ECLI:NL:RBOVE:2017:4661

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 december 2017
Publicatiedatum
18 december 2017
Zaaknummer
08/997027-16 (P) en 08/994515-15 (tul)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor de handel in illegaal vuurwerk met zware straffen en eerdere veroordelingen

Op 18 december 2017 heeft de Rechtbank Overijssel een 47-jarige man uit Borne veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden voor de handel in zeer grote hoeveelheden illegaal vuurwerk. De man, die al eerder was veroordeeld voor overtredingen van het Vuurwerkbesluit, moet ook een eerder opgelegde straf van 3 maanden uitzitten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte bij de opslag van het vuurwerk geen veiligheidsmaatregelen had getroffen, wat de medewerkers van postbedrijven in gevaar heeft gebracht. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek dat begon op 27 februari 2017 en leidde tot meerdere zittingen. De tenlastelegging omvatte het professioneel in Nederland en Duitsland opslaan en ter beschikking stellen van vuurwerk, wat in strijd is met de wetgeving. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding voor een deel nietig was, maar dat de overige onderdelen geldig waren. De verdachte werd schuldig bevonden aan het voorhanden hebben en opslaan van professioneel vuurwerk zonder de benodigde vergunningen. De rechtbank rekende het de verdachte zwaar aan dat hij geen maatregelen had genomen voor de opslag van het vuurwerk en dat hij dit via de post verzond zonder de medewerkers te informeren over de inhoud. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 24 maanden en een geldboete geëist, maar de rechtbank legde alleen de gevangenisstraf op, gezien de ernst van de zaak en de eerdere veroordelingen van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Afdeling Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/997027-16 (P) en 08/994515-15 (tul)
Datum vonnis: 18 december 2017
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum 1] 1970 in [geboorteplaats 1] ,
wonende in [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 27 februari 2017, 1 mei 2017, 27 juli en 4 december 2017.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. C.C. Westerling en van hetgeen door verdachte en zijn raadsman mr. J.W. Bosman, advocaat te Almelo, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 22 februari 2016 tot en met 7 december 2016 in Nederland en/of Heek (Duitsland) samen met een ander of alleen professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad en/of ter beschikking heeft gesteld aan anderen.
Voluit luidt de tenlastelegging - na een vordering aanpassing omschrijving van de tenlastelegging van 4 december 2017 - aan verdachte, dat:
Hij een aantal malen in of omstreeks de periode van
22 februari 2016 tot en met 07 december 2016, te Borne, althans in Nederland en/of te Heek, Bondsrepubliek Duitsland,
samen en in vereniging met anderen of een ander, danwel alleen, (telkens)
al dan niet opzettelijk,
een hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft opgeslagen en/of ter beschikking heeft gesteld aan één of meer ander(en),
immers heeft hij, verdachte al dan niet in samenwerking met zijn mededader(s),
al dan niet opzettelijk,
-op of omstreeks
07 december 2016te Heek, Bondsrepubliek Duitsland,
-666, althans één of meer Shells (mortierbommen), aangeduid als
-8 stuks 6”shell (150 mm) mix carton, artikelnummer S6MA, en/of
-49 stuks 5”shell (125 mm) Mix carton, artikelnummer S5MA, en/of
-5 stuks 5”shells waaronder DS05 en/of FR5028, en/of
-36 stuks shells 4” ASS B, artikelnummer FR4 Mix B en/of
-26 stuks shells 4”, artikelnummer(s) FR4041 en/of FR4148 en/of FR4156, en/of
-144 stuks 3 inch shells , artikelnummer DS03, en/of
-6 stuks 3 inch shells , artikelnummer DS03, en/of
-72 stuks 3 inch shells , artikelnummer F3MIXB, en/of
-144 stuks 3 inch shells, artikelnummer F3MIXC, en/of
-72 stuks 3 inch shells , artikelnummer F3MIXB, en/of
-30 stuks 3”shells, waaronder artikelnummer DS03 en/of 18 F3M, en/of
-27 stuks 6”Display shells, artikelnummer SNY150M1, en/of
-41 stuks 3”shells, en/of
-6 stuks kal 60 Brokat & Salut, artikelnummer Nr 650
(Bijlagendossier B-843 t/m B-848 en B-889 (pv onderzoek vuurwerk) en B-849 t/m B-888 (NFI-deskundige verklaringen),
en/of
-31, althans één of meer Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed), aangeduid als
-3 stuks DumBum , artikelnummer C665DU, en/of
-1 stuks baterie 16sh 100mm Mortar , artikelnummer C16100A, en/of
-1 stuk Bateria 300ran, artikelnummer C30025T, en/of
-2 stuks Viper , artikelnummer C1675V, en/of
-1 stuk Cake 49 Sh. 75 mm Mortar 3”MixC , artikelnummer C495C, en/of
-1 stuk Fireworks show 222 , artikelnummer C22MF/C, en/of
-3 stuks Newyork 2 min 155 sh , artikelnummer NYMC155/CB, en/of
-1 stuk Sydney 2min, 155 sh , artikelnummer NYMC154/CB, en/of
-2 stuks Moskau 2 min,155sh, artikelnummer NYM155c CB, en/of
-1 stuk London 2 min,155sh , artikelnummer NYMC155E CB, en/of
-2 stuks CB Medium Fireworkshow 160sh , artikelnummer NYC30-M1, en/of
-1 stuk CBSmallFireworkshow 150sh , artikelnummer NYC30-M1), en/of
-1 stuk 298 shots Cake, artikelnummer UT4117, en/of
-1 stuk 3”36S Bateria , artikelnummer R1336A, en/of
-6 stuks Big Cake Mix , artikelnummer US2014, en/of
-3 stuks cbtwominutescreation 242 sh , artikelnummer NMYC-242, en/of
-1 stuk 728 Sh assorted cake, artikelnummer U31299
(Bijlagendossier B-843 t/m B-848 en B-889 (pv onderzoek vuurwerk) en B-849 t/m B-888 (NFI-deskundige verklaringen),
en/of
-3, althans één of meer stuks knalvuurwerk, genaamd Spanish Cracker 5 (type Flash Bang Di Blasio)
(nagezonden NFI rapport 2014.02.03.084 Spanish cracker 5),
voorhanden gehad en/of opgeslagen,
en/of
-op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
31 mei 2016 tot en met 07 december 2016te Zwolle en/of te Borne, althans in Nederland, en/of te Heek Bondsrepubliek Duitsland twee, althans één of meer Batterij Enkelschotsbuizen (flowerbed)
aan ene
[naam 1] en/of ene [naam 2], althans (een) ander(en), ter beschikking gesteld,
(Dossier Z-48 t/m Z-64, en Bijlagendossier B-1219 t/m B1248 (COV-pv),
en/of
-op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
27 oktober 2016 tot en met 07 december 2016te Castricum en/of te Borne, althans in Nederland, en/of te Heek Bondsrepubliek Duitsland,
4, althans één of meer Shells (mortierbommen)
aan ene
[naam 3], althans een ander, ter beschikking gesteld,
(Dossier Z-65 t/m Z-89, Bijlagendossier B-91 en B-417, en nagezonden COV-pv)
en/of
-op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
01 juli 2016 tot en met 07 december 2016te Zuid-Scharwoude gemeente Langedijk en/of te Borne, althans in Nederland, en/of te Heek, Bondsrepubliek Duitsland,
1 banger genaamd Big boy en/of
2, althans één of meer banger(s) genaamd Delovar rana profi, artikelnr 93.05, en/of
8, althans één of meer stuk(s) (5 inch) shells (mortierbommen), en/of
