5.2De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij de feiten 1, 2, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 en 7 primair heeft gepleegd als feitelijk leidinggever danwel opdrachtgever van/aan Deluxe Kozijnen BV respectievelijk Thijjor Exploitatie BV. De rechtbank zal daarom eerst de feitelijke en juridische verhouding tussen verdachte en deze twee vennootschappen weergeven. Vervolgens zal de rechtbank ingaan op elk van de ten laste gelegde feiten.
Verdachte is in de ten laste gelegde periode van 1 januari 2013 tot en met 29 juni 2015 middels Thijjor Beheer BV voor 55% aandeelhouder van Deluxe Kozijnen BV geweest. Hij was bestuurder van Thijjor Beheer BV en had via de Stichting Beheer Aandelen Thijjor Beheer BV alle aandelen van Thijjor Beheer BV in handen.
De activiteiten van Deluxe Kozijnen BV bestonden uit de productie en verkoop van kunststof kozijnen en deuren. De benodigde profielen werden meestal in Duitsland ingekocht.
De administratie van Deluxe Kozijnen BV werd verzorgd door verdachte. Hij maakte ook de fiscale aangiften en de jaarstukken op en diende deze bij de Belastingdienst in.
Deluxe Kozijnen BV is met ingang van 16 februari 2016 ontbonden nadat per 16 juni 2015 de activiteiten al gestaakt waren.
Gezien de positie en rol van verdachte binnen Deluxe Kozijnen BV was hij naar het oordeel van de rechtbank feitelijk leidinggever van de BV en dienen zijn gedragingen met betrekking tot de aangiften omzetbelasting (hierna: OB) en loonbelasting/ premie volksverzekeringen
(hierna: LB/PH) aan Deluxe Kozijnen BV toegerekend te worden.
De aandelen van Thijjor Exploitatie BV zijn voor 100% in bezit van Thijjor Beheer BV.
De activiteiten van Thijjor Exploitatie BV bestaan uit het leveren van managementdiensten en het verzorgen van financiële dienstverlening aan voornamelijk gelieerde partijen.
Op de ten laste gelegde data 1 december 2012 en 25 september 2014 en in de ten laste gelegde periode van 1 januari 2013 tot en met 31 januari 2014 was verdachte directeur (alleen en zelfstandig bevoegd) van Thijjor Exploitatie BV.
De kwartaalaangiften OB en de jaarrekeningen van Thijjor Exploitatie BV werden opgesteld en ingediend door verdachte. Hij verzorgde ook de dagelijkse administratie, stelde facturen op en verwerkte deze in een excel-bestand. Verder hield verdachte de debiteuren- en crediteurenadministratie bij.
Verdachte is naar het oordeel van de rechtbank eveneens feitelijk leidinggever van Thijjor Exploitatie BV geweest en zijn gedragingen met betrekking tot de kilometeradministratie en de aangiften LB/PH dienen dan ook aan Thijjor Exploitatie BV toegekend te worden.
Met betrekking tot de feiten 1 en 2
Verdachte heeft toegegeven dat hij opzettelijk onjuiste aangiften OB over de vier kwartalen van 2013 en het eerste kwartaal van 2014 heeft gedaan “om de liquiditeit binnen de club te houden en Deluxe Kozijnen BV draaiende te houden”.
Daarnaast heeft verdachte toegegeven dat hij de intracommunautaire verwervingen van Deluxe Kozijnen BV niet in de aangiften OB over 2013 en het eerste kwartaal van 2014 heeft vermeld. Volgens verdachte wist hij niet dat hij deze verwervingen moest aangeven.
Met betrekking tot de aangifte OB over het 2e kwartaal van 2014 heeft verdachte verklaard dat het hem ontschoten was om deze aangifte in te dienen.
Verdachte ontkent aldus – voor zover het de intracommunautaire verwervingen betreft – opzettelijk onjuiste aangiften OB te hebben gedaan. Ook ontkent hij opzet op het niet doen van de aangifte OB over het tweede kwartaal van 2014. De rechtbank overweegt met betrekking tot deze verweren als volgt.
