8.3Het oordeel van de rechtbank
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot moord. Verdachte heeft het slachtoffer in het bos van achteren aangevallen met een hamer. Hij heeft haar meerdere keren met een hamer op het hoofd geslagen. Nadat het slachtoffer ten val is gekomen heeft verdachte zijn handen om haar keel gelegd en heeft hij haar proberen te wurgen. Het is aan het optreden van het slachtoffer te danken dat zij dit heeft overleefd.
Verdachte heeft door zijn handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijk integriteit van het slachtoffer. De ervaring leert dat slachtoffers van dergelijke geweldsmisdrijven daarvan ook nog lange tijd nadelige psychische gevolgen ondervinden. Dat het handelen van verdachte nog steeds een enorme impact heeft op het slachtoffer blijkt ook uit de ter zitting voorgelezen schriftelijke slachtofferverklaring. Het gaat bovendien om een ernstig geweldsdelict dat niet alleen voor het slachtoffer maar ook een voor de rechtsorde schokkend karakter draagt en dat leidt tot gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van een grote hoeveelheid kinderpornografische foto’s en films. Daarop zijn met name meisjes jonger dan twaalf jaar te zien die poseren op een wijze kennelijk bedoeld om seksuele prikkelingen op te wekken. Verdachte heeft dit soort afbeeldingen en films gedownload en bekeken. Verdachte heeft hiermee de norm die strekt tot de bescherming van jeugdigen tegen seksueel misbruik geschonden. Door het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal blijft de vraag naar kinderporno bestaan en is verdachte mede verantwoordelijk te houden voor de productie van het materiaal en het in stand houden van de afzetmarkt daarvoor. Voor deze productie worden kinderen seksueel misbruikt en uitgebuit. Zij worden voor de camera gezet om te poseren en moeten seksuele handelingen bij zichzelf en anderen verrichten en ondergaan. Handelingen waar zij, gelet op hun geestelijke en lichamelijke ontwikkeling, nog lang niet aan toe zijn. Het is een feit van algemene bekendheid dat veel van deze misbruikte kinderen psychisch schade oplopen, waar zij de rest van hun leven mee geconfronteerd worden.
Wat betreft de persoonlijke omstandigheden van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met het uittreksel uit het Justitiële Documentatieregister betreffende verdachte van 12 december 2016, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
Bij de bepaling van de soort en de hoogte van de straf heeft de rechtbank ook rekening gehouden met de inhoud van het:
- Pro Justitia rapport van 8 november 2016, opgesteld door de deskundige
dr. L.H.W.M. Kaiser, psychiater;
- Pro Justitia rapport van 4 november 2016, opgesteld door de deskundige
drs. B. Koudstaal, psycholoog en
- de door dr. L.H.W.M. Kaiser en B. Koudstaal afgelegde deskundigen verklaringen ter zitting.
Psychiatrisch rapport
Uit dit rapport valt op te maken dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis in de vorm van een autisme spectrum stoornis en een psychotische stoornis. De ziekelijke stoornis bestond ook ten tijde van de aan verdachte tenlastegelegde feiten. De gedragskeuze van verdachte is daardoor beïnvloed. Verdachte handelde vanuit een psychotische stoornis waarin hij een stem hoorde die hem opdroeg om agressie te uiten naar een willekeurige persoon op de openbare weg en waarbij hij vanuit zijn autistische stoornis gepreoccupeerd was met zinloos geweld waarin hij zich identificeerde met de agressor. Hij was daar dusdanig door gepreoccupeerd dat hij tot handelen overging terwijl hij door zijn autisme te weinig empathisch vermogen heeft om aan te voelen wat het voor het slachtoffer betekende. Hij was niet meer in staat om weerstand te bieden tegen de preoccupatie om geweld te plegen. Omtrent het downloaden van kinderporno blijkt dat het geheel voortkomt vanuit zijn autisme spectrumstoornis en daarbinnen zijn preoccupatie met geweld en seksueel geweld. Zijn autisme maakt dat hij niet aanvoelt wat de gevolgen zijn van het downloaden voor anderen. Zijn executieve functies en vermogen om vooruit te lopen op consequenties voor hemzelf en voor anderen is beperkt door het autisme en om hulp in te schakelen.
De kans op recidive is hoog. De psychiater acht een intensieve klinische behandeling nodig in een kliniek met matig hoge beveiliging en grote mate van zorg. Gezien de recidivekans, ook binnen een instelling, is intensieve monitoring van zijn toestand nodig. Daarbij moet de instelling kunnen handelen bij dreigend gevaar ook als verdachte het zelf niet zou willen. Daardoor is een opname in vrijwillige kader of onder voorwaarden volgens de psychiater niet mogelijk. Er is een langdurige klinische behandeling nodig met een tamelijk hoge beveiliging, zodat die niet in het kader van een artikel 37 Sr plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis uitgevoerd kan worden. Daar is de mate van beveiliging onvoldoende, terwijl één jaar verplichte behandeling te kort is. Gezien de ernst van de tenlastegelegde feiten, de stoornis van zijn geestvermogens, de hoge recidivekans en de grote mate van beveiliging die nodig is, adviseert de psychiater oplegging van de maatregel van een terbeschikkingstelling met dwangverpleging.
