Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[B] ,
[C],
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie,
- de mondelinge behandeling op 20 januari 2017.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die op 3 februari 2017 door de Rechtbank Overijssel is behandeld, vordert eiser [A] de afgifte van zijn hond, Baron, die door gedaagden [B] en [C] zonder toestemming is meegenomen. De hond was in het echtscheidingsconvenant tussen [A] en [C] aan [A] toegewezen, en hij heeft Baron na de scheiding ook feitelijk in zijn bezit gehad. Gedaagden hebben betoogd dat zij recht hebben op de hond en hebben een straat- en contactverbod tegen [A] gevorderd, omdat zij zich bedreigd voelen door zijn gedrag. De voorzieningenrechter oordeelt dat [A] de eigenaar van Baron is en dat gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld door de hond mee te nemen. De vordering tot afgifte van de hond wordt toegewezen, met een termijn van 48 uur voor afgifte, onder dwangsom. De vorderingen van [C] en [B] in reconventie worden afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs is voor hun claims en de voorzieningenrechter geen aanleiding ziet voor het opleggen van een straat- of contactverbod. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.