22, althans één of meer stuks (4 inch) shells (mortierbommen),
aan ene
[naam 4] ,althans een ander, ter beschikking gesteld
(Dossier Z-90 t/m Z-115, en Bijlagendossier B-92, en nagezonden COV-pv’s en nagezonden NFI deskundige rapport 2012.07.24.053 en NFI deskundige rapport 2015.12.07.211)
en/of
-op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
8 augustus 2016 tot en met 07 december 2016te Horn, gemeente Leudal, en/of te Borne, althans in Nederland, en/of te Heek, Bondsrepubliek Duitsland,
10, althans één of meer (6 inch) shells (mortierbommen),
aan ene
[naam 5], althans een ander, ter beschikking gesteld,
(Dossier Z-116 t/m Z-170 en nagezonden COV-pv)
en/of
-op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
31 maart tot en met 7 december 2016te Zevenaar en/of te Borne, althans in Nederland, en/of te Heek, Bondsrepubliek Duitsland,
10, althans één of meer (3 inch) shells (mortierbommen)
aan ene
[naam 6], althans een ander, ter beschikking gesteld,
(Dossier Z-171 t/m Z-188 en nagezonden COV-pv)
en/of
-op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
6 april 2016 tot met 7 december 2016te Epe en/of te Borne, althans in Nederland en/of te Heek, Bondsrepubliek Duitsland,
20, althans één of meer stuk(s), Bangers (butterfly crackers), en/of één of meer stuk(s) knalvuurwerk (FP3 en/of Banger JC05 Jorge (FP3 small) en/of Funke Trueno no.4 en/of strijkers) aan ene
[naam 7] ,althans een ander, ter beschikking gesteld,
(Dossier Z-198 t/m Z-239, en nagezonden COV-pv’s en nagezonden NFI deskundige rapport 2013.12.10.014 (butterfly crackers) ,NFI deskundige rapport 2013.11.06.095 (Banger JC05 Jorge (FP3 small) en NFI deskundige rapport 2012.12.17.025 (FP3)
en/of
-op of omstreeks
07 december 2016, te Heek, Bondsrepubliek Duitsland,
40, althans één of meer Shells (mortierbommen),
aan
ene [naam 8] en/of ene [naam 9] ,althans (een) ander(en), ter beschikking gesteld,
(Dossier Z-32 t/m Z-37 en Bijlagendossier B-555 t/m B-610 (COV-pv))

3.De voorvragen

Partiële nietigheid dagvaarding
De rechtbank is van oordeel dat de dagvaarding voor wat betreft de zinsnede “binnen grondgebied van Nederland brengen” niet voldoet aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het tenlastegelegde “binnen het grondgebied van Nederland brengen” is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende feitelijk en daarmee onbegrijpelijk, nu dit bestanddeel op geen enkele wijze feitelijk nader wordt omschreven. Dit leidt er toe dat de dagvaarding ten aanzien van het tenlastegelegde “binnen het grondgebied van Nederland brengen” nietig zal worden verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding - voor het overige - geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het eerste onderdeel van de tenlastelegging (het voorhanden hebben en opslaan van vuurwerk in Heek), in vereniging, heeft gepleegd. De officier van justitie heeft haar standpunt – kort samengevat – gebaseerd op het onderzoek aan het in beslaggenomen vuurwerk door de politie, de NFI-rapporten en de door verdachte en medeverdachte [medeverdachte] (hierna: medeverdachte) afgelegde verklaringen. De officier van justitie is van oordeel dat verdachte eveneens het ter beschikking stellen van vuurwerk aan anderen, zoals vermeld op de tenlastelegging, heeft gepleegd, waarbij bij het ter beschikking stellen van vuurwerk aan [naam 1] en [naam 2] en [naam 8] en [naam 9] sprake is van medeplegen. De officier van justitie heeft haar standpunt – kort samengevat – gebaseerd op de verklaringen van [naam 8] en [naam 9] , [naam 1] en [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 6] , [naam 5] , de gegevens van de door verdachte gebruikte ING-bankrekening, de door verdachte gebruikte verzendmethode, het onderzoek aan het inbeslaggenomen vuurwerk en de NFI-rapporten.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het voorhanden hebben en opslaan van vuurwerk in Heek dat door medeverdachte is aangeschaft, te weten de shells genoemd onder de gedachtestreepjes 3 tot en met 14 en de flowerbeds genoemd onder de gedachtestreepjes 7 tot en met 17. De op de tenlastelegging vermelde Spain Crackers heeft verdachte evenmin voorhanden gehad, zodat hij ook daarvan dient te worden vrijgesproken. De raadsman heeft hiervoor aangevoerd dat verdachte en medeverdachte elk hun eigen vuurwerk kochten en dat ook gescheiden hielden in de garagebox. Van een meer of mindere mate van bewustheid bij verdachte omtrent de aanwezigheid van professioneel vuurwerk van medeverdachte en/of van medeplegen is derhalve geen sprake. De raadsman heeft voorts betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het ter beschikking stellen van vuurwerk aan [naam 1] en [naam 2] , [naam 4] , [naam 5] , [naam 6] en [naam 7] .
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Het voorhanden hebben en opslaan van vuurwerk in Heek
Op 7 december 2016 is in een garagebox in Heek een hoeveelheid vuurwerk inbeslaggenomen. Uit het onderzoek aan het vuurwerk is gebleken dat in die garagebox onder meer 666 shells, 31 flowerbeds en 3 bangers waren opgeslagen.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat een deel van dit vuurwerk voorzien was van categorie indeling F4. Dit vuurwerk moet reeds gelet op de categorie-indeling als professioneel vuurwerk worden aangemerkt. Uit de bewijsmiddelen blijkt voorts dat een gedeelte van de inbeslaggenomen shells niet was voorzien van een categorie-indeling. Deze shells hebben een kaliber van 2,5 inch of groter en zijn gelet op het NFI rapport betreffende mortierbommen geen toegestaan consumentenvuurwerk. Nu deze shells geen toegestaan consumentenvuurwerk zijn, en niet waren voorzien van een categorie-indeling, zijn deze shells eveneens aan te merken als professioneel vuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit. De inbeslaggenomen bangers waren evenmin voorzien van een categorie-indeling en zijn identiek aan bangers die eerder door het NFI zijn onderzocht en waarvan het NFI heeft geconcludeerd dat die moeten worden aangemerkt als professioneel vuurwerk. De inbeslaggenomen bangers zijn derhalve aan te merken als professioneel vuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit. De inbeslaggenomen flowerbeds, die niet waren voorzien van een categorie-indeling dan wel waren voorzien van categorie indeling F3, hebben een grotere bruto massa dan 12,5 kg en zijn gelet op het NFI rapport betreffende flowerbeds geen toegestaan consumentenvuurwerk. Nu deze flowerbeds geen toegestaan consumentenvuurwerk zijn, zijn de flowerbeds aan te merken als professioneel vuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit.
Verdachte heeft bekend dat hij geen vergunning of bewijs van vakbekwaamheid heeft om dergelijk vuurwerk in Duitsland te mogen opslaan en voorhanden te hebben. Ook in Duitsland was de opslag en het voorhanden hebben van dit vuurwerk verboden.
