ECLI:NL:RBOVE:2017:4556

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 december 2017
Publicatiedatum
8 december 2017
Zaaknummer
08/910055-16 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor seksuele uitbuiting van minderjarige vriendin

Op 8 december 2017 heeft de Rechtbank Overijssel een 26-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 maanden, waarvan 6 maanden en 27 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, voor de seksuele uitbuiting van zijn minderjarige vriendin. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zijn vriendin, die op het moment van de feiten 16 jaar oud was, heeft aangezet tot prostitutie en daar financieel voordeel uit heeft gehaald. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek dat begon met een melding van de politie. Tijdens de zitting op 24 november 2017 werd duidelijk dat de verdachte advertenties had geplaatst op een sekssite en dat hij zijn vriendin naar klanten had gebracht. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van uitbuiting, ondanks de verdediging van de verdachte dat zijn vriendin vrijwillig had gehandeld. De rechtbank achtte de verklaringen van de minderjarige en andere betrokkenen overtuigend en concludeerde dat de verdachte een cruciale rol had gespeeld in het faciliteren van de prostitutie van zijn vriendin. De rechtbank legde naast de gevangenisstraf ook een taakstraf op van 120 uren. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten, maar de bewezenverklaring van mensenhandel werd gehandhaafd. De rechtbank benadrukte de kwetsbaarheid van de minderjarige en het schadelijke effect van de daden van de verdachte op haar ontwikkeling.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Afdeling Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer 08/910055-16 (P)
Datum vonnis: 8 december 2017
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum 1] 1991 in [geboorteplaats] ,
wonende in [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 24 november 2017.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A.M. Vloedbeld en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. J.A. Schadd, advocaat te Arnhem, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 24 november 2017, kort en zakelijk weergegeven op neer dat verdachte er voor heeft gezorgd dat de minderjarige [slachtoffer] zich prostitueerde, terwijl hij daaruit geldelijk voordeel heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 september
2013 tot en met 5 maart 2015, althans in de periode van september 2013 t/m
december 2013 te Almelo, althans in het arrondissement Oost-Nederland,
A.
een ander, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 1997),
(sub 2)
Heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht,
(telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] ,
terwij1 die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
(sub 5)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van
seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling
dan wel
ten aanzien van die [slachtoffer] enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist
en/of moest vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen
tot het verrichten van die handelingen
terwij1 die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
B.
(sub 8)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van [slachtoffer]
met of voor een derde tegen betaling
terwij1 die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt
immers heeft verdachte
- [slachtoffer] aangezet om seks te hebben met (een) ander(en) voor geld en/of
-een of meerdere seksadvertenties gemaakt van die [slachtoffer] en die
seksadvertenties op een of meerdere sekssites geplaatst en/of
-het contact met een of meer klanten en/of potentiele klanten gelegd en/of
onderhouden en/of
- [slachtoffer] naar een of meerdere klanten gebracht (cardate(s) en/of hoteldate(s))
en/of
-het door [slachtoffer] verdiende geld ingenomen en/of door [slachtoffer] laten afdragen
en/of
-een of meermalen een hotelkamer geboekt waar [slachtoffer] haar klant(en) kon
ontvangen;
