U vraagt mij wat er gebeurde op 20 februari 2017. Ik had [verdachte] al een paar dagen genegeerd en had hem ook gevraagd mij met rust te laten. Daarna wilde [verdachte] mij telefonisch spreken, twee minuutjes, zei hij. Dat was om 18:10 uur. Ik gaf toe en [verdachte] vroeg ik alleen was. Ik zei: “ja, hoezo?” Hij zei dat hij naar de schuur zou gaan. Ik moet even iets belangrijks vertellen. Vorige week dinsdag of woensdag is [verdachte] bij mijn ouders gekomen met een bosje bloemen, omdat hij er spijt van had van wat er allemaal was gebeurd en hij mij had geschopt. [verdachte] bood
zijn excuses aan, aan mij en aan mijn ouders. Hij wilde het weer goed maken en achteraf denk ik dat hij mijn vertrouwen weer probeerde te wekken. Hij heeft mij zover weten te krijgen dat ik met hem in de schuur bij mijn ouders een sigaret ging roken. Enkele dagen later wist hij mij zover te krijgen, dat ik bij hem in de auto ging. Toen ik met [verdachte] een sigaret ging roken bij mijn ouders in de schuur, pakte [verdachte] een schroevendraaier. [verdachte] deed een beetje lacherig en zei: "Je bent bang voor mij". Hij hield de schroevendraaier daarbij tussen ons in. Hij zei tegen mij: "Waar wil je 'm hebben?" en daarbij wees hij naar de hals. Of het mijn hals of zijn hals was weet ik niet meer. Hij legde de schroevendraaier weer terug en vond het kennelijk grappig. [verdachte] vond het raar dat ik bang voor hem was. Dat deed hem pijn, zei hij. Ik zei dat ik het niet grappig vond, dat hij dat deed. Ik dacht hier nu ineens aan, omdat we het over de schuur hadden. Nu gaat het dus verder over afgelopen maandag. Nadat [verdachte] had verteld dat hij naar de schuur ging, zou hij mij bellen. De schuur bij onze woning is in de kelder van het flatgebouw waar wij wonen op de 2e etage. Ik vond het raar dat hij naar de schuur wilde. [verdachte] zei dat hij niet wilde dat zijn moeder en broer het gesprek zouden horen, maar dat was onzin, want zij verstaan helemaal geen Nederlands of Engels. Ik ben daarna 20 minuten met hem aan de telefoon geweest. Het gesprek ging over de echtscheiding, de spullen en dat soort dingen. Hij was erg bang, dat ik hem in de steek zou laten, zodat zijn naturalisatie geen doorgang kon vinden. Dan zou hij twee jaar langer moeten wachten. Ik had met hem afgesproken dat ik pas op papier van hem zou gaan scheiden als de naturalisatie rond zou zijn. Maandag heb ik wel tegen hem gezegd dat ik hem wat dat betreft niet in de steek zou laten en zou informeren of de naturalisatie sneller zou kunnen. Ik wilde in ieder geval zo snel mogelijk van [verdachte] af. [verdachte] zei dat hij even naar mij toe wilde komen om dat face-to-face te bespreken. Ik wilde dat niet. Uiteindelijk wist hij mij weer om te praten. Hij zei dat hij niet langer dan een kwartier zou komen; even een sigaretje roken. Ik had hem tot 18:30 uur aan de telefoon gehad en om 19:00 uur was hij bij de woning van mijn ouders. Dat kan ik terugzien op mijn telefoon. De rijtijd tussen de woning van mijn ouders en ons huis is 10 minuten. Ik deed voordat ik naar buiten ging de garagedeur van het slot en liet bewust mijn telefoon thuis, op het moment dat [verdachte] met mijn auto voor het huis stond. Ik had op aanraden van mijn vader wel de telefoon van mijn moeder bij me. Ik zou dan kunnen bellen als er iets zou gebeuren. Dat was ook de reden dat ik de garagedeur van het slot had gedaan. Ik zou dan sneller naar binnen kunnen als het nodig was. Ik deed dat natuurlijk niet voor niets. Er zijn in het verleden al meer dingen gebeurd tussen [verdachte] en mij. Ik heb zelfs al een keer een gebroken sleutelbeen gehad door toedoen van [verdachte] . Ik ben daarvoor in het ziekenhuis geweest en heb daar verteld, dat ik van de trap was gevallen. Die breuk was veroorzaakt door een vuistslag van [verdachte] , maar ik vertelde dat daar niet. Ik wilde niet dat mensen slecht over [verdachte] zouden denken. In die week had ik al twee keer eerder kort met [verdachte] gepraat, in