ECLI:NL:RBOVE:2017:641
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om handlichting voor oprichting van een B.V. door minderjarige
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 8 februari 2017 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van Max Tobias Vince van Marle, geboren op 6 augustus 2000, wonende te Almelo. Van Marle heeft samen met zijn vriend S.G. Dierink een onderneming op het gebied van social media, die snel groeit. Op advies van hun accountant hebben zij besloten om een besloten vennootschap (B.V.) op te richten. Van Marle, die op het moment van de procedure 16 jaar oud was, heeft handlichting verzocht om deze B.V. op te richten en om overeenkomsten af te sluiten en betalingen te doen tot een bedrag van € 10.000,00. De ouders van zowel Van Marle als Dierink hebben toestemming gegeven voor deze handlichting.
De mondelinge behandeling vond plaats op 1 februari 2017, waarbij zowel Van Marle als Dierink en hun ouders aanwezig waren. De kantonrechter heeft de feiten en het verzoek in overweging genomen, evenals de relevante wetgeving, met name artikel 1:235 BW, dat handlichting voor minderjarigen regelt. De kantonrechter oordeelde dat Van Marle recht en belang had bij de gevraagde handlichting en dat deze verantwoord was.
De beschikking stipuleert dat de handlichting bekendgemaakt moet worden in de Staatscourant en op de website van de Rechtspraak, en dat Van Marle zelf de handlichting moet publiceren in het regionale dagblad Tubantia. De kantonrechter heeft benadrukt dat de handlichting pas van kracht is na publicatie. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. P.L. Alers.