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zijn minderjarige vriendin [slachtoffer] seksueel heeft uitgebuit. Dat blijkt uit de verklaringen van [slachtoffer] en van [betrokkene] degene met wie zij tweemaal betaalde seks had. Verdachte plaatste de advertenties op een sekssite waarop [slachtoffer] haar diensten aangeboden heeft, hij legde de contacten met [betrokkene] en voerde met hem de gesprekken en hij profiteerde van de opbrengst van de seksuele contacten. Verdachte vervoerde [slachtoffer] naar de plekken waar de contacten plaatsvonden en hij heeft na de seks op de parkeerplaats een tas met geld aangepakt. Het leeftijdsverschil tussen verdachte en [slachtoffer] , het feit dat [slachtoffer] slechts 16 jaar oud was en verdachte reeds volwassen en de omstandigheid dat [slachtoffer] , die van verdachte hield, verdachte wilde helpen met diens gokschuld, maken dat er sprake was van uitbuiting.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Volgens de raadsman is [slachtoffer] , toen zij als getuige in de zaak tegen de klant [betrokkene] werd gehoord, ten onrechte niet gewezen op haar verschoningsrecht ten opzichte van verdachte, zodat met deze verklaring behoedzaam dient te worden omgegaan. Voorts was er geen sprake van seks ten gevolge van een overwichts- of dwangsituatie: [slachtoffer] heeft onomwonden te kennen gegeven dat zij seks met [betrokkene] wilde en verdachte was bang dat hij haar zou verliezen als hij in deze wens niet mee zou gaan. Hij dacht dat dit seksuele contact geoorloofd was, omdat [slachtoffer] dit zelf wilde. [slachtoffer] wilde achteraf geen aangifte doen, ook niet nadat ze meerderjarig werd. Dat verdachte voordeel heeft genoten, blijkt niet uit het dossier. [slachtoffer] en verdachte hebben samen leuke dingen gedaan van de opbrengst. Aangezien verdachte [slachtoffer] er niet toe gebracht heeft zich beschikbaar te stellen en het initiatief van haar uitging, dient verdachte te worden vrijgesproken van het tenlastegelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Vaststaat dat tweemaal seksueel contact heeft plaatsgevonden tussen [slachtoffer] en [betrokkene] . Eenmaal in een hotelkamer en eenmaal achter in een bus op een parkeerplaats. [slachtoffer] was beide keren zestien jaar oud. Verdachte en [slachtoffer] hadden toen al een relatie. De rechtbank acht bewezen dat verdachte een belangrijke, zo niet cruciale rol heeft gehad in het tot stand brengen van het contact tussen [slachtoffer] en [betrokkene] . Uit de politieverklaring van [slachtoffer] blijkt dat verdachte het initiatief heeft genomen om een advertentie te maken waarin werd vermeld dat een minderjarig meisje geil wilde chatten. Toen daarop een [betrokkene] reageerde en via SMS liet weten te willen afspreken, ging het contact aanvankelijk tussen deze [betrokkene] en [verdachte] (de verdachte), zo verklaarde zij. Door hen werd een afspraak gemaakt voor seks, waarbij [verdachte] [slachtoffer] met zijn auto naar een hotel bracht. [slachtoffer] dacht dat dit het Theater hotel in Almelo was. Terwijl zij in de hotelkamer seks had met [betrokkene] , zat [verdachte] op een stoel te kijken. Het tweede seksuele contact vond volgens de verklaring van [slachtoffer] plaats op een parkeerplaats achter in het Mercedes busje van [betrokkene] . [verdachte] had ook dit contact geregeld en [slachtoffer] daar naartoe gebracht. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij tweemaal seks had met [betrokkene] om [verdachte] te helpen. [verdachte] had gegokt en bevond zich in de financiële problemen. [slachtoffer] heeft verder verklaard dat [verdachte] bleef doorzeuren over een afspraak met [betrokkene] . [slachtoffer] heeft verklaard dat zij zich gedurende de seks heel ongemakkelijk voelde. Dat zij steeds op de klok keek en dacht laat het snel voorbij zijn. Zij deed dit enkel om haar vriend te helpen. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij niet weet wat [betrokkene] voor de seks diende te betalen, dat had [verdachte] met hem geregeld. Zij kreeg drie of vier briefjes van 50 euro die zij dan aan [verdachte] gaf.
De rechtbank heeft geconstateerd dat [slachtoffer] bij de rechter-commissaris haar verklaring heeft aangepast in die zin dat zij ten overstaan van de rechter-commissaris heeft verklaard dat zij en [verdachte] samen de advertentie hebben geplaatst – zij het dat verdachte typte – en dat het haar initiatief was om met [betrokkene] af te spreken. Ze heeft ook verklaard dat verdachte niet gezegd heeft dat hij er niet achter stond: [slachtoffer] vond aan de ene kant wel dat verdachte haar had moeten tegenhouden. Zij verklaarde dat zij een klein beetje geld aan verdachte heeft gegeven.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid van de politieverklaring van [slachtoffer] te twijfelen en zal deze voor het bewijs bezigen. De verklaring is zeer gedetailleerd en voor verdachte belastend. Het heeft er alle schijn van dat [slachtoffer] haar verklaring bij de rechter-commissaris heeft afgezwakt om verdachte te sparen.
[betrokkene] heeft de politieverklaring van [slachtoffer] bevestigd ook op onderdelen, zo heeft hij verklaard dat hij het idee had dat hij met [verdachte] onderhandelde over de betalingen.