In vereniging voorhanden hebben en opslaan
Door de verdediging is betoogd dat verdachte en medeverdachte weliswaar beiden gebruik maakten van de garagebox, maar dat zij het door hen gekochte vuurwerk gescheiden hielden en dat verdachte derhalve enkel het door hem aangeschafte vuurwerk voorhanden heeft gehad en opgeslagen. De rechtbank stelt voorop dat het begrip voorhanden hebben een drietal factoren veronderstelt:
1. De aanwezigheid van het vuurwerk, al dan niet in de onmiddellijke nabijheid van de dader.
Daarbij geldt dat de eigendomsvraag van het vuurwerk er niet toe doet en in eerste ook niet van belang is waar het vuurwerk zich bevindt. Wel is van belang dat de dader over het vuurwerk kan beschikken; deze beschikking hoeft niet onmiddellijk te zijn;
2. Een (machts)relatie tussen de dader en het vuurwerk.
Daarbij geldt dat het enkel onder zich hebben nog niet zonder meer ‘voorhanden hebben’ oplevert, alsmede dat er een zekere relatie dient te bestaan tussen het vuurwerk en de dader in de zin dat er met betrekking tot het vuurwerk een zekere machtsuitoefening mogelijk moet zijn en dat het gaat om een zekere handelingsbevoegdheid (beschikkingsmacht), waarvan ook sprake kan zijn als men geen zeggenschap heeft over het vuurwerk, maar wel over de plaats waar het zich bevindt;
3. Bewustheid van de dader met betrekking tot de aanwezigheid van het vuurwerk.
Daarbij geldt dat bij de dader een meerdere of mindere mate van bewustheid dient te bestaan ten opzichte van het aanwezig hebben van het vuurwerk en dat een verweer, inhoudende een ontkenning van de bewustheid, onderbouwd en van een niet al te hoog sprookjesgehalte zal moeten zijn.
De rechtbank overweegt dat uit de verklaringen van verdachte en medeverdachte blijkt dat medeverdachte de garagebox in Heek huurde, maar dat de huurkosten bij helfte door verdachte en medeverdachte werden gedeeld, dat zij beiden een sleutel van de garagebox hadden, dat de garagebox door hen beiden werd gebruikt voor de opslag van (professioneel) vuurwerk en dat zij wisten dat er ook (professioneel) vuurwerk lag dat door de ander was aangeschaft. Uit de verklaringen blijkt bovendien dat verdachte een aantal keren naar Tsjechië is gereden om vuurwerk voor zowel hemzelf als voor medeverdachte op te halen, dat zij de brandstofkosten daarvoor deelden, dat verdachte en medeverdachte vervolgens soms samen de lading in Heek uitpakten, dat verdachte een aantal malen een leverancier, genaamd [naam 11], namens verdachte heeft betaald en dat verdachte af en toe vuurwerk dat door medeverdachte was aangeschaft heeft verkocht, nadat tussen verdachte en medeverdachte overleg over de verkoopprijs had plaatsgevonden en er afspraken waren gemaakt over de verdeling van de winst. De rechtbank komt gelet hierop tot het oordeel dat verdachte en medeverdachte zich bewust waren van de aanwezigheid van
alhet op de tenlastelegging genoemde vuurwerk in de garagebox en dat zij daar ook beiden feitelijk over konden beschikken en een zekere machtsrelatie daarover uitoefenden. Naar het oordeel van de rechtbank was er gelet op voornoemde feiten en omstandigheden bovendien sprake van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en medeverdachte in de zin van medeplegen. Verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank derhalve al het op de tenlastelegging genoemde vuurwerk in vereniging voorhanden gehad en opgeslagen.
4.3.2
Het ter beschikking stellen van vuurwerk aan [naam 1] en [naam 2]
De rechtbank is van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van dit onderdeel van de tenlastelegging. Uit de verklaring van [naam 1] blijkt weliswaar dat hij vuurwerk van verdachte en medeverdachte heeft gekocht, maar een kennisgeving van inbeslagneming ontbreekt in het aan de rechtbank overgelegde dossier, zodat de rechtbank niet tot de conclusie kan komen dat onder [naam 1] cakeboxen in beslag zijn genomen en dat deze cakeboxen als (de op de tenlastelegging genoemde) flowerbeds en professioneel vuurwerk moeten worden aangemerkt. Ook ten aanzien van het ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk aan [naam 2] is de rechtbank van oordeel dat verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
4.3.3
Het ter beschikking stellen van vuurwerk aan [naam 3]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van dit onderdeel van de tenlastelegging op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit onderdeel heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak voor dit onderdeel is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [1] .
  • Het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 december 2017, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte, als bedoeld in artikel 359, derde lid laatste volzin Sv;
  • De kennisgeving van inbeslagneming van 23 december 2016, pagina Z-86;
  • Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 6 februari 2017, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , bijlage 2.
4.3.5
Het ter beschikking stellen van vuurwerk aan [naam 4]
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte dit onderdeel van de tenlastelegging heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende. Uit de verklaring van [naam 4] blijkt dat hij via de website vuurwerk-fanaten.net 1 banger genaamd Big Boy, 2 bangers genaamd Delovar rana, 8 (5 inch) shells en 22 (4 inch) shells heeft gekocht. Voornoemd vuurwerk is in beslaggenomen onder [naam 4] en gelet op het proces-verbaal van onderzoek aan het inbeslaggenomen vuurwerk in combinatie met de NFI-rapporten komt de rechtbank tot de conclusie dat dit vuurwerk als professioneel vuurwerk moet worden aangemerkt. [naam 4] heeft verklaard dat hij de betaling voor het vuurwerk heeft overgemaakt op een rekening ten name van [naam 10] en dat het vuurwerk per post werd verzonden. Gelet op de verklaring van verdachte dat hij de bankrekening van [naam 10] gebruikte voor transacties van vuurwerk, dat hij adverteerde op de website vuurwerk-fanaten.net en de bestellingen per post verzond en de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] dat hij de bankrekening van [naam 10] niet gebruikte voor transacties, komt de rechtbank tot de conclusie dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte dit vuurwerk aan [naam 4] ter beschikking heeft gesteld.
4.3.6
Het ter beschikking stellen van vuurwerk aan [naam 5]
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte dit onderdeel van de tenlastelegging heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende. Uit de verklaring van [naam 5] blijkt dat hij via een website 10 (6 inch) shells heeft gekocht. Deze shells zijn inbeslaggenomen en gelet op het proces-verbaal van onderzoek aan het inbeslaggenomen vuurwerk in combinatie met het NFI-rapport betreffende mortierbommen komt de rechtbank tot de conclusie dat dit vuurwerk moet worden aangemerkt als professioneel vuurwerk. [naam 5] heeft verklaard dat hij de betaling voor het vuurwerk heeft overgemaakt naar een bankrekening op naam van [naam 10] en dat het vuurwerk per post, verpakt in cadeaupapier, is verzonden. Gelet op de verklaring van verdachte dat hij de bankrekening van [naam 10] gebruikte voor transacties van vuurwerk, dat hij de bestellingen per post verzond en inpakte in cadeaupapier en de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] dat hij de bankrekening van [naam 10] niet gebruikte voor transacties, komt de rechtbank tot de conclusie dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte dit vuurwerk aan [naam 4] ter beschikking heeft gesteld.