de auto, bij mijn ouders voor de deur. Hij wilde een van die keren wegrijden, maar ik ben uit de auto gestapt. Ik mocht van mijn ouders beslist niet met hem mee. Ik wilde dat zelf ook beslist niet. Ik wilde best met hem praten, maar op een redelijk veilige plek. Ik vond hem de laatste twee weken erg onvoorspelbaar. De ene keer was ik een kankerhoer en de andere keer zei hij dat hij me miste. Dat soort dingen stonden ook in mijn telefoon in WhatsApp en in sms berichten. Ik moest die teksten van hem verwijderen. Nu achteraf heb ik in de gaten dat híj mij als zijn bezit zag. De laatste paar weken was hij de macht en de controle over mij kwijt, die hij daarvoor wel had. Ik was gewoon een klein bang hondje en deed altijd wat hij zei. Ik ging dus bij [verdachte] voorin de auto zitten. Hij zat op de bestuurdersstoel en is niet uit de auto geweest. Daar hebben we heel normaal gepraat, minimaal wel een uur. Mijn ouders waren thuis en hielden mij wel in de gaten. [verdachte] vroeg of ik mijn telefoon bij me had. Ik zei dat ik dat niet had, maar vertelde ook niet dat ik de telefoon van mijn moeder bij me had. Ik wilde al een paar keer het gesprek beëindigen, maar hij haalde mij steeds weer over om nog even te blijven. Ik sprak met hem af dat ik contact met een advocaat op zou nemen en informatie zou vragen. Tot dat moment was alles normaal. Op een gegeven moment zei [verdachte] weer: "Nog een sigaretje", maar ik wilde uitstappen en deed het portier open. [verdachte] ging over mij heen hangen en deed de deur weer dicht en op slot, met het knopje in het portier. Ik zag dat [verdachte] de schroevendraaier pakte uit het vakje in het portier aan de bestuurderskant. Hij zag dat ik schrok en zei dat ik niet bang hoefde te zijn, omdat hij iets gerepareerd had in de auto. Ik wilde weer uitstappen en deed de deur van het slot af en op dat moment ging hij die
schroevendraaier echt op mij richten, ter hoogte van mijn buik. Hij had zijn linkerhand aan het stuur en met zijn rechterhand had hij de schroevendraaier vast, met het scherpe gedeelte in mijn richting. Ik vond het heel eng en het leek alsof ik flauw ging vallen. Ik voelde me helemaal wit worden, vanuit mijn tenen. Hij leek heel agressief en was serieus. Ik bleef uiterlijk heel rustig, maar mijn benen trilden heel erg. Ik probeerde die onder controle te houden zodat [verdachte] dat niet zou zien. Van buiten de auto was niet te zien dat [verdachte] de schroevendraaier vast had, omdat hij die laag hield. [verdachte] commandeerde mij, dat ik de gordel om moest doen en mijn handen op mijn schoot moest leggen. Hij wilde mijn handen kunnen zien. Ondertussen reed [verdachte] weg met de auto. Hij zei tegen mij dat ik zijn telefoon moest pakken. Hij zei: "Bel jouw vader". Ik moest van hem heel rustig blijven en mijn vader mocht niets aan mij merken. Ik moest zeggen dat we naar de Texaco Al gingen om iets te drinken te halen. Mijn vader had niks door en vroeg wanneer we weer terug zouden komen. Ik zei dat het een uurtje zou duren. [verdachte] reed richting Bathmen, binnendoor. Hij zei: "Ik ga seks met jou hebben". Hij zei dat ik geen aandacht mocht trekken en niet moest proberen uit te stappen, want hij was in staat mij te vermoorden. Ik hoorde dat hij iets in de trant zei van: "Ik zweer het, ik ga je vermoorden, als je dat doet." Ik zei dat ik dat niet zou doen. Hij zei steeds: "Stay cool, stay cool". Het was heel dubbel, want hij hield steeds die schroevendraaier dicht bij en bijna tegen mijn lichaam. Als hij schakelde, voelde ik de schroevendraaier soms tegen mijn been of zo. Hij zei ook dat hij mij altijd had gewaarschuwd, dat als ik bij hem weg zou gaan, dat hij mij dan iets zou doen. Die beslissing mocht ik niet alleen maken. Hij maakte dan de beweging met zijn hand bij zijn keel, alsof hij mijn hoofd eraf zou snijden. In de auto moest ik hem steeds water geven, want hij had een droge keel. Ik had de indruk dat dat van de spanning was. Ik denk niet