Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
- de moeder, bijgestaan door mr Ter Mors en vergezeld door echtgenoot de heer [X] en
- de heer A.A.H. Pots, namens de Raad voor de Kinderbescherming, verder te noemen “de raad”.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 11 december 2017 een beschikking gegeven inzake een verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor het indienen van een verzoekschrift tot wijziging van de geslachtsnaam van haar minderjarige kinderen. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. K. ter Mors, heeft het verzoek ingediend omdat de vader, die niet ter zitting verscheen, zijn toestemming voor de wijziging van de geslachtsnaam weigert. De minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3], hebben allen aangegeven dat zij de geslachtsnaam van hun moeder willen dragen, wat hen psychisch belast door de huidige geslachtsnaam die hen herinnert aan een negatieve thuissituatie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarigen, die respectievelijk 15, 14 en 12 jaar oud zijn, in staat zijn om hun belangen te waarderen en de gevolgen van een geslachtsnaamwijziging in te schatten. Tijdens een gesprek met de kinderrechter hebben de oudste twee minderjarigen hun wens tot wijziging van de geslachtsnaam bevestigd. De Raad voor de Kinderbescherming heeft tijdens de zitting aangegeven dat het verzoek kan worden toegewezen en dat de geslachtsnaamwijziging in het belang van de kinderen is.
De rechtbank heeft op basis van artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek geoordeeld dat het in het belang van de minderjarigen wenselijk is om de moeder vervangende toestemming te verlenen voor het indienen van het verzoekschrift tot geslachtsnaamwijziging. De beschikking is openbaar uitgesproken en een afschrift wordt gezonden aan de Raad voor de Kinderbescherming.