ECLI:NL:RBOVE:2017:4651
Rechtbank Overijssel
- Beschikking
- H.T. Pos
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging schriftelijke aanwijzing voor persoonlijkheidsonderzoek in het kader van ondertoezichtstelling
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Overijssel op 7 december 2017 uitspraak gedaan over de bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling (GI) aan de moeder om mee te werken aan een persoonlijkheidsonderzoek. De zaak betreft de ondertoezichtstelling van de kinderen [kind 1] en [kind 2], die onder toezicht zijn gesteld tot 18 mei 2018. De GI heeft de schriftelijke aanwijzing gegeven omdat er zorgen zijn over de opvoedvaardigheden en de geestelijke stabiliteit van de moeder. De moeder heeft bezwaar gemaakt tegen de verplichting om mee te werken aan het onderzoek, omdat zij dit als een inbreuk op haar privacy beschouwt en stelt dat de GI buiten haar bevoegdheden handelt.
De kinderrechter heeft de argumenten van de GI en de moeder afgewogen. De kinderrechter oordeelt dat de aanwijzing van de GI binnen het doel van de ondertoezichtstelling valt en dat het belang van de kinderen voorop staat. De kinderrechter benadrukt dat het verkrijgen van duidelijkheid over de opvoedvaardigheden van de moeder cruciaal is voor het toekomstperspectief van de kinderen. Ondanks de bezwaren van de moeder, is de kinderrechter van mening dat de bekrachtiging van de aanwijzing noodzakelijk is om verdere hulpverlening mogelijk te maken en om de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen.
De kinderrechter hoopt dat de moeder deze uitspraak kan zien als een steun in de rug om haar weerstand tegen het onderzoek te overwinnen, in het belang van zowel haarzelf als de kinderen. De beslissing om de aanwijzing te bekrachtigen is genomen in het belang van de kinderen en hun ontwikkeling.