Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
kaliber .45), althans een vuurwapen, en/of munitie van categorie III, te weten meerdere (kogel)patronen (kaliber .45 ACP), voorhanden heeft gehad;
3.De vordering van de officier van justitie
4.De voorvragen
5.De beoordeling van het bewijs
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
8.De op te leggen straf of maatregel
9.De schade van benadeelden
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11. De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 in de eerste plaats, 2 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1 primair in de tweede plaats, onder 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair in de tweede plaats, onder 3 en 4 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feiten 3 en 4 telkens het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van een bedrag van € 2.500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 juli 2016;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van een bedrag van € 2.500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 juli 2016;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;