4.3.7
Het ter beschikking stellen van vuurwerk aan [naam 6]
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte dit onderdeel van de tenlastelegging heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende. Uit de verklaring van [naam 6] blijkt dat hij via een website 10 (3 inch) shells heeft gekocht. Deze shells zijn inbeslaggenomen en gelet op het proces-verbaal van onderzoek aan het inbeslaggenomen vuurwerk in combinatie met het NFI-rapport betreffende mortierbommen komt de rechtbank tot de conclusie dat dit vuurwerk moet worden aangemerkt als professioneel vuurwerk. [naam 6] heeft verklaard dat hij de betaling voor het vuurwerk heeft overgemaakt naar een bankrekening op naam van [naam 10] , dat de contactpersoon op het forum ‘Le Baron of La Baron’ heette en dat het vuurwerk per post, verpakt in kerst inpakpapier, is verzonden. Gelet op de verklaring van verdachte dat hij de bankrekening van [naam 10] gebruikte voor transacties van vuurwerk, dat hij de bestellingen per post verzond en inpakte in cadeaupapier, dat hij op internet de naam ‘La Baron’ gebruikte en de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] dat hij de bankrekening van [naam 10] niet gebruikte voor transacties, komt de rechtbank tot de conclusie dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte dit vuurwerk aan [naam 6] ter beschikking heeft gesteld.
4.3.8
Het ter beschikking stellen van vuurwerk aan [naam 7]
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte dit onderdeel van de tenlastelegging heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende. Uit de verklaring van [naam 7] blijkt dat hij via een website vuurwerk heeft verkocht, waaronder nitraten, vlinders en strijkers. Dit vuurwerk is in inbeslaggenomen. Uit het proces-verbaal van onderzoek aan het inbeslaggenomen vuurwerk blijkt dat het gaat om bangers, te weten butterfly crackers (20 stuks), FP3, Jorge JC05 FP3 small en Funke trueno no 4. Gelet op het proces-verbaal van onderzoek aan het inbeslaggenomen vuurwerk in combinatie met de NFI-rapporten komt de rechtbank tot de conclusie dat dit vuurwerk moet worden aangemerkt als professioneel vuurwerk. Uit de gegevens van de ING-bankrekening ten name van [naam 10] blijkt dat [naam 7] op deze rekening voor het vuurwerk heeft betaald. [naam 7] heeft verklaard dat het vuurwerk per post naar hem is verzonden. Gelet op de verklaring van verdachte dat hij de bankrekening van [naam 10] gebruikte voor transacties van vuurwerk, dat hij de bestellingen per post verzond en de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] dat hij de bankrekening van [naam 10] niet gebruikte voor transacties, komt de rechtbank tot de conclusie dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte dit vuurwerk aan [naam 7] ter beschikking heeft gesteld.
4.3.9
Het ter beschikking stellen van vuurwerk aan [naam 8] en [naam 9]
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte in vereniging met medeverdachte professioneel vuurwerk, te weten 40 shells (mortierbommen), aan [naam 8] en [naam 9] ter beschikking heeft gesteld. De rechtbank overweegt daartoe dat medeverdachte heeft bekend dat hij vuurwerk dat door verdachte was aangeschaft aan [naam 8] en [naam 9] heeft verkocht. Naar het oordeel van de rechtbank is er sprake van medeplegen aangezien blijkens zowel de verklaring van verdachte als de verklaring van medeverdachte het aan [naam 8] en [naam 9] verkochte vuurwerk was ingekocht door verdachte en verdachte en medeverdachte overleg hebben gehad over de te hanteren verkoopprijs en de verdeling van de winst. Naar het oordeel van de rechtbank is gelet hierop sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking in de zin van medeplegen. De rechtbank overweegt voorts dat uit het onderzoek aan het onder [naam 8] en [naam 9] inbeslaggenomen vuurwerk blijkt dat het (onder meer) 40 shells (mortierbommen) betrof. De shells hebben een kaliber van 6 inch en zijn gelet op het NFI rapport betreffende mortierbommen geen toegestaan consumentenvuurwerk. Nu deze shells geen toegestaan consumentenvuurwerk zijn, en niet waren voorzien van een categorie-indeling, zijn deze shells aan te merken als professioneel vuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
hij in de periode van
22 februari 2016 tot en met 7 december 2016, in Nederland en/of te Heek, Bondsrepubliek Duitsland,
samen en in vereniging met een ander, dan wel alleen, (telkens)
opzettelijk,
een hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, voorhanden heeft gehad en/of heeft opgeslagen en/of ter beschikking heeft gesteld aan anderen,
immers heeft hij, verdachte opzettelijk,
-op
7 december 2016te Heek, Bondsrepubliek Duitsland,
tezamen en in vereniging met een ander
-666 Shells (mortierbommen), aangeduid als
-8 stuks 6”shell (150 mm) mix carton, artikelnummer S6MA, en
-49 stuks 5”shell (125 mm) Mix carton, artikelnummer S5MA, en
-5 stuks 5”shells waaronder DS05 en/of FR5028, en
-36 stuks shells 4” ASS B, artikelnummer FR4 Mix B en
-26 stuks shells 4”, artikelnummer(s) FR4041 en/of FR4148 en/of FR4156, en
-144 stuks 3 inch shells, artikelnummer DS03, en
-6 stuks 3 inch shells, artikelnummer DS03, en
-72 stuks 3 inch shells, artikelnummer F3MIXB, en
-144 stuks 3 inch shells, artikelnummer F3MIXC, en
-72 stuks 3 inch shells, artikelnummer F3MIXB, en
-30 stuks 3”shells, waaronder artikelnummer DS03 en/of 18 F3M, en
-27 stuks 6”Display shells, artikelnummer SNY150M1, en
-41 stuks 3”shells, en
-6 stuks Kal 60 Brokat & Salut, artikelnummer Nr 650
en
-31 Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed), aangeduid als
-3 stuks DumBum, artikelnummer C665DU, en
-1 stuks baterie 16sh 100mm Mortar, artikelnummer C16100A, en
-1 stuk Bateria 300ran, artikelnummer C30025T, en
-2 stuks Viper, artikelnummer C1675V, en
-1 stuk Cake 49 Sh. 75 mm Mortar 3”MixC, artikelnummer C495C, en
-1 stuk Fireworks show 222, artikelnummer C22MF/C, en
-3 stuks NEWYORK_2min 155 sh, artikelnummer NYMC155/CB, en
-1 stuk SYDNEY_2min, 155 sh, artikelnummer NYMC154/CB, en
-2 stuks MOSKAU_2 min,155sh, artikelnummer NYM155c CB, en
-1 stuk LONDON_2 min,155sh, artikelnummer NYMC155E CB, en
-2 stuks CBMedium Fireworkshow 160sh, artikelnummer NYC30-M1, en
-1 stuk CBSmallFireworkshow 150sh, artikelnummer NYC30-M1, en
-1 stuk 298 shots Cake, artikelnummer UT4117, en
-1 stuk 3”36S Bateria, artikelnummer R1336A, en
-6 stuks Big Cake Mix, artikelnummer US2014, en
-3 stuks cbtwominutescreation 242 sh, artikelnummer NMYC-242, en
-1 stuk 728 Sh assorted cake, artikelnummer U31299,
en
-3 stuks knalvuurwerk, genaamd Spain Cracker 5 en/of type Flash Bang Di Blasio,
voorhanden gehad en opgeslagen,
en
-in de periode van
27 oktober 2016 tot en met 7 december 2016in Nederland,
alleen,
4 Shells (mortierbommen)
aan ene
[naam 3], ter beschikking gesteld,
en
- in de periode van
1 juli 2016 tot en met 7 december 2016in Nederland,
alleen,
1. banger genaamd Big boy en
2 bangers genaamd Delovar rana profi, artikelnr 93.05, en
8 stuk(s) (5 inch) shells (mortierbommen), en
22 stuks (4 inch) shells (mortierbommen),
aan ene
[naam 4] ,ter beschikking gesteld,
en
- in de periode van
8 augustus 2016 tot en met 7 december 2016in Nederland,
alleen,
10 (6 inch) shells (mortierbommen),
aan ene
[naam 5], ter beschikking gesteld,
en
-in de periode van
31 maart tot en met 7 december 2016in Nederland,
alleen,
10 (3 inch) shells (mortierbommen),
aan ene
[naam 6], ter beschikking gesteld,,
en
-in de periode van
6 april 2016 tot met 7 december 2016in Nederland,
alleen,
20 Bangers (butterfly crackers), en één of meer stuk(s) knalvuurwerk (FP3 en Banger JC05 Jorge (FP3 small) en Funke Trueno no.4 en/of strijkers) aan ene
