ECLI:NL:RBOVE:2017:4825

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 december 2017
Publicatiedatum
7 februari 2018
Zaaknummer
C/08/210790 / KG ZA 17-391
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap met betrekking tot de verdeling van inboedel en onroerend goed

In deze zaak, die op 22 december 2017 door de Rechtbank Overijssel is behandeld, betreft het een kort geding tussen een man en een vrouw die in gemeenschap van goederen gehuwd zijn geweest tot 3 mei 2011. De man en de vrouw zijn ieder voor de onverdeelde helft eigenaar van een woning, die door de man wordt bewoond en waarvoor hij de hypotheeklasten draagt. De man vordert dat de vrouw zal meewerken aan de notariële levering van de woning aan hem, en dat zij zal betalen voor de onderwaarde van de woning. Tijdens de zitting hebben partijen overeenstemming bereikt over de verdeling van hun ontbonden huwelijksgoederengemeenschap.

De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis bepaald dat de vrouw op eerste verzoek van de notaris moet meewerken aan de notariële levering van haar aandeel in de woning aan de man. Dit moet gebeuren op kosten van de man, en de vrouw wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire lening. Indien de vrouw niet meewerkt, treedt het vonnis in de plaats van haar medewerking. Daarnaast is er een regeling getroffen met betrekking tot de pensioenrechten van beide partijen en de verdeling van inboedelzaken. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/210790 / KG ZA 17-391
Vonnis in kort geding van 22 december 2017
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. M. Mulderij-Anker te Zwolle,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. H.W. Bongers te Ommen.
Partijen zullen hierna de man en de vrouw genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van de vrouw.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn tot 3 mei 2011 in gemeenschap van goederen gehuwd geweest.
2.2.
Partijen zijn ieder voor de onverdeelde helft eigenaar van de woning aan [adres] te [plaats] (hierna aangeduid als: de woning). Op de woning rust een aflossingsvrije hypothecaire geldlening van € 161.000,--.
2.3.
De woning wordt bewoond door de man. De man draagt de volledige hypotheeklasten en overige vaste lasten van de woning.

3.Het geschil en de beoordeling

3.1.
De man vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. de vrouw zal veroordelen om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis mee te werken aan de notariële levering van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [adres] te [plaats] , aan de man, alsmede tot betaling van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat de vrouw nalaat aan voormelde veroordelingen te voldoen, dit met een maximum aan eventueel te verbeuren dwangsommen van € 20.000,--;
II. de vrouw zal veroordelen tot betaling van de helft van de onderwaarde, te weten het verschil tussen de hoogte van de afgesloten hypothecaire geldlening en de huidige waarde van de woning;
III. zal bepalen dat, indien de vrouw op genoemde tijd en plaats niet zou zijn verschenen of verschenen zijnde, mocht weigeren om mee te werken aan de levering, dit vonnis in de plaats treedt van de verklaring van de vrouw, met betrekking tot de transportakte, en
IV. de vrouw zal veroordelen in de kosten van dit geding, de nakosten daaronder begrepen.
3.2.
Partijen hebben ter zitting tegen finale kwijting algehele overeenstemming bereikt over de verdeling van hun ontbonden huwelijksgoederengemeenschap, zoals hieronder in het dictum weergegeven. Voorts zijn partijen overeengekomen dat het de man met inachtneming van de wettelijke bepalingen vrijstaat om wijziging van de door hem thans verschuldigde partneralimentatie te verzoeken via een verzoekschriftprocedure bij de rechtbank.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
veroordeelt de vrouw om op eerste verzoek van de notaris mee te werken aan de notariële levering aan de man, op kosten van de man, van haar aandeel in de eigendom van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [adres] te [plaats] , welke woningwaarde partijen bindend hebben vastgesteld op € 150.000,--, onder de voorwaarde dat de vrouw uiterlijk bij de levering zal worden ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de op deze woning rustende aflossingsvrije hypothecaire geldlening van € 161.000,-- en zonder dat vrouw gehouden is tot enige vergoeding aan de man van de onderwaarde van de woning,
4.2.
bepaalt dat, indien de vrouw de in 5.1 genoemde medewerking niet verleent, dit vonnis in de plaats treedt van de medewerking en handtekening die aan de zijde van de vrouw noodzakelijk is in verband met voornoemde levering,
4.3.
verstaat dat partijen alsnog via hun advocaten schriftelijk, uitdrukkelijk en onvoorwaardelijk vastleggen dat zij over en weer afstand doen van door ieder van partijen opgebouwde pensioenrechten ingevolge de WVPS, doch uitsluitend voor zover het gaat om opgebouwde ouderdomspensioenen en niet om nabestaandenpensioenen, en dat partijen hun pensioenverzekeraars hiervan op de geëigende wijze op de hoogte zullen stellen,
4.4.
deelt toe aan ieder van partijen met gesloten beurs alle vermogensbestanddelen en inboedelzaken waarover ieder van partijen thans feitelijk reeds beschikt, met dien verstande dat de man op 19 december 2017 aan de vrouw ter hand zal stellen het zilveren bestek van de moeder van de vrouw, twee bakelieten radio’s en het schilderij José (olifant), en voorts dat de tweelingbroer van de man en de broer van de vrouw op zondag 24 december 2017 om 10.00 uur in de woning van de man en in het bijzonder op de zolder zullen zoeken naar voor de vrouw bestemde inboedelzaken voor zover aanwezig, te weten Zaanse klok moeder van de vrouw, 3 wit/groene schalen met bloemetjes, vuurvaste pannenset wit, ovale telefoontafel, eigen bestek van de vrouw, thermoflessen Tupperware, twee kaarshouders aan de muur en kasten van de camping,
4.5.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. Rijksen en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2017.