Verdachte is registeraccountant en als zodanig jaren werkzaam geweest in de accountancy, onder meer als vennoot bij Deloitte & Touche. Als registeraccountant heeft verdachte niet alleen op boekhoudkundig, maar ook op fiscaal terrein de nodige kennis. Bovendien is op de internetsite van de Belastingdienst voor een ieder eenvoudig te lezen hoe intracommunautaire verwervingen in een aangifte OB verwerkt moeten worden.
De rechtbank stelt verdachtes verklaring dat hij niet op de hoogte was van de verplichting om in de aangiften OB melding te maken van de intracommunautaire verwervingen van Deluxe Kozijnen BV dan ook als ongeloofwaardig terzijde. Hetzelfde geldt voor zijn verklaring dat hij vergeten is om aangifte OB over het tweede kwartaal van 2014 te doen.
De rechtbank acht bewezen dat verdachtes opzet op het doen van onjuiste aangiften OB over 2013 en het eerste kwartaal van 2014 zich ook uitstrekt tot het niet vermelden van de intracommunautaire verwervingen van Deluxe Kozijnen BV. De rechtbank acht eveneens bewezen dat verdachte met opzet de aangifte OB over het tweede kwartaal van 2014 van Deluxe Kozijnen BV niet heeft gedaan.
Het onder 1 en 2 ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen.
Met betrekking tot feit 3
Tijdens het boekenonderzoek door de Belastingdienst is geconstateerd dat Deluxe Kozijnen BV in 2013 netto betalingen aan binnen de onderneming werkzame personen heeft verricht, terwijl er in en over dat jaar geen aangiften LB/PH door Deluxe Kozijnen BV zijn gedaan.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat er in 2013 sprake is geweest van betalingen door Deluxe Kozijnen BV aan de heren [B] en [A] . Beiden waren op uitleenbasis werkzaam bij Deluxe Kozijnen BV maar in dienst van DBC Solutions BV, aldus verdachte. Verdachte heeft verder verklaard dat de kosten van het personeel per maand middels facturen zouden worden doorbelast door DBC Solutions aan Deluxe Kozijnen BV.
De rechtbank stelt op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting echter de volgende feiten en omstandigheden vast.
- Deluxe Kozijnen BV heeft in 2013 geen facturen inzake doorberekening van loonkosten van de werknemers [B] en [A] van DBC Solutions BV ontvangen.
- Namens [B] en [A] is een verzoek tot faillietverklaring van Deluxe Kozijnen BV gedaan. In dit verzoek staat dat [B] en [A] op 1 januari 2013 voor onbepaalde tijd in dienst zijn getreden bij Deluxe Kozijnen BV als productiemedewerkers kunststofkozijnen. Zij werkten in de vestiging in Eibergen.
- In het digitale controledossier van de Belastingdienst is een excel-bestand met de naam "Lonen Deluxe kozijnen BV" opgenomen. In dit bestand staan de namen van [B] en [A] [woonplaats 2] met de omschrijving "salaris" op diverse data in 2013.
- In de woning van verdachte is een ordner met opschrift "DLK Personeel" en een ordner met opschrift "Deluxe 2012 Einkauf Rechnungen" aangetroffen, met daarin:
• loonstroken DLK BV juli 2013 t/m december 2013 ten name van [A] ;
• loonstroken DLK BV juli 2013 t/m december 2013 ten name van [B] ;
• een jaaropgave 2013 op naam van [A] .
- De getuige [C] heeft verklaard dat [B] en [A] in de periode 2012 tot en met 2015 in dienst waren van Deluxe Kozijnen BV.
- De getuige [D] heeft verklaard dat [B] en [A] op 28 februari 2013 zijn overgegaan van DBC Solutions BV naar Deluxe Kozijnen BV.
- In de periode dat [B] en [A] werkzaam waren voor Deluxe Kozijnen BV gaf verdachte werkopdrachten aan beide heren.
De rechtbank leidt uit deze feiten en omstandigheden – in onderling verband en samenhang bezien – af dat er in de maanden maart tot en met december van 2013 sprake is geweest van een dienstbetrekking tussen Deluxe Kozijnen BV en de heren [B] en [A] en dat verdachte ten onrechte geen aangiften LB/PH over die maanden van 2013 heeft ingediend in verband met de loonbetalingen aan beide heren.