dat hij onder invloed was van drugs of alcohol. Ik gaf hem met mijn rechterhand uit een flesje slokjes water, wat hij in de auto had. Ik had in mijn linkerhand een blikje energy drank. Dat flesje en dat blikje heeft [verdachte] , op de plek waar de auto later in Holten geparkeerd was, naar buiten gegooid. Ik vroeg alles aan [verdachte] . Ik vroeg of ik een sigaret mocht pakken, of ik een slokje water mocht en of het raam open mocht om hem niet boos te maken. Ik vertelde ook tegen [verdachte] dat ik de telefoon van mijn moeder bij me had. Ik was bang dat ik gebeld zou worden en dat [verdachte] dan boos zou worden. Ik moest de telefoon op het dashboard leggen. We gingen richting Bathmen. We moesten wachten voor de spoorwegovergang en gingen daar rechtsaf Bathmen richting Bathmen. Ik zei tegen hem dat we daar rechts konden, omdat ik dacht dat we dan een beetje in de bewoonde wereld zouden komen. Dat had hij ook snel in de gaten. Ik probeerde hem in de richting van de snelweg te praten, zodat we dan weer richting Deventer konden gaan. [verdachte] zei dat hij richting Duitsland wilde. Hij ging bij de Al richting Hengelo. Ik probeerde hem naar een benzinepomp te leiden. Hij luisterde wel en we gingen van de snelweg naar een parkeerplaats. Daar stonden vrachtauto's en hij vond dat er teveel mensen waren. Op die parkeerplaats is [verdachte] niet gestopt. Hij vond het daar te druk. We gingen verder de Al op. Bij Holten gingen we eraf en hij had het steeds over dat uur. Hij bedoelde daarmee dat ik tegen mijn vader had gezegd dat ik over een uurtje terug zou zijn. Hij vroeg me wat ik tegen mijn vader zou zeggen als ik terug was. Hij zei dat ik als ik terug zou zijn, dat ik naar de politie zou gaan en dat hij dan zou verdwijnen. Bij de afrit Holten besefte hij dat daar de Holterberg was. Ik moest hem daar naar toe leiden. We reden door Holten. Daar werd hij boos, omdat hij dacht dat ik de weg niet goed zei. Hij zei steeds: "Ik ga jou pakken, ik zweer het je". Hij reed de Holterberg op en ik zei dat hij daar niet mocht rijden. Ik wilde hem daar weg hebben, maar volgens mij kwam hem dat juist goed uit, omdat daar geen mensen waren. Ergens midden in het bos is hij rechtsaf geslagen, over een fietspad. Hij vroeg of er geen huizen in de buurt waren. Hij zei steeds hardop in zichzelf: “Dit is geen goeie plek". Ik moest zijn telefoon pakken en de locatie (op zijn telefoon 'position') uitzetten. Hij reed heel hard over boomstronken en dergelijke. Hij wilde weer terug naar de grote weg. Ik stelde voor om even de GPS weer aan te zetten, zodat we konden zien waar we reden. Dat mocht ik uiteindelijk ook doen. Toen we weer terug waren op de weg waar we moesten zijn, moest ik gelijk de GPS weer uitzetten. Er is een plek op de Holterberg, waar een uítkijktorentje is. Ik moest hem daar naar toe leiden. Ik probeerde dat. We zijn twee keer langs Woody's gekomen tijdens het gedwaal over de Holterberg. We kwamen bij de uitkijktoren en [verdachte] reed nog een klein stukje verder. [verdachte] was erg gestresst. Hij parkeerde de auto op een parkeerplaatsje dat volgens mij voor boswachters is. Hij stopte de auto daar. Nog steeds hield hij de schroevendraaier in mijn richting. Ik moest van [verdachte] mijn broek uit doen, maar dat duurde hem kennelijk te lang. Hij was al uitgestapt en ik moest van hem op de bestuurdersstoel gaan zitten. [verdachte] deed mijn joggingbroek en onderbroek uit. Ik zei nog tegen hem dat hij die niet op de grond moest gooien. Het regende namelijk en het was daar modderig. Hij gooide ze in de auto. [verdachte] deed zijn broek naar beneden en ik zag dat hij zijn boxer en broek tot op zijn enkels naar beneden deed. Ik zag dat [verdachte] een erectie had. Ik snapte niet hoe dat in zo'n stresssituatie kon. Ik wilde geen seks met hem, maar ik wilde hem niet boos maken. Ik probeerde dus te doen wat hij zei. Dat leek mij op dat moment het beste, met díe schroevendraaier op mij gericht. Ik vroeg of hij die