Verdachtes verklaring spreekt de verklaring van [slachtoffer] op wezenlijke onderdelen tegen. De rechtbank ziet echter reden om aan de juistheid van de verklaring van verdachte te twijfelen. De verklaring van verdachte is op onderdelen ongeloofwaardig. Ook verklaart verdachte wisselend en tegenstijdig.
Zo vindt de verklaring van verdachte dat de seksuele contacten tussen [slachtoffer] en [betrokkene] tegen zijn, verdachtes, zin plaatsvonden op initiatief van [slachtoffer] omdat zij nieuwsgierig was naar deze seksuele contacten onvoldoende steun in het dossier. [slachtoffer] zelf heeft verklaard dat zij verdachte wilde helpen met zijn gokschulden en dat dit de reden voor haar was om de seksuele contacten met [betrokkene] te hebben. Over het eerste seksuele contact heeft zij verklaard bij de politie dat zij langzaam deed over het uitkleden om zo tijd te rekken, dat zij het niet leuk vond om seks met [betrokkene] te hebben en (nogmaals) dat zij het alleen deed om haar vriend te helpen met zijn gokschulden. Dit spreekt de verklaring van verdachte tegen dat [slachtoffer] nieuwsgierig was naar het hebben van de seks. Verdachte heeft verder verklaard dat hij het er eigenlijk niet mee eens was dat [slachtoffer] daadwerkelijk af wilde spreken met [betrokkene] om seks te hebben, maar dat hij toch maar instemde om [slachtoffer] niet kwijt te raken. Dit standpunt is opmerkelijk gezien het feit dat verdachte zelf ook verklaard heeft dat hij [slachtoffer] naar de beide seksafspraken met [betrokkene] heeft gebracht. [slachtoffer] heeft er ook niet over verklaard dat verdachte heeft laten blijken dat hij het er niet mee eens was. Opmerkelijk in dit verband is ook nog dat verdachte bij de rechter-commissaris voor het eerst heeft verklaard dat hij werd bedreigd door [betrokkene] en dat de twee keer dat [betrokkene] seks had met [slachtoffer] plaatsvonden onder deze bedreiging. Hij werd door [betrokkene] tot alles gedwongen. Verdachte heeft ter terechtzitting in de eerste instantie niet over deze bedreiging verklaard. Pas wanneer hij met zijn rc-verklaring wordt geconfronteerd, bevestigt hij dat deze bedreiging heeft plaatsgevonden. Over de opbrengst heeft verdachte bij de rc verklaard dat het klopt dat hij een deel van het geld van [slachtoffer] heeft gekregen, maar dat hij niet kan zeggen hoeveel dit was. Ter terechtzitting stelt hij echter dat hij samen met [slachtoffer] leuke dingen heeft gedaan van het geld.
De opvatting van de raadsman, dat van het in artikel 273f, eerste lid, aanhef onder 2, Sr opgenomen ‘oogmerk van uitbuiting’ geen sprake kan zijn omdat [slachtoffer] zich geheel vrijwillig heeft ingelaten met prostitutie, vindt geen steun in het recht.
Artikel 273f, eerste lid aanhef en onder 2, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) ziet, voor zover thans van belang, onder meer op het werven, vervoeren en overbrengen van een ander met het oogmerk van uitbuiting van die ander, terwijl die ander nog geen achttien jaren oud is. Het begrip ‘uitbuiting’ is door de wetgever niet gedefinieerd, behoudens voor zover in artikel 273f, tweede lid, Sr is bepaald dat ‘uitbuiting ten minste omvat uitbuiting van een ander in de prostitutie en andere vormen van seksuele uitbuiting’.
Uit de wetsgeschiedenis ten aanzien van het bepaalde in de artikelen 273f, eerste lid, aanhef en onder 5 respectievelijk 8 Sr, vloeit voort dat de wetgever voor ogen heeft gehad om handelen dat kan worden aangemerkt als het een ander brengen tot prostitutie als die ander minderjarig is (onder 5) en het profiteren van prostitutiewerk van een ander als die ander minderjarig is (onder 8), aan te merken als uitbuiting van die minderjarige.
