Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Het standpunt en de vordering van de officier van justitie
4.De voorvragen
5.De beoordeling van het bewijs
feit 1 primairheeft de rechtbank het volgende overwogen.
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
poging tot doodslag;
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
9.De schade van benadeelden
- broek/pantalon € 109,95
- overhemd € 100,00
- iPhone € 289,95
- schoenen € 126,14
- eigen risico zorg € 30,55
- immateriële schade € 1.250,00.
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1 primair, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair, 3 en 4 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
poging tot doodslag;
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door die benadeelde partijen gemaakt, tot op heden telkens begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoelde bedragen daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partijen het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partijen het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [A] voor een deel van € 916,09 niet-ontvankelijk is in zijn vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [B] in het geheel niet-ontvankelijk is in zijn vordering en dat de benadeelde partij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;