Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van de vrouw.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die op 22 december 2017 door de Rechtbank Overijssel is behandeld, betreft het een kort geding tussen een man en een vrouw die in gemeenschap van goederen gehuwd zijn geweest tot 3 mei 2011. De man en de vrouw zijn ieder voor de onverdeelde helft eigenaar van een woning, die door de man wordt bewoond en waarvoor hij de hypotheeklasten draagt. De man vordert dat de vrouw zal meewerken aan de notariële levering van de woning aan hem, en dat zij zal betalen voor de onderwaarde van de woning. Tijdens de zitting hebben partijen overeenstemming bereikt over de verdeling van hun ontbonden huwelijksgoederengemeenschap.
De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis bepaald dat de vrouw op eerste verzoek van de notaris moet meewerken aan de notariële levering van haar aandeel in de woning aan de man. Dit moet gebeuren op kosten van de man, en de vrouw wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire lening. Indien de vrouw niet meewerkt, treedt het vonnis in de plaats van haar medewerking. Daarnaast is er een regeling getroffen met betrekking tot de pensioenrechten van beide partijen en de verdeling van inboedelzaken. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.