2.5.In de notariële akte geldlening/verpanding van aandelen van 16 maart 2007 (hierna: de akte van 16 maart 2007) zijn de tussen Wanpla Onroerend Goed en Wanpla Holding overeengekomen voorwaarden van de geldlening neergelegd. Daarin staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
II OVEREENKOMST VAN GELDLENING
Voor de hiervoor bedoelde geldlening met een hoofdsom grootéén miljoen euro (€ 1.000.000,00), hierna te noemen: “de hoofdsom”, zijn de schuldeiser[Wanpla Onroerend Goed, toevoeging voorzieningenrechter]
en de schuldenaar[Wanpla Holding, toevoeging voorzieningenrechter]
overeengekomen dat daarvoor zullen gelden de volgende voorwaarden:
1. De geldlening heeft een looptijd van tien (10) jaren vanaf de datum van verstrekking, derhalve van zes januari tweeduizend vijf (06-01-2005) tot zes januari tweeduizend vijftien (06-01-2015).
2. Over de hoofdsom van deze geldlening of het restant daarvan is gedurende de hiervoor bedoelde looptijd een rente verschuldigd van vijf procent (5%) op jaarbasis, te voldoen in jaartermijnen, uiterlijk op zes januari van elk kalenderjaar, voor het eerst uiterlijk op zes januari tweeduizend zeven (06-01-2007), over het sedert de gemelde datum van overdracht dan verstreken tijdvak.
De rente zal tot zes januari tweeduizend tien (06-01-2010), derhalve vijf (5) jaren na verstrekking van de geldlening, vast zijn.
3. De geldlening dient door de schuldenaar in tien (10) gelijke jaartermijnen, van elk éénhonderdduizend euro (€ 100.000,00) te worden afgelost.
De jaartermijnen verschijnen gedurende de looptijd telkens op zes januari, en de eerste en tweede termijn zijn verschenen op zes januari tweeduizend zes respectievelijk op zes januari tweeduizend zeven, met dien verstande dat indien per het einde van een kalenderjaar de solvabiliteit van de vennootschap en haar dochtermaatschappijen geconsolideerd vijfentwintig procent (25%) of minder bedraagt, op zes januari van het daarop volgende kalenderjaargeenaflostermijn zal verschijnen en opeisbaar zal worden.
De schuldenaar is overigens vrij de hoofdsom geheel of gedeeltelijk af te lossen, mits in ronde bedragen van éénduizend euro (€ 1.000,00) of een meervoud daarvan.
4. De hoofdsom of het restant daarvan is opeisbaar aan het einde van de looptijd.
5. De hoofdsom moet (overigens) terstond – met de eventueel verschuldigde rente – worden terugbetaald, zonder dat daartoe enige opzegging, aanmaning of ingebrekestelling nodig is, in geval van:
(…).
6. Alle betalingen moeten worden gedaan op zodanige wijze als de schuldeiser zal verlangen, zonder enige korting of compensatie.
7. Alle kosten, voortvloeiende uit deze geldlening, de hierna bedoelde zekerheidsstelling, en op de gerechtelijke of buitengerechtelijke invordering van kapitaal en/of rente, deurwaarderskosten daaronder begrepen, komen voor rekening van de schuldenaar.
8. Ten behoeve van de schuldeiser wordt gevestigd op de hierna te omschrijven aandelen, tot meerdere zekerheid voor de voldoening van de uit de hiervoor bedoelde overeenkomst van geldlening voortvloeiende schuld met rente en kosten, zulks ongeacht het aantal jaren, waarover rente is verschuldigd, te vermeerderen met hetgeen op grond van het hiervoor bedoelde winstrecht moet worden uitgekeerd aan de schuldeiser, een eerste pandrecht.
9. De vestiging van het pandrecht zal bij deze akte geschieden.
III VESTIGING PANDRECHT
(…).