Omtrent het oogmerk van uitbuiting overweegt de rechtbank dat uit de bewijsmiddelen – anders dan de raadsman heeft betoogd – kan worden afgeleid dat de verdachte dit oogmerk heeft gehad om te profiteren van de prostitutie van de minderjarige [slachtoffer] en dat hij ook daadwerkelijk voordeel heeft getrokken uit de door hem gefaciliteerde prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer] . Ook het samen uitgeven van geld kan worden beschouwd als voordeel trekken.
Gelet op de bewijsmiddelen en op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat de verdachte de minderjarige [slachtoffer] heeft geworven, vervoerd en overgebracht (artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 2) met het oogmerk om haar beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling (artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 5) waaruit hij voordeel heeft getrokken, in de zin van artikel 273f, eerste lid, aanhef onder 8, Sr.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op tijdstippen in 2013 in Nederland,
A.
een ander, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 1997),
heeft geworven en vervoerd en overgebracht, telkens met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] , terwij1 die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling terwij1 die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
B.
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van [slachtoffer] met of voor een derde tegen betaling terwij1 die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
immers heeft verdachte
- [slachtoffer] aangezet om seks te hebben met een ander voor geld en
-een seksadvertenties gemaakt van die [slachtoffer] en die seksadvertenties op een of meerdere sekssites geplaatst en
-het contact met potentiële klanten gelegd en onderhouden en
- [slachtoffer] naar een klant gebracht en
-het door [slachtoffer] verdiende geld ingenomen en/of door [slachtoffer] laten afdragen
en
-een hotelkamer geboekt waar [slachtoffer] haar klant kon ontvangen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
mensenhandel
,terwijl de persoon ten aanzien van wie het feit wordt gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en met aftrek van het voorarrest. Zij neemt daarbij in overweging dat verdachte voor met name zijn eigen gewin op grove wijze misbruik heeft gemaakt van zijn minderjarige vriendin [slachtoffer] , die hem kennelijk financieel ten dienste wilde zijn en tegen betaling seks had met een ander. Dat is schadelijk voor de seksuele ontwikkeling van [slachtoffer] . Daarnaast houdt de officier van justitie bij haar eis rekening met het tijdsverloop tussen de inverzekeringstelling van verdachte en de behandeling van deze zaak ter terechtzitting, het gegeven dat verdachte geen strafblad heeft en de omstandigheid dat verdachte en [slachtoffer] nog steeds een relatie hebben en samenwonen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman is van mening dat een gevangenisstraf niet passend is nu verdachte niet eerder is veroordeeld voor een misdrijf, hij een baan heeft en een fijne relatie met [slachtoffer] , met wie hij in de nabije toekomst een gezin wil stichten. Daarom dient de zaak te worden afgedaan met een geheel voorwaardelijke taak- of gevangenisstraf.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zijn minderjarige vriendin, die destijds 16 jaar was en dus kwetsbaar en ontvankelijk voor de suggesties van haar meerderjarige vriend, aangezet tot prostitutie met geen ander doel dan om daaraan geld te verdienen. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dit soort feiten vaak – vroeg of laat – in hun leven psychische schade van dergelijke gebeurtenissen ondervinden. Niettemin heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat het initiatief van zijn vriendin is uitgegaan, waaruit blijkt dat verdachte onvoldoende inziet hoezeer [slachtoffer] zich afhankelijk van hem opstelde.
Uit het op 31 oktober 2017 over verdachte uitgebrachte reclasseringsadvies blijkt dat verdachte geen hulpvragen heeft en dat er sprake lijkt te zijn van stabiele leefgebieden. Geadviseerd wordt om de zaak door middel van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf af te doen. Aangezien hierbij tevens geadviseerd wordt om geen bijzondere voorwaarden op te leggen, concludeert de rechtbank dat hier een
voorwaardelijkegevangenisstraf bedoeld wordt in plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De raadsman zou hierover contact hebben gehad met de reclassering, waarna de verschrijving – aldus de raadsman - door de reclassering is bevestigd.
Voorts houdt de rechtbank rekening met de justitiële documentatie van verdachte, waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld, alsmede met de omstandigheid dat verdachte zijn leven op orde lijkt te hebben: hij woont samen met [slachtoffer] en beiden hebben een baan.
Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf, waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan het voorarrest en een voorwaardelijk deel van 6 maanden, met een proeftijd van 3 jaar, en een taakstraf van 120 uren, bij niet of niet naar behoren verrichten te vervangen door 60 dagen hechtenis, passend en geboden.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op het hiervoor genoemde wetsartikel. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 27 en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
mensenhandel
,terwijl de persoon ten aanzien van wie het feit wordt gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van 6 (zes) maanden en 27 (zevenentwintig) dagen
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien veroordeelde voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardendat veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering (drie dagen) heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren;
- beveelt, voor het geval dat veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
60 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Rikken, voorzitter, mr. B.W.M. Hendriks en
mr. M.A.H. Heijink, rechters, in tegenwoordigheid van Endlich, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 8 december 2017.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit een ordner van de regiopolitie Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche Team Mensenhandel, met onderzoeksnummer [nummer] . Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] d.d. 3 februari 2016 (blz. 34 tot en met 49), zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van getuige [slachtoffer] :
Ik heb sinds 1 juli 2013 een relatie met [verdachte] . [verdachte] en ik keken samen vaak naar programma's op tv als Opgelicht en van Alberto Stegeman, waarbij hij een afspraak maakte met minderjarigen en daarbij hen probeerde duidelijk te maken waar ze mee bezig waren. [verdachte] en ik vroegen ons af of dat ook echt zo zou werken. [verdachte] zei toen tegen mij: Zou dat ook echt zo zijn, zo veel aanmeldingen voor seks met minderjarigen. [verdachte] zei tegen mij: “Zullen we eens kijken of dat ook echt nog zo is.” Hij zei dat je dat kon zien door zelf een advertentie te maken en er dan op te zetten of iemand wilde afspreken met een minderjarig meisje. Eerst zeiden we dat het om chatten zou gaan met een minderjarig meisje. Ik was toen 16 jaar. Een man reageerde die zei dat hij [betrokkene] heette. Hij wilde het liefst gelijk afspreken met mij. Hij wilde niet chatten. Dat heb ik gelezen via de sms. [verdachte] smste eerst met [betrokkene] en later ging het via de WA. Toen hebben we nadat hij reageerde een week tot anderhalve week later afgesproken. Ik denk dat dit in het Almelo Theater hotel is die u noemde. Wij reden in een Mercedes. Ik weet niet goed de weg. We gingen de snelweg op. Ik denk dat het richting oosten ging, voorbij Deventer. Ik denk dat het dat hotel in Almelo kan zijn geweest.
V: Wat was de bedoeling van de afspraak
A: Om seks met mij te hebben.
V: Wat was daar over afgesproken en door wie.
A: Het ging om een uur seks en tegen betaling.
V: wat hadden jullie samen afgesproken over wat er wel en niet mocht gebeuren
A: Wat er niet mocht gebeuren was zoenen. Dat heb ik gezegd. En anaal. [verdachte] heeft de
keus aan mij gelaten wat ik wel en niet wilde. Ik zei zelf dat ik zoenen en anaal
niet wilde. De rest wel. Seks en pijpen en zo.
V: Was jouw bedoeling om dan ook echt seks met deze man te gaan hebben
A: Ja
V: Hoe kwam het dat jij nu echte seks met deze man wilde hebben
A: Om [verdachte] te helpen.
V: Wat vertelde [verdachte]
A: [verdachte] had weer gegokt, ik weet niet voor hoeveel het ging. [betrokkene] wilde met mij
afspreken en ik zei toen tegen [verdachte] dat dat goed was, maar dan tegen betaling. Ik
las de sms berichten tussen hen ook. Die liet [verdachte] mij zien.
V: Van wie komt het initiatief om dan echte seks te doen met die [betrokkene]
A: Van mij. Om [verdachte] te helpen, dat hij dat geld terug kon krijgen.
V: Hoe voelde jij je toen je daar heen reed met [verdachte]
A: Omdat hij weer had gegokt en [betrokkene] bleef maar doorzeuren over dat hij af wilde
spreken en toen hebben wij gezegd dat het goed was maar dan tegen betaling. Ik voelde
me heel ongemakkelijk. Het was de eerste keer dat ik dit deed. Ik had wel zoiets van
toen we bezig waren, waar ben ik mee bezig, ik zat de hele tijd op de klok te kijken,
van laat het alsjeblieft snel voorbij zijn.
V: wat was de afspraak met die [betrokkene]
A: In dat hotel afspreken en dan zou hij een uur mogen doen wat hij met mij wilde
doen.