[naam 7] ,ter beschikking gesteld,
en
-op of omstreeks
7 december 2016, te Heek, Bondsrepubliek Duitsland,
tezamen en in vereniging met een ander,
40 Shells (mortierbommen),
aan
ene [naam 8] en [naam 9] ,ter beschikking gesteld.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer en artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer juncto artikel 1.2.2 Vuurwerkbesluit, opzettelijk begaan.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van vierentwintig maanden en een geldboete van € 6.225,36. De officier van justitie heeft bij haar eis meegewogen dat het een zeer grote hoeveelheid professioneel vuurwerk betrof die bestemd was voor de handel en door verdachte zonder enige beschermingsmaatregel is opgeslagen in een garagebox. Daarnaast vindt de officier van justitie het ernstig dat verdachte het professionele vuurwerk via PostNL heeft verzonden, zonder de mensen van PostNL te informeren over de inhoud van de pakketten. De officier van justitie heeft voorts in belangrijke mate meegewogen dat verdachte justitiële documentatie heeft op het gebied van vuurwerk. Verdachte is onder meer in januari 2016 nog veroordeeld wegens overtreding van het Vuurwerkbesluit.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht om, indien zij tot een bewezenverklaring komt, bij de strafoplegging rekening te houden met de omstandigheid dat bij verdachte sprake is van ernstige oorlogstrauma’s, waaronder PTSS. Verdachte wordt hiervoor inmiddels behandeld en een eventuele gevangenisstraf zou de behandeling van verdachte doorkruisen. Daarnaast werd door de raadsman verzocht om rekening te houden met het feit dat verdachte openheid van zaken heeft gegeven.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een zeer grote hoeveelheid professioneel vuurwerk zonder over gespecialiseerde kennis en de vereiste vergunningen te beschikken. Het vuurwerk was in een garagebox in Duitsland opgeslagen. Er waren door verdachte niet de voorzieningen getroffen die noodzakelijk zijn voor de opslag van dergelijke gevaarlijke goederen. De risico’s die dat met zich brengt zijn algemeen bekend. Verdachte heeft zich van dit gevaarzettend karakter geen enkele rekenschap gegeven. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan. Verdachte heeft ook illegaal professioneel vuurwerk aan derden ter beschikking gesteld. De achteloosheid waarmee verdachte het zeer zware illegale vuurwerk per post verzond en daarmee de medewerkers van de postbedrijven in gevaar heeft gebracht, acht de rechtbank zeer kwalijk.
Uit een uittreksel uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat hij reeds tweemaal eerder is veroordeeld wegens overtreding van het Vuurwerkbesluit. Verdachte heeft het onderhavige feit gepleegd terwijl de proeftijd van een veroordeling door de economische politierechter in de rechtbank Overijssel van 28 januari 2016 ter zake van overtreding van het Vuurwerkbesluit nog liep.
Uit het door Tactus opgemaakte reclasseringsadvies van 29 november 2017 blijkt dat verdachte kampt met ernstige oorlogstrauma’s, als gevolg waarvan hij lijdt aan PTSS. Er blijkt evenwel dat er geen relatie bestaat tussen de psychiatrische problematiek van verdachte en de handel in vuurwerk. De reclassering heeft geconcludeerd dat verdachte gelet op zijn lichamelijke en psychische klachten niet in staat is om een werkstraf te voldoen. De reclassering heeft voorts geconcludeerd dat verdachte niet bereid is om mee te werken aan verplicht reclasseringscontact en/of -toezicht en adviseert derhalve om de strafzaak af te doen zonder de inzet van reclasseringsinterventies.
De rechtbank is van oordeel dat reeds gelet op de zeer grote hoeveelheid professioneel vuurwerk en de aard en de ernst van het feit niet kan worden volstaan met een andere straf dan een gevangenisstraf. Gelet op de justitiële documentatie van verdachte en de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden passend en geboden. Voor het opleggen van een geldboete, zoals door de officier van justitie gevorderd, ziet de rechtbank geen aanleiding.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomen geldbedrag van € 1.040,00 moet worden verbeurdverklaard, omdat dit door middel van het strafbare feit is verkregen.

8.De vordering tenuitvoerlegging

De officier van justitie heeft gevorderd dat de op 28 januari 2016 door de politierechter in de rechtbank Overijssel onder parketnummer 08/994515-15 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van drie maanden ten uitvoer wordt gelegd.
De raadsman heeft primair om afwijzing van de vordering verzocht en subsidiair om verlenging van de proeftijd.
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de officier van justitie moet worden toegewezen, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan het plegen van een nieuw strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op 27, 33, 33a en 91 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
partiële nietigheid dagvaarding
- verklaart de dagvaarding ten aanzien van het tenlastegelegde onderdeel ‘binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht’ nietig;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer juncto artikel 1.2.2 Vuurwerkbesluit, opzettelijk begaan.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen geldbedrag van € 1.040,00;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
- gelast de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel van 28 januari 2016 met parketnummer 08/994515-15 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Stam, voorzitter, mr. S.K. Huisman en mr. A. Skerka, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Wilmink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 december 2017.
Buiten staat
Mr. Stam is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, genaamd Poolvos met onderzoeksnummer ONRBA 16010 en proces-verbaalnummer POO-386. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van bevindingen van 18 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 2] , inclusief de bijlage ‘overzicht in beslag genomen vuurwerk te Heek’, pagina’s B-843 en B-889, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Op 21 december 2016 heb ik in Duitsland te Reken de partij vuurwerk die in de nacht van 7 op 8 december 2016 te Heek (Duitsland) in beslag is genomen, als materiedeskundige en in samenwerking met [politieambtenaar] , Kriminalhauptkommissar, Kriminalkommissariat 11, Polizei te Borken, Duitsland, op uiterlijke kenmerken onderzocht. Gegevens van de onderzochte artikelen zijn opgenomen in een excelbestand, die als bijlage Excel overzicht in beslag genomen vuurwerk Heek te Duitsland is gevoegd bij dit proces-verbaal.
2. Deskundigenverklaring Mortieren en mortierbommen van het Nederlands Forensisch Instituut van 24 maart 2010, opgemaakt en ondertekend door ing. H. Woortmeijer, pagina’s B-868 en B-873, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Mortierbommen voldoen aan de definitie van vuurwerk uit artikel 1.1.1 lid 1 van het Vuurwerkbesluit. Toegestaan consumentenvuurwerk moet krachtens artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit voldoen aan nader te stellen eisen. Deze eisen zijn beschreven in de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 (RNEV 2004). Artikel 9 lid 1 stelt dat consumentenvuurwerk moet voldoen aan de in bijlage III per categorie gestelde eisen qua lading, constructie en eigenschappen.
Mortierbommen als zelfstandig artikel met:
- Een kaliber kleiner dan 3 inch en een massa van meer dan 7,1 gram voldoen hoogstwaarschijnlijk niet,
- Een kaliber van 3 inch en groter voldoen vrijwel zeker niet aan artikel 9 lid 1 van de RNEV 2004.