schroevendraaier niet ergens anders wilde houden. Ik zei dat ik dat geen prettig idee vond. Dat deed hij niet. Hij legde zijn handen bovenop de auto, terwijl hij dus zelf naast de auto stond, met zijn gezicht en voorzijde van zijn lichaam richting de auto en richting mij. Ik zat met mijn gezicht naar buiten gericht op de bestuurdersstoel, met mijn voeten op de grond. Ik had alleen sokken aan. Ik was op de pantoffels bij hem in de auto gaan zítten. Die pantoffels staan nu denk ik nog steeds voor de bijrijdersstoel in de auto. [verdachte] zei: "Pijp mij". Ik deed dat. Hij wilde diep, dus ik begon te kokhalzen. Hij deed dat grof. Zo deed hij dat eerder niet. Hij drukte zijn penis gewoon achter in mijn keel. Hij zei op een gegeven moment dat ik moest omdraaien. Het klinkt heel stom, maar ik vroeg nog aan hem of ik mee moest werken of dat ik stil moest blijven zitten. Ik vroeg dat omdat ik bang was, omdat ik dacht dat hij dan zou denken dat ik iets anders zou willen proberen, zoals vluchten of zo. Hij wilde dat ik gewoon stil bleef zitten. Ik moest van hem op mijn knieën op de bestuurdersstoel gaan zitten, zodat mijn kont naar hem toe gericht was. Ik hield mijn handen op de bestuurdersstoel. Ik voelde dat [verdachte] zijn penis in mijn vagina deed. Dat ging best grof en het deed pijn. Ik probeerde me zo goed mogelijk te ontspannen, om zo min mogelijk pijn te hebben. Hij kwam best wel snel klaar. Hij zei: "Ik ben al klaar gekomen". Ik vroeg of hij in mij was klaar gekomen en ik voelde aan mijn vagina. Ik voelde sperma bij mijn vagina. [verdachte] kwam eerder alleen veilig klaar. Hij gebruikte altijd een condoom. Hij moest een beetje lachen en ik denk dat hij mij zwanger wilde maken, zodat hij altijd met mij in contact zou blijven, of zodat ik dan geen keuze had om bij hem weg te gaan. [verdachte] heeft berichtjes gestuurd namelijk, dat hij niet de kans had gekregen om met mij kinderen te krijgen. Daarom dacht ik dat. [verdachte] stond nog steeds naast de auto, naast de bestuurdersstoel. Ik had mij net omgedraaid en zat achter het stuur, maar wel met mijn voeten buiten de auto. [verdachte] kon over de auto heen kijken richting de weg. [verdachte] zag kennelijk lampen van een auto, want hij zag dat er iemand aan kwam. Hij zei tegen mij dat ik geen aandacht mocht trekken. Hij zei: "No attention, I swear I'm gonna kill you". Dat wilde ik ook niet, want ik hoopte dat hij mij gewoon weer thuis zou afzetten. Uit automatisme keek ik naar links, een beetje met mijn hoofd buiten de auto, naar de weg. Toen ik mij weer omdraaide, gebeurde er dit. Ik bedoel daarmee, dat [verdachte] op mij begon in te steken met de schroevendraaier. Ik wist niet wat mij overkwam, het ging heel snel. Ik weet niet waar hij mij het eerst raakte met de schroevendraaier. Ik denk dat ik me heb verweerd, want [verdachte] heeft mij niet alleen in mijn gezicht, maar ook in mijn hand gestoken met die schroevendraaier. Ik voelde vooral pijn bij mijn neus. Naar mijn mening heeft hij nog snel de kans gepakt om mij te willen vermoorden. Ik heb geen idee of [verdachte] heeft beseft of het een politieauto was die eraan kwam. Ik weet niet of de verlichting van onze auto aan was. Ik kan het me niet voorstellen dat hij het licht niet heeft uitgedaan. Ik zag [verdachte] ineens heel hard, wegrennen. Een heel andere kant op dan waar die auto vandaan kwam. [verdachte] rende het bos in. Ik liep met mijn naakte onderlichaam, met alle adrenaline die ik in me had, naar die auto toe. Ik had geen idee dat het een politieauto was. Dat heb ik helemaal niet gezien. Ik heb gegild en was bang dat ze me niet zouden zien of door zouden rijden. Ik wist niet wie het was en het interesseerde mij ook niet, maar ik stapte in die auto en zei: "Rijden, rijden". Ik zat onder het bloed en spuugde het bloed uit mijn mond uit. Heel veel bloed. Ik besefte op een gegeven moment dat ik in een politieauto zat, maar ik voelde mij nog niet veilig omdat ze niet weg wilden rijden.