Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
WONINGSTICHTING BETER WONEN VECHTDAL,
gevestigd en kantoorhoudende te Hardenberg,
wonende te [woonplaats] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft Woningstichting Beter Wonen Vechtdal (hierna: Beter Wonen) in kort geding gevorderd dat gedaagde, die sinds 1 april 2000 een woning huurt van Beter Wonen, de door haar bewoonde woning zou ontruimen. De aanleiding voor deze vordering zijn klachten van geluidsoverlast van omwonenden, die sinds april 2016 zijn ontvangen. Gedaagde heeft de klachten gemotiveerd betwist en aangevoerd dat er geen sprake is van onrechtmatige, ernstige en structurele overlast die een ontruiming zou rechtvaardigen. De procedure is enige tijd aangehouden voor een mediationtraject, maar dit heeft niet geleid tot een oplossing. Na hervatting van de behandeling heeft de kantonrechter geoordeeld dat er op het moment van de uitspraak geen voldoende spoedeisendheid was om de vordering toe te wijzen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er in de periode van vijf maanden voor de uitspraak geen nieuwe klachten zijn binnengekomen en dat de eerdere klachten niet onomstotelijk konden worden vastgesteld. De vordering tot ontruiming is daarom afgewezen, en Beter Wonen is veroordeeld in de kosten van de procedure.