In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 30 november 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting RIBW Groep Overijssel (eiseres) en een gedaagde, een kwetsbare jongvolwassene met complexe psychische problemen. De gedaagde was gehuisvest door RIBW in het kader van een begeleidingsovereenkomst, die op 2 oktober 2017 door RIBW werd opgezegd vanwege herhaaldelijk ernstig en agressief gedrag van de gedaagde, wat leidde tot overlast voor medecliënten en begeleiders. Ondanks meerdere waarschuwingen en overplaatsingen naar andere woonlocaties, verbeterde het gedrag van de gedaagde niet. RIBW vorderde ontruiming van de woonruimte aan de [adres 4] te [plaats], waar de gedaagde nog steeds verbleef. De voorzieningenrechter oordeelde dat RIBW de begeleidingsovereenkomst terecht had opgezegd en dat de gedaagde zonder recht of titel in de woonruimte verbleef. De rechter stelde een ontruimingstermijn van zes weken vast, zodat de gedaagde de tijd had om alternatieve woonruimte te vinden, met de mogelijkheid van bemiddeling door RIBW. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.