V: In welke ruimte van het hotel waren jullie
A: In een hotelkamer. Dat had [betrokkene] geregeld.
V: Vertel eens
A: Wij kwamen aangereden en [verdachte] had contact met hem via de sms waar hij stond. Wij
reden in de Mercedes van [verdachte] . [betrokkene] was ook in een Mercedes, volgens mij zwart, een
type ML, een hoge auto. [verdachte] en ik zijn achter [betrokkene] aangelopen naar de receptie en
JV: We tonen je nu een foto van een man. We vragen je of dit de persoon is die jij [betrokkene]
noemt.
A: Ja dat is de [betrokkene] waarover ik nu praat.
0: Deze foto wordt bij het verhoor gevoegd. Het betreft een foto van verdachte
[betrokkene] .
V: Hoe gaat het dan
A: [verdachte] is er de hele tijd bij gebleven. Als je binnen kwam was aan de rechterkant
een badkamer en links stonden 2 stoelen en daar heeft [verdachte] de hele tijd gezeten.
[verdachte] wordt ook wel [verdachte] genoemd. Ik was op bed. [verdachte] kon zien wat [betrokkene] met mij
deed. [betrokkene] had zich al ongeveer uitgekleed. Ik deed langzamer om de tijd te rekken.
Hij hielp me met de string en zo. Hij begon me kusjes te geven en ging me toen beffen.
Ik heb hem toen gepijpt. Ik moest daarna bovenop hem komen zitten. Hij ging
met zijn penis, toen kwam hij in mijn vagina met zijn penis. Toen kwam híj bovenop
mij en ging met zijn penis in mijn vagina. Hij kwam toen al klaar.
V: Is er nog wat gezegd door [betrokkene] of zo.
A: Hij zei wel na die tijd dat hij nog een keer vaker wilde afspreken met mij en of
ik het leuk vond. Ik zei maar "ja". Ik dacht dan ben ik er misschien vanaf.
V: Vond je het leuk om seks met deze man te hebben.
A: Nee
V: Als je nu terug denkt. Hoe vond je het.
A: Ik vond het niet leuk, maar ik deed het om mijn vriend te helpen. Ik dacht als dit
voorbij is dan is het klaar, maar...
V: Hoe is er betaald?
A: 100 of 150 euro. [betrokkene] wilde het aan míj geven, maar ik wees naar [verdachte] en toen
heeft [betrokkene] het gelijk aan [verdachte] gegeven.
V: Wanneer was de 2e keer
A: Ik denk een maand later
V: Hoe kwam die afspraak tot stand
A: Via de sms ook van [verdachte] .
V: Waar hebben jullie afgesproken
A: Op een parkeerplaats in een bus. Ik weet echt niet waar. Het was tussen een
woonwijk en een centrum in van een plaats. Het was een half uur van Apeldoorn af over
de snelweg.
V: Wat is de reden voor die 2e afspraak.
A: Weer om [verdachte] te helpen dat hij er geld voor zou krijgen. [verdachte] had wel wat
schulden maar niet heel veel meer, voor zover ik weet.
V: wat heeft [verdachte] tegen jou gezegd dan over wat er met hem zou gebeuren als hij die
schulden niet zou betalen
A: [verdachte] zei wel dat hij schulden van het gokken had en daar baalde hij van. Hij
heeft niet aan mij gevraagd of ik dat voor hem wilde doen. Ik heb het aangeboden aan
hem om hem te helpen.
V: wat heeft gemaakt dat jij dat aanbood en over die drempel heen ging
A: het is voor mij geweest dat ik hem wilde helpen en dat hij die knop in zijn hoofd
omdraaide en dat het nu voor eens een keer klaar zou zijn.
V: Hoe loopt het die 2 e afspraak
A: We kwamen aanrijden en hij stond daar al met een zwarte bus. Een grote bestelbus.
Of Mercedes of Volkswagen. Er stond niks op de zijkant van de bus. Achterin had [betrokkene]
een matras neergelegd. Toen heb ik daar een half uurtje met hem in gelegen en net als
de vorige keer dat hij mij befte en ik hem pijpte en toen heeft hij even op mij
gelegen en dat hij met zijn penis in mijn vagina ging en seks met mij had.