De rechtbank acht het onder 3 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Met betrekking tot feit 4
Verdachte heeft verklaard dat hij als directeur/grootaandeelhouder van Thijjor Exploitatie BV op 25 september 2014 zijn kilometeradministratie over de jaren 2009, 2010, 2011, 2012 en 2013 desgevraagd aan de Belastingdienst heeft overhandigd. Uit deze administratie zou moeten blijken dat hij geen privégebruik heeft gemaakt van de verschillende door Thijjor Exploitatie BV aan hem ter beschikking gestelde auto’s. De controleambtenaren van de Belastingdienst hebben echter aan de hand van CJIB-overzichten en APK-keuringen vastgesteld dat de kilometeradministratie over de jaren 2011, 2012 en 2013 niet correct is. De kilometeradministratie over de jaren 2009 en 2010 is beoordeeld en akkoord bevonden. Verdachte heeft toegegeven dat de door hem overgelegde kilometeradministratie niet juist was, onder meer omdat er fictieve zakelijke ritten in opgenomen waren teneinde de administratie sluitend te maken.
De rechtbank acht het onder 4 primair ten laste gelegde, voor zover dit ziet op de kilometeradministratie over de jaren 2011, 2012 en 2013, wettig en overtuigend bewezen.
Met betrekking tot feit 5
De rechtbank zal verdachte van het onder 5 primair en subsidiair ten laste gelegde vrijspreken.
Weliswaar heeft verdachte toegegeven dat de door hem aan de Belastingdienst overgelegde kilometeradministratie op onderdelen niet juist was, maar het dossier bevat geen bewijs dat verdachte deze onjuiste kilometeradministratie – zoals ten laste gelegd – op of omstreeks 25 september 2014 heeft opgemaakt.
Met betrekking tot feit 6
Uit het dossier blijkt dat Thijjor Exploitatie BV over de jaren 2011, 2012 en 2013 verschillende auto’s aan verdachte – in zijn hoedanigheid van directeur/grootaandeelhouder van de BV – ter beschikking heeft gesteld. Hiervan is geen aangifte LB/PH gedaan. Daarvan mag echter uitsluitend worden afgezien als een sluitende kilometeradministratie kan worden overgelegd aan de Belastingdienst. Nu de rechtbank met betrekking tot feit 4 reeds geoordeeld heeft dat de door verdachte overgelegde kilometeradministratie over de jaren 2011, 2012 en 2013 vals was, acht de rechtbank ook het onder 6 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Met betrekking tot feit 7
Uit het dossier blijkt dat de factuur van DBC Kunststof kozijnen BV aan Deluxe Kozijnen BV, gedateerd 1 december 2012, is aangetroffen op een usb-stick die verdachte aan de curator van Deluxe Kozijnen BV heeft overgedragen. Verdachte heeft verklaard dat hij deze factuur heeft opgemaakt met de bedoeling om de door Deluxe Kozijnen BV over het vierde kwartaal van 2012 af te dragen OB te verlagen. Ten tijde van het opmaken van de factuur wist verdachte dat DBC Kunststof kozijnen BV al failliet was.
- de factuur op naam van DBC Kunststof kozijnen BV op te maken, wetende dat die BV op dat moment reeds failliet was;
- de op de factuur vermelde OB in vooraftrek te brengen in de aangifte OB van Deluxe Kozijnen BV over het vierde kwartaal van 2012, en
- de factuur in digitale vorm aan de curator van Deluxe Kozijnen BV ter beschikking te stellen,
heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank de factuur, zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs te dienen van de rechtmatigheid van de vooraftrek van de OB, valselijk opgemaakt met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken. Het verweer van de raadsman dat verdachte de factuur niet als echt en onvervalst heeft gebruikt wordt verworpen.
Uit het dossier blijkt niet dat verdachte – zoals ten laste gelegd – als feitelijk leidinggevende danwel opdrachtgever van Thijjor Exploitatie BV heeft gehandeld, zodat hij van het onder 7 primair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken. De rechtbank acht het onder 7 subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.