3. Bijlage deskundigenverklaring overgangsregeling Vuurwerkbesluit van het Nederlands Forensisch Instituut van 16 november 2010, opgemaakt en ondertekend door ing. H. Woortmeijer, pagina B-887, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Mortierbommen betreffen zogenaamde ‘shells’. Dit type vuurwerk komt niet voor in de normen (15947- 1 t/m 5) die zijn opgesteld met betrekking tot categorie 1, 2 of 3 vuurwerk. Derhalve betreffen mortierbommen (shells) volgens artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit, professioneel vuurwerk. Shells komen ook niet voor op de lijst met door Onze Minister aangewezen consumentenvuurwerk (bijlage 1 van de RACT). Het betreft hier per definitie professioneel vuurwerk.
4. Deskundigenverklaring Flowerbeds van het Nederlands Forensisch Instituut van 24 oktober 2008, opgemaakt en ondertekend door dr. M. Koeberg, pagina B-852, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In artikel 9, eerste lid van de RNEV 2004 staat dat consumentenvuurwerk moet voldoen aan de in bijlage III van de RNEV 2004 gestelde eisen. Flowerbeds vallen onder categorie C2 van de gewijzigde bijlage III van de RNEV 2004. Het criterium voor de totale lading van vuurwerk uit deze categorie is 500 gram. Uit onderzoek is gebleken dat de pyrotechnische lading van een flowerbed circa 5 - 20 % van de bruto massa uitmaakt. Uitgaande van het percentage van 5 % met een veiligheidsmarge van 2,5 kg mag worden verwacht dat flowerbeds met een bruto massa van 12,5 kg of meer niet aan het criterium van 500 mg voor de totale pyrotechnische lading voldoen.
5. Het rapport explosievenonderzoek vanwege het voorhanden hebben van betwist vuurwerk in Bingelrade van het NFI van 7 maart 2014, opgemaakt en ondertekend door ing. H. Woortmeijer, pagina’s 9 en 18, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Het onderzoeksmateriaal (monster 3) betrof drie uiterlijk gelijkende cilindrische voorwerpen voorzien van een etiket met opdrukken. Op het etiket werden onder andere de opdrukken ‘Spanish Cracker 5’, ‘peso netto gr. 18’ peso lordo gr. 37,15’ Produzione 2013’ aangetroffen.
Onderzoeksmaterialen (monsters 1 tot en met 4) zijn pyrotechnische artikelen. Onder de aanname dat ze bedoeld zijn ter vermaak kunnen ze worden getypeerd als vuurwerk en meer specifiek als knalvuurwerk met flitspoeder (‘flash banger’). Onderzoeksmaterialen (monsters 1 tot en met 4 en monster 6) kunnen zowel vanwege artikel 1.1.1 eerste lid als vanwege artikel 1.1.1 derde lid van het Vuurwerkbesluit worden aangemerkt als professioneel vuurwerk.
6. De aanvullende fotobijlage bij het proces-verbaal van bevindingen van 18 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 2] , voor zover van belang.
7. Het proces-verbaal van bevindingen van 18 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 2] , pagina’s B-846 en B-847, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven als verklaring van de verbalisant:
De indeling van vuurwerk ingevolge het Duitse Sprengstoffgesetz en Erste Verordnung zum Sprengstoffgesetz is redelijk vergelijkbaar met de Nederlandse indeling. In de Erste Verordnung zum Sprengstoffgesetz staat vermeld welk vuurwerk is toegestaan. Voor handelingen met ander vuurwerk dan vuurwerk van de Europese categorie F1 en F2 is een Erlaubnis (paragraaf 7 of 27 Sprengstoffgezetz) of Befähigungsschein (paragraaf 20 Sprengstoffgezetz) verplicht. Onder handelingen vallen onder meer het bewaren, overbrengen, gebruiken en/of het verhandelen of ter beschikking stellen aan anderen. Het ter beschikking stellen van vuurwerk categorie F3 en F4 mag alleen aan personen die over een Erlaubnis of Befähigungsschein beschikken.
De in Heek in beslag genomen partij vuurwerk bestond voor een belangrijk deel uit vuurwerk van de categorie F4 en F3. Voor zover de bepalingen van het Duitse Sprengstoffgezetz aldaar niet waren gerespecteerd zijn de strafbepalingen van paragraaf 40 van het Sprengstoffgezetz van toepassing, bijvoorbeeld indien de opslag van het vuurwerk zonder vergunning plaatsvond en/of het vuurwerk voorhanden was zonder Erlaubnis en/of Befähigungsschein.
8. Het proces-verbaal van bevindingen van 25 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door verbalisant F. de Vries, pagina’s B-908 en B-909, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisant:
Door mij is nagegaan in hoeverre verdachten:
- [verdachte] , geboren [geboortedatum 1] 1980 te [geboorteplaats 1] , en/of
- [medeverdachte] , geboren [geboortedatum 2] 1985 te [geboorteplaats 2] ,
zijn aan te merken als personen met gespecialiseerde kennis als bedoeld in artikel 3 lid 6 van de Europese richtlijn 2013/29/EU. Door mij is het register op 25 januari 2017 geraadpleegd. Verdachte [verdachte] noch verdachte [medeverdachte] komen voor in dit register en zijn op basis daarvan geen van beiden aan te merken als een persoon met gespecialiseerde kennis.
9. Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 24 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten A.G.J. Wissink en [verbalisant 3] , pagina P-217, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
V: Ben jij een officiële beziger van vuurwerk in Nederland?
A: nee, dat ben ik niet.
V: Ben je dat in Duitsland?
A: Nee.
V: Bezit jij in Nederland of Duitsland over vergunningen om professioneel vuurwerk op te slaan?
A: Nee.
10. Het proces-verbaal van verhoor [naam 4] van 27 december 2016, pagina Z-98, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
V: Ik toon u een kopie van de transactie waarop een naam en bankrekeningnummer staan vermeld. Hierop is te zien dat er geld vanaf uw rekening is overgemaakt aan een bankrekening ten name van [naam 10] . Wat is uw reactie hierop?
A: Ja, dat klopt.
V: Hoe bent u aan de site waar jet vuurwerk op te koop werd aangeboden gekomen?
A: via internet. Via de site ‘vuurwerk-fanaten.net’.
A: Een deel van wat u heeft aangetroffen bij mij thuis, komt bij [naam 10] vandaan. Dat zijn: de Big boy profi 100 gram 1x, Delonarana profi 2 stuks, de 5 inch shells 8 stuks, de 4 inch shells 22 stuks.
V: Hoe zou de overdracht plaatsvinden?
A: Via de post.
V: Naar welke bankrekening hebt u het bedrag moeten overmaken en ten name wie was dat?
A: T.n.v. [naam 10] .
V: Welke omschrijving moest u erbij vermelden?
A: Het woord ‘overboeking’.
11. Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 11 december 2016, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , pagina P-111, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
V: Via welke sites adverteerde u voor vuurwerk op internet?
A: Dat waren er twee: vuurwerkhandel.net en vuurwerkfanaten.net.
12. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 december 2017, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik had de beschikking over die ING-rekening van [naam 10] . Die werd gebruikt voor transacties van vuurwerk. Ik verstuurde het vuurwerk gewoon via de post. Ik verpakte het met cadeaupapier of kerstpapier. Het klopt dat ik op internet de namen Le Baron en Omnia gebruikte.