V: wat is er afgesproken over betalen
A: dat weet ik niet, want dat heeft [verdachte] met hem besproken. Ik kreeg wel het geld
van hem en heb dat gelijk in de tas gestopt. Ik heb niet gekeken. Het zijn misschien
3 of 4 briefjes geweest van 50. 150 of misschien 200, - euro. Toen ik bij [verdachte] in de
auto stapte heb ik dat aan hem gegeven.
2.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 24 november 2017, voor zover inhoudende de – zakelijk weergegeven - verklaring van verdachte:
[slachtoffer] , die toen 16 jaar was, en ik hebben in 2013 op een site een advertentie gezet waarin stond dat een minderjarige wilde chatten. Hier zijn uiteindelijk twee afspraken uitgekomen met [betrokkene] . [slachtoffer] heeft in dat jaar, toen ze 16 jaar oud was, eerst seks gehad met die [betrokkene] in een kamer van het Theaterhotel in Almelo. Een maand of zo later – [slachtoffer] was nog steeds 16 jaar oud – heeft zij seks met [betrokkene] gehad in zijn bestelauto op een parkeerplaats in Apeldoorn. [slachtoffer] heeft voor beide keren geld gekregen van [betrokkene] . In die tijd gokte ik wel eens. Van een deel van het geld zijn wij uit eten geweest en we hebben spulletjes gekocht voor onze woning.
3.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [betrokkene] , voor zover inhoudende als zijn, zakelijk weergegeven, verklaring (blz. 49 tot en met 51):
V: Wie zijn [verdachte] en [slachtoffer] ?
A: Een stelletje. Wonen in Apeldoorn. Daar is 2 keer mee afgesproken en toen bleek achteraf dat [slachtoffer] 16 was. We hebben afgesproken bij het Theaterhotel in Almelo. Tijdens deze afspraak ben ik achter haar eigen naam gekomen, [slachtoffer] . Toen bleek mij dat zij 16 jaar was.
V: Wat voor seks hebben [slachtoffer] en jij gehad?
A: Normale seks.
V: Wat is normale seks?
A: Neuken. Ik drong met mijn penis haar vagina binnen. Volgens mij heeft ze mij niet gepijpt. Geen anale en orale seks.
V: Was het met condoom?
A: Nee.
V: Wanneer vond deze seks plaats?
A: Ongeveer 2 jaar geleden.
V: En daarna?
A: Hebben we nog een keer afgesproken, een cardate in Almelo. We hebben toen seks in de auto gehad. In mijn eigen auto, een Mercedes-busje. Het gebeurde achter in de auto, op de laadvloer.
V: Hoeveel tijd zat er tussen deze afspraken?
A: Tussen de 1 en 3 maanden.
V: Hoe oud was ze toen, volgens jou?
A: 16 jaar.
V: Wist je dat?
A: Ja, bij de tweede afspraak wel. Toen wist ik dat ze 16 jaar oud was. Ik wist dit van Facebook.
V: Wat voor seks heb je met [slachtoffer] de tweede keer?
A: Ik deed mijn penis in haar vagina.
V: Wat is er betaald voor de seks met [slachtoffer] ?
A: Veel. De eerste keer heb ik volgens mij 250 euro betaald. Ik kan mij dat niet goed herinneren. De tweede keer volgens mij hetzelfde.
V: Aan wie heb je geld voor de betaalde seks met [slachtoffer] gegeven?
A: Ik denk beide keren aan haar. Ik weet het niet zeker. Ik kan het ook aan hem betaald hebben, aan [verdachte] .
V: Wat was de reden dat het zo'n groot geldbedrag was?
A: Ze adverteerden: seks zonder condoom. Daar moet meer voor betaald worden.
V: Is haar leeftijd ter sprake gekomen voor de eerste afspraak?
A: Dit is niet ter sprake gekomen voor de eerste afspraak. Bij het eerste contact heb ik haar gevraagd of ze 18 jaar oud was. Dit bevestigde ze. Bij de tweede ontmoeting wist ik dat ze 16 jaar oud was.
V: Met wie heb je afspraken gemaakt over de betaling?
A: Dit is via de app gedaan. Ik had wel het idee dat ik met hem onderhandelde, in plaats van met haar. Het zou kunnen dat ik ter plaatse, in het eerste contact, hier nog persoonlijk met [verdachte] over gesproken heb.