg.
Prognose voor herstel is gunstig maar het verzuim kan weken tot maanden duren. Een rustige omgeving zonder stressfactoren zal bijdragen aan dit herstel.”
Verder vermeldt het rapport dat [verweerder] sedert medio juli 2016 (dus al vóór aanvang van zijn werkzaamheden bij [verzoekster] ) ongeschikt is voor zijn arbeid als verkoopmedewerker en dat [verzoekster] het advies krijgt om [verweerder] zoveel mogelijk met rust te laten om zijn herstel niet in de weg te staan.
- Het UWV heeft voorts een deskundigenoordeel afgegeven d.d. 10 januari 2017. Het UWV oordeelde dat [verweerder] zijn eigen werk niet kon doen.
- [verzoekster] heeft het loon van [verweerder] over de maanden november en december 2016 te laat betaald. Pas twee dagen voor de mondelinge behandeling van de door [verweerder] begonnen kort geding procedure is het loon over die maanden betaald. De kort geding procedure is niettemin doorgegaan. Bij vonnis in kort geding d.d. 20 januari 2017 is [verzoekster] onder meer veroordeeld tot betaling van de wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW van 5% van het bruto loon over de maanden november en december 2016, te vermeerderen met de wettelijke rente, en voorts is [verzoekster] veroordeeld tot opvolging van het advies van de bedrijfsarts geen rechtstreeks contact op te nemen met [verweerder] totdat anders wordt geadviseerd, zulks op straffe van een dwangsom.