13. Het proces-verbaal van relaas van 18 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 5] , pagina Z-95, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Door collega [verbalisant 6] is het in beslag genomen vuurwerk onderzocht. Kort samengevat bestond het vuurwerk uit:
24,5 kg Lijst II vuurwerk;
1 Chinese rol a 14 kg Lijst II;
29 shells Lijst III;
2 stuks batterij Enkelschotsbuizen/Flowerbeds Lijst III;
3 stuks knalvuurwerk Lijst III.
14. Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 10 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 6] , bijlage 2, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven als verklaring van de verbalisant:
Het vuurwerk is door mij onderzocht. Ik zag dat dit vuurwerk was van de soort Shell (mortierbommen). Ik zag dat de shell niet was bevestigd in een lanceerbuis. Ik heb het aantal stuks geteld. Ik zag er dat 4 verschillende shells waren. Per shell heb ik deze onderzocht. Mijn bevindingen:
Producent: Klasek, artikel nr: S4MB, aantal stuks: 18, categorie indeling: F4.
Producent: Klasek, artikel nr: S5MB, aantal stuks: 6, categorie indeling: F4.
Producent: Zink, artikel nr: 605, aantal stuks: 1, categorie indeling: Klasse IV dit is gelijk aan F4.
Producent: Zink, artikel nr: 615, aantal stuks: 4, categorie indeling: Klasse IV dit is gelijk aan F4.
Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk was voorzien van de categorie indeling F.4.
Op basis van mij bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk.
15. Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 10 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 6] , bijlage 3, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven als verklaring van de verbalisant:
Het vuurwerk is door mij onderzocht. Ik heb het aantal stuks geteld. Mijn bevindingen:
Producent: Moravia Pyro, artikel nr: 93.05, naam: Delova Rana Profi, aantal stuks: 2, CE-markering: geen.
Producent: Profi Canon shot, naam: Big Boy, aantal stuks: 1, CE-markering: geen.
Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling.
Op basis van mij bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2 lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
16. Het rapport explosievenonderzoek naar aanleiding van het aantreffen van betwist vuurwerk van het NFI van 29 februari 2016, opgemaakt en ondertekend door ing. E.M. Kok, pagina’s 4 en 11, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Referentie aanvrager: AAIY4326NL
Omschrijving aanvrager: Delovar rana profi 2 stuks.
Op grond van de onderzoeksresultaten wordt het volgende geconcludeerd:
De onderzochte cilinders van onderzoeksmateriaal betreffen pyrotechnische artikelen. Onderzoeksmateriaal AAIY4326NL is op basis van het Vuurwerkbesluit artikel 5.3.5 tweede lid, aan te duiden als professioneel vuurwerk.
17. Het rapport explosievenonderzoek naar aanleiding van het aantreffen van betwist vuurwerk van het NFI van 7 augustus 2012, opgemaakt en ondertekend door dr. M. Koeberg, pagina’s 4 en 8, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Omschrijving aanvrager: Profi Canon Shot Big Boy.
Gezien de samenstelling, opbouw en verwachte werking betreft onderzoekmateriaal (1) vuurwerk dat niet voldoet aan de eisen zoals die gesteld worden aan consumentenvuurwerk in de RNEV 2004. Om die reden is de overgangsregeling zoals vermeld in artikel 5.3.5 lid 5 van het Vuurwerkbesluit niet van toepassing. Onder het ‘nieuwe’ Vuurwerkbesluit is het onderzoeksmateriaal gezien de samenstelling, opbouw en verwachte werking in te delen in de categorie ‘flash bangers’. Aangezien flash bangers een categorie vuurwerk is die door de minister niet is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik en dus niet in de RACT worden genoemd, is het onderzoeksmateriaal professioneel vuurwerk zoals omschreven in het ‘nieuwe’ Vuurwerkbesluit artikel 1.1.1 lid 1.
18. Het proces-verbaal van verhoor [naam 5] van 28 december 2016, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 7] en [verbalisant 8] , pagina’s Z-150 en Z-151, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
V: Ik toon u een kopie van de transactie waarop een naam en bankrekeningnummer staand vermeld. Hierop is te zien dat er geld vanaf uw rekening is overgemaakt aan een bankrekening ten name van [naam 10] . Hoe is uw reactie daarop?
A: Ja ik herken dit afschrift. Dit is daadwerkelijk mijn bestelling.
V: Hoe is de koop van het vuurwerk tot stand gekomen?
A: Dit is gegaan via een website.
V: Wat voor vuurwerk hebt u gekocht?
A: 10 maal 6 inch sierballen.
V: Hoe hebt u het vuurwerk betaald?
A: Via mijn bankrekening die op mijn naam staat.
V: Hoe zou de overdracht plaatsvinden?
A: Dit ging middels verzending via de post. Het zat verpakt in een kartonnen doos, ingepakt met cadeaupapier.
19. Kennisgeving van inbeslagneming van 28 december 2016, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Beslagene: [naam 5]
Goednummer: PL2300-2016232063-886466
Object: vuurwerk
Aantal/eenheid: 185 kg bruto.
20. Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 20 februari 2017, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 9] , bijlage 1, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Ik zag dat dit vuurwerk was van de soort Shell (mortierbommen).
Ik heb het aantal stuks geteld. Mijn bevindingen:
Aantal stuks: 10, afmeting 150 mm, diameter: 6 inch.
Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling.
Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk.
21. Het proces-verbaal van verhoor [naam 6] van 29 december 2016, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 10] , pagina Z-177 en Z-178, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
V: Ik toon u een kopie van de transactie waarop een naam en bankrekeningnummer staand vermeld. Hierop is te zien dat er geld vanaf uw rekening is overgemaakt aan een bankrekening ten name van [naam 10] . Hoe is uw reactie daarop?
A: Ja dat klopt wel. Toen ik het vuurwerk bestelde kreeg ik te horen dat ik bij de omschrijving VORTEX8 moest noteren.
V: Hoe is de koop van het vuurwerk tot stand gekomen?
A: Ik ben via een vuurwerkforum bij hem gekomen.
V: wat voor vuurwerk had u gekocht?
A: Ik heb daar 10 shells van 3 inch besteld.
V: Van wie hebt u vuurwerk gekocht?
A: Die persoon die op het formulier staat welke u mij liet zien. Ik dacht dat zijn naam op het Forum ‘La Baron’ of ‘Le Baron’ is.
V: Hoe zou de overdracht plaatsvinden?
A: Via de post.
V: Hoe zag het vuurwerkpakket eruit?
A: Een lange doos met kerstpakket inpakpapier met een strikje eromheen.
22. Kennisgeving van inbeslagneming van 29 december 2016, pagina Z-182, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Beslagene: [naam 6] .
Goednummer: PL0600-2016357156-1331359
Object: vuurwerk
Aantal: 10 stuks
Merk/type: 3 inch Shells
23. Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 14 maart 2017, opgemaakt door [verbalisant 11] , bijlage 1, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Ik zag dat dit vuurwerk was van de soort Shell (mortierbommen).
Ik zag dat de shell niet was bevestigd in een lanceerbuis.
Ik heb het aantal stuks geteld.
Mijn bevindingen:
10 stuks, diameter: 3 inch.
Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie indeling.
Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2 lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
24. Het proces-verbaal ontvangst gegevens ING bank van 8 november 2016, inclusief bijlagen, pagina’s B-91 en B-93, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Op grond van een vordering 126nd van het Wetboek van Strafvordering werden van de ING bank de volgende gegevens verkregen van rekeningnummer [rekeningnummer 1] op naam van [naam 10] .
