Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Rozenhof B.V. een kort geding aangespannen tegen [C] Thuiszorg, die als onderaannemer zorg heeft verleend. De Rozenhof vordert de opheffing van conservatoir beslag dat door [C] Thuiszorg is gelegd op haar bankrekeningen. De voorzieningenrechter heeft eerder op 13 november 2017 verlof verleend voor het leggen van beslag, maar nu is de vraag of dit beslag moet worden opgeheven. De Rozenhof stelt dat zij de betaling van facturen heeft opgeschort omdat zij twijfels heeft over de uitvoering van de zorg. De voorzieningenrechter oordeelt dat het beslag onder ING Bank niet kan worden opgeheven, omdat [C] Thuiszorg voldoende zekerheid heeft voor haar vordering. Echter, het beslag onder Menzis wordt opgeheven, omdat het onnodig is. De vordering van [C] Thuiszorg wordt herbegroot op € 25.000,00, en De Rozenhof moet zekerheid stellen voor dit bedrag om het beslag onder ING Bank op te heffen. De voorzieningenrechter wijst ook de vordering van De Rozenhof toe om [C] Thuiszorg te verbieden opnieuw beslag te leggen, met een dwangsom van € 5.000,00 per dag bij niet-naleving. [C] Thuiszorg wordt veroordeeld in de proceskosten van De Rozenhof, die op € 1.514,42 worden begroot, te vermeerderen met wettelijke rente. Het vonnis is uitgesproken op 30 november 2017.