Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis d.d. 12 oktober 2016 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de akte overlegging producties van de zijde van Wetron, d.d. 12 januari 2017;
- het proces-verbaal van de comparitie d.d. 12 januari 2017.
2.De feiten
Convention Relative au Contrat de Transport International de Marchandises par Route) hierna kortweg aangeduid als CMR.
3.De vordering
4.Het standpunt van Wetron
5.Het standpunt van Chineurrus
6.De beoordeling
nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna aangeduid als: Rome I), bij gebrek aan een rechtskeuze gemaakt door partijen
(artikel 3 Rome I), de overeenkomst beheerst door het recht van het land waar de vervoerder zijn gewone verblijfplaats heeft en – onder meer wanneer – de plaats van ontvangst ook in dat land is gelegen (artikel 5 Rome I). Rome I is van toepassing op overeenkomsten gesloten na de datum van inwerkingtreding van het verdrag, te weten 17 december 2009
(artikel 28 Rome I), hetgeen kan worden vastgesteld ten aanzien van de in geschil zijnde vervoersovereenkomsten.
30 september 2011 een spoedbetaling groot € 13.491,62 is gedaan ten name van Wetron. Voornoemd bedrag is samengesteld uit de openstaande bedragen van € 11240,81 (factuur 174163 d.d. 25-08-2011) en € 2250,81 (factuur 174310 d.d. 29-08-2011).
art. 6:59 BW is vereist dat de schuldeiser tekort schiet ten aanzien van een eigen verbintenis jegens de schuldenaar, zijn tekortkoming aan de schuldeiser is toe te rekenen en de schuldenaar gebruik maakt van zijn opschortingsrecht. Een eerste voorwaarde voor opschorting is derhalve dat Wetron een opeisbare verbintenis niet is nagekomen.
7.De beslissing
tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen een bedrag van € 34.307,37 in
hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over de afzonderlijke
factuurbedragen, te rekenen vanaf de vervaldata van de onderscheidenlijke facturen;
begroot op € 2.008,35 wegens verschotten en op € 1.447,5 (2,5 punt maal tarief III,
zijnde € 579,--, van het Liquidatietarief rechtbanken en gerechtshoven) wegens salaris
van haar advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de 15e dag na
dagtekening van dit vonnis indien Chineurrus het bedrag aan proceskosten niet heeft
voldaan binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis, zulks tot aan de dag der
voldoening.