Psychologisch rapport
Op 4 november 2016 heeft drs. B. Koudstaal, klinisch psycholoog een rapport uitgebracht naar aanleiding van een psychologisch onderzoek betreffende verdachte. Zoals eerder overwogen valt uit dat rapport op te maken dat bij verdachte sprake is van een autistische stoornis en een parafilie NAO. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat verdachte lijdt aan depressieve klachten, misbruik en/of afhankelijkheid van methylfenidaat en de gevolgen van traumatiserende ervaringen. Het onder 1 tenlastegelegde is te interpreteren als een resultante van een lange en geleidelijke weg, waarin verdachte de door hemzelf ervaren onmacht in machtsuitoefening heeft omgezet. De autistische fixaties en de voortdurende blootstelling aan geweld hebben zijn denken vertroebeld. Er was voor verdachte geen weg meer terug en hij is op grond van zijn stoornis niet in staat geweest om te overzien hoe gevaarlijk dit traject was. De uiteindelijke aanval komt impulsief en ondoordacht tot stand, getuige ook zijn ontreddering op het moment dat zaken anders lopen dan hij heeft bedacht. Ten aanzien van het bezit van kinderporno ook deze fascinatie start vanuit verontwaardiging en angst dat mensen in staat zijn kinderen en dieren te misbruiken. Verdachte duikt hier in en stuit op illegaal materiaal. Hij is zich ervan bewust dat dit “niet mag”, houdt het geheim en voelt zich uitgedaagd door de moeilijkheidsgraad. Hij overziet echter niet welk strafrechtelijk risico hij hierbij loopt. Als hij zich hier enige tijd mee bezig heeft gehouden, verliest hij de interesse en verwijdert hij de bestanden
.
Het risico op recidive wordt zowel gestructureerd als klinisch als ‘hoog’ ingeschat. Verdachte is weliswaar ‘first offender’, maar de onderliggende problematiek is fors en moeilijk beïnvloedbaar. Er is sprake van preoccupaties met geweld, identificatie met de agressor en afwijkende (en grensoverschrijdende) seksuele voorkeuren. Het gaat om complexe problematiek gepaard met beperkte leerbaarheid en een gering probleeminzicht. Daarnaast is verdachte slechts beperkt gemotiveerd voor verandering en zal behandeltrouw slechts gegarandeerd zijn binnen een verplicht kader. Het opleggen van een artikel 37 Sr maatregel zal in het geval van verdachte niet volstaan, omdat het niet realistisch is om te veronderstellen dat binnen een jaar voldoende resultaat zal zijn bereikt. Dan rest de oplegging van de maatregel terbeschikkingstelling, waarbij moet worden afgewogen of een terbeschikkingstelling met voorwaarden kan volstaan. De psycholoog meent van niet, aangezien voorspeld kan worden dat verdachte niet in staat zal zijn zich aan de voorwaarden te houden. Verdachte is nu niet in staat dit te overzien, maar zal in de loop van zijn behandeling met fases van weerstand te maken krijgen. Op die momenten kan alleen de dwangverpleging borgen dat het behandelproces niet verstoord wordt. De psycholoog adviseert derhalve het opleggen van een terbeschikkingstelling met dwangverpleging.
De rechtbank neemt de conclusies van de gedragsdeskundigen over en maakt deze tot de hare.
Gelet op het bovenstaande zal de rechtbank de maatregel terbeschikkingstelling met dwangverpleging opleggen. Aan de wettelijke voorwaarden daarvoor is voldaan. Er zijn adviezen van gedragsdeskundigen van twee verschillende disciplines die niet ouder zijn dan een jaar. Op het door verdachte begane feit staat naar de wettelijke omschrijving een straf van meer dan vier jaar. Ten tijde van dit feit bestond bij verdachte een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens. De veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist zowel de terbeschikkingstelling als de verpleging van overheidswege. De rechtbank wijst in dit verband op de ernst van het gepleegde feit, de grote kans op herhaling en de ernst van de geestesziekte van verdachte.
De rechtbank overweegt dat een terbeschikkingstelling met dwangverpleging zal worden opgelegd ter zake onder meer van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen als bedoeld in artikel 359, zevende lid, Wetboek van Strafvordering (Sv), te weten poging tot moord. De totale duur van de maatregel kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.