BIJ
Boekdatum
Omschrijving
Tegenrekening
nummer
Naam tegenrekening
€ 540,00
12-8-2016
[rekeningnummer 2] Naam: [naam 7] Omschrijving: Spare parts drone avex4
[rekeningnummer 2]
[naam 7]
€ 165,00
6-4-2016
[rekeningnummer 4]
Naam: [naam 7]
Omschrijving: Vortex onderdelen part 9
[rekeningnummer 4]
[naam 7]
25. Het proces-verbaal van verhoor [naam 7] van 15 december 2016, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 12] , pagina’s Z-225 tot en met Z-227, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
V: Hoe is de aankoop kort samengevat gedaan?
A: Ik heb het besteld via die site realpyros.com bij iemand die daar op de site mee adverteerde.
V: Hoe is het vuurwerk aan jou geleverd?
A: Dat was per post of bezorgdienst.
V: Hoe is er betaald en op welk rekening nr, bank en van wie is dat rekeningnummer?
A: de eerste keer per bank via het rekeningnummer van mijn vader en de tweede keer via het rekeningnummer van mezelf.
V: Hoeveel vuurwerk hebt u gekocht en van welk soort?
A: Het was van de soorten nitraten, vlinders en strijkers totaal ongeveer 20 kilo.
V: Wat kun je zeggen over het betalingskenmerk of omschrijving ‘Vortex onderdelen Part 9’ dat genoemd staat op dat afschrift?
A: Dat heb ik toen vermeld zodat mijn vader niet zag dat het om de betaling van vuurwerk ging.
V: Wat kun je zeggen over het betalingskenmerk of omschrijving ‘Spare parts drone avex4’ dat genoemd staat op dat afschrift?
A: Dat was volgens mij in opdracht van de verkoper van dat vuurwerk.
26. Kennisgeving van inbeslagneming van 14 december 2016, pagina Z-203, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Goednummer: PL0600-2016608626-1319149
Object: vuurwerk
Inhoud: diverse soorten knalvuurwerk
27. Kennisgeving van inbeslagneming van 15 december 2016, pagina Z-207, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Goednummer: PL0600-2016608626-1319149
Object: vuurwerk
Inhoud: diverse soorten knalvuurwerk.
28. Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 5 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 13] , bijlage 1, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Ik zag dat dit vuurwerk was van het soort knalvuurwerk (bangers)
Ik heb het aantal stuks geteld.
Mijn bevindingen:
Naam: Butterfly Crackers, afmeting: 90 mm, diameter: 30 mm, aantal stuks: 20.
Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie indeling.
Knalvuurwerk van hetzelfde merk, naam, type en/of artikelnummer, met gelijke uiterlijke kenmerken als door mij onderzocht, is onderzocht door het NFI. Uit dit onderzoek is gebleken dat dit knalvuurwerk niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of de Regeling Aanwijzing Consumenten- en Theatervuurwerk.
Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2 lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
29. Het rapport Explosievenonderzoek vanwege het voorhanden hebben van betwist vuurwerk in Eindhoven van het NFI van 9 januari 2014, opgemaakt en ondertekend door ing. E.M. Kok, pagina’s 4 en 15, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Kenmerk COV: 3. Omschrijving COV: Vlinder: Butterfly cracker.
Vanwege het ontbreken van een categorie indeling of een CE-markering valt onderzoeksmateriaal 1, 2 en 3 niet onder de definities van consumenten- of professioneel vuurwerk zoals gegeven in artikel 1.1.1 lid 1 van het Vuurwerkbesluit. Gezien de eigenschappen van onderzoeksmateriaal 1, 2 en 3 is het overigens uitgesloten dat het ooit kan worden aangemerkt als consumentenvuurwerk volgens het RACT.
30. Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 5 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 13] , bijlage 2, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Ik zag dat dit vuurwerk was van het soort knalvuurwerk (bangers)
Ik heb het aantal stuks geteld.
Mijn bevindingen:
Producent: Funke, naam: Trueno no 4, aantal stuks: 20.
Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie indeling.
Op basis van mij bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2 lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
31. Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 5 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 13] , bijlage 3, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Ik zag dat dit vuurwerk was van het soort knalvuurwerk (bangers)
Ik heb het aantal stuks geteld.
Mijn bevindingen:
Producent: Jorge, naam: FP3 small, artikel nr: JC05, aantal stuks: 939.
Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk was voorzien van de categorie indeling F3.
Knalvuurwerk van hetzelfde merk, naam, type en/of artikelnummer, met gelijke uiterlijke kenmerken als door mij onderzocht, is onderzocht door het NFI. Uit dit onderzoek is gebleken dat dit knalvuurwerk niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of de Regeling Aanwijzing Consumenten- en Theatervuurwerk.
Op basis van mij bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2 lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
32. Het rapport Explosievenonderzoek aan betwist vuurwerk van het NFI van 18 december 2013, opgemaakt en ondertekend door ing. E.M. Kok, pagina’s 4 en 9, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Omschrijving aanvrager:
Banger JC05 van Jorge.
Onderzoeksmateriaal zijn pyrotechnische artikelen. Onder de aanname dat ze bedoeld zijn ter vermaak kan het worden getypeerd als vuurwerk en meer specifiek als ‘knalvuurwerk met flitspoeder’ (flash banger) categorie 3 volgens NEN-EN15947, zoals getypeerd op het Vuurwerkartikel (1).
Flashbangers komen niet voor in Bijlage 1 & 2 van de RACT en zijn volgens de definitie in het Vuurwerkbesluit dus professioneel vuurwerk.
33. Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 5 januari 2017, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 13] , bijlage 3, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Ik zag dat dit vuurwerk was van het soort knalvuurwerk (bangers)
Ik heb het aantal stuks geteld.
Mijn bevindingen:
Producent: Jorge, naam: FP3, artikel nr: FP3 aantal stuks: 140.
Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk was voorzien van de categorie indeling F3.
Knalvuurwerk van hetzelfde merk, naam, type en/of artikelnummer, met gelijke uiterlijke kenmerken als door mij onderzocht, is onderzocht door het NFI. Uit dit onderzoek is gebleken dat dit knalvuurwerk niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of de Regeling Aanwijzing Consumenten- en Theatervuurwerk.
Op basis van mij bevindingen stel ik vast dat dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van artikel 5.3.5 lid 2 van het Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2 lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
34. Het rapport explosievenonderzoek naar aanleiding van het aantreffen van betwist vuurwerk in Ugchelen van het NFI van 28 januari 2013, opgemaakt en ondertekend door dr. M. Koeberg, pagina’s 5 en 8, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
De buitenste laag van de cilinders betrof bruin papier met zwarte opdrukken. Onder andere FP3, ‘Jorge’ NEC: 3,0 g’ waren aanwezig.
Gezien de samenstelling, opbouw en verwachte werking betreft het onderzoeksmateriaal vuurwerk dat niet voldoet aan de eisen zoals die gesteld worden aan consumentenvuurwerk in de RNEV 2004. Om die reden is de overgangsregeling zoals vermeld in artikel 5.3.5 lid 5 van het Vuurwerkbesluit niet van toepassing. Onder het ‘nieuwe’ Vuurwerkbesluit is het onderzoeksmateriaal gezien de samenstelling, opbouw en verwachte werking in te delen in het type ‘flash bangers’. Aangezien flash bangers een categorie vuurwerk is die door de minister niet is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik en dus niet in de RACT worden genoemd, is het onderzoeksmateriaal professioneel vuurwerk zoals omschreven in het ‘nieuwe’ Vuurwerkbesluit artikel 1.1.1 lid 1.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, genaamd Poolvos met onderzoeksnummer [nummer 1] en proces-verbaalnummer [nummer 2]. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.