Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
4 december 2017.
mr. K.J.L. de Valk en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. S. Arts, advocaat te Breda, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 dagen;
[naam 1]van een bedrag van
€ 1.226,36, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2016;
maatregelop dat veroordeelde verplicht is ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.226,36,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2016 ten behoeve van de benadeelde partij, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 22 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
mr. P.M.F. Schreurs, rechters, in tegenwoordigheid van Z. Demir, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 december 2017.