ECLI:NL:RBOVE:2017:4443

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 november 2017
Publicatiedatum
28 november 2017
Zaaknummer
08/960002-17 (P) (LP)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor ontucht en kinderporno met gevangenisstraf en TBS

Op 28 november 2017 heeft de Rechtbank Overijssel een 34-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar en terbeschikkingstelling met dwangverpleging. De man was schuldig bevonden aan het maken en verspreiden van kinderporno en het seksueel misbruiken van twee minderjarige meisjes. Gedurende anderhalf jaar heeft hij zich schuldig gemaakt aan ernstig seksueel misbruik van de slachtoffers, die op dat moment nog minderjarig waren. De rechtbank oordeelde dat de man een grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal in bezit had en dit ook verspreidde via het dark web. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar laten meewegen in de strafmaat. Daarnaast werd er rekening gehouden met de psychische stoornissen van de verdachte, waaronder pedofilie en autisme, die zijn gedragskeuzes beïnvloedden. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de oplegging van de TBS-maatregel met verpleging van overheidswege vereiste. De man moet ook een schadevergoeding van ruim 6400 euro aan zijn slachtoffers betalen.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/960002-17 (P) (LP)
Datum vonnis: 28 november 2017
Vonnis op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] (O),
thans in voorarrest verblijvende in het PPC te Vught.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 14 november 2017. De rechtbank heeft ter terechtzitting kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. B.M.M. Zonneveld en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. E.E. de Feijter, advocaat te Breda, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich heeft schuldig heeft gemaakt aan:
feit 1:
het maken van een gewoonte van het verspreiden/aanbieden/tentoonstellen en het bezitten van afbeeldingen van seksueel misbruik van minderjarigen in de periode van 4 april 2016 tot en met 13 februari 2017 in Hengelo;
feit 2:
het vervaardigen en het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen van slachtoffer 1in de periode van 16 september 2015 tot en met 13 februari 2017 in Hengelo;
feit 3:
het meermalen plegen van seksueel misbruik jegens slachtoffer 1 van haar derde tot haar zesde levensjaar, door haar veelvuldig te betasten en te likken zoals omschreven in de tenlastelegging, primair tenlastegelegd als seksueel binnendringen van een kind onder de 12 jaar en subsidiair tenlastegelegd als het plegen van ontuchtige handelingen met een kind onder de 16 jaar dat aan zijn zorg was toevertrouwd in de periode van 16 september 2015 tot en met 13 februari 2017 in Hengelo;
feit 4:
het meermalen plegen van seksueel misbruik jegens slachtoffer 2 op haar vijfde of zesde levensjaar rond de Kerst van 2011 of 2012, door haar te betasten en te likken, tenlastegelegd als het plegen van ontuchtige handelingen met een kind onder de 16 jaar dat aan zijn zorg was toevertrouwd.
Voluit luidt (na toegestane wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting van 31 oktober 2017) de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Feit 1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 april 2016 tot en met 13 februari 2017 te Hengelo, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, telkens afbeeldingen, te weten een grote hoeveelheid foto’s en/of video’s en/of files, en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijke de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, immers heeft hij, verdachte,
A.
geplaatst op de TOR-site (.onion) [bestandsnaam 1] en/of [bestandsnaam 2] een of meerdere afbeeldingen en/of bestanden als hiervoor bedoeld
en/of
B. aanwezig gehad een grote hoeveelheid bedoelde afbeeldingen en meerdere, althans een gegevensdragers (een HP-computer, genaamd i5PC2, met IBN-nummer [nummer 1] (,inclusief:
[bestandsnaam 3]
[bestandsnaam 4]
[bestandsnaam 5]
[bestandsnaam 6]
[bestandsnaam 7]
en/of Harde schijf ( [nummer 2] ) (beslagcode [code 1]
en/of harde schijf [code 2]
(met daarin bedoelde afbeeldingen),
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de penis en/of met een voorwerpen en/of met de vinger/hand en/of met de mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met een voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
[bestandsnaam 8]
[bestandsnaam 9]
[bestandsnaam 10]
[bestandsnaam 11]
[bestandsnaam 12]
[bestandsnaam 13]
[bestandsnaam 14]
[bestandsnaam 15]
[bestandsnaam 16]
[bestandsnaam 17]
en/of
het met de vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
[bestandsnaam 18]
[bestandsnaam 19]
[bestandsnaam 20]
[bestandsnaam 21]
[bestandsnaam 22]
[bestandsnaam 23]
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbare seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
[bestandsnaam 24]
[bestandsnaam 25]
[bestandsnaam 26]
[bestandsnaam 27]
[bestandsnaam 28]
[bestandsnaam 29]
[bestandsnaam 30]
[bestandsnaam 31]
[bestandsnaam 32]
[bestandsnaam 33]
[bestandsnaam 34]
[bestandsnaam 35]
[bestandsnaam 36]
[bestandsnaam 37]
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
[bestandsnaam 38]
[bestandsnaam 39]
[bestandsnaam 40]
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 2
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 september 2015 tot en met 13 februari 2017 te Hengelo, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, telkens
(3) afbeeldingen, te weten (een) foto(‘s) - en/of gegevensdragers, bevattende bedoelde afbeeldingen - te weten, een HP computer, genaamd i5PC2 (met beslagcode [nummer 1] -
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten (slachtoffer) 1 geboren in 2010 is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft vervaardigd, en/of die gegevensdrager(s) en/of bedoelde afbeeldingen van slachtoffer 1 aanwezig heeft gehad
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die 1, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die 1, althans deze persoon in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die 1, althans deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die 1, althans deze persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
[bestandsnaam 41]
zoals omschreven in proces-verbaal van beeldbeoordeling [nummer 3] en [nummer 4]
Feit 3
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 september 2015 tot en met 13 februari 2017 te Hengelo, althans in Nederland
handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van (slachtoffer) 1 geboren in 2010 (nader benoemd in het proces-verbaal [nummer 5] die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt heeft gepleegd,
immers heeft hij, verdachte de vagina van die 1 (meermalen) betast en/of met zijn, verdachtes, vinger(s) en/of de schaamlippen en/of clitoris van dat/die (slachtoffer) 1 (meermalen) met zijn, verdachtes, vingers betast en/of de schaamlippen en/of vagina en/of clitoris van dat/die (slachtoffer) 1 met zijn, verdachtes, tong gelikt en/of met zijn, verdachtes, vingers en/of tong dat/die (slachtoffer) 1 heeft gestimuleerd op de buitenste schaamlippen, althans op de (ont)blote onderkant van haar bovenlichaam ter hoogte van de vagina en/of clitoris (van die 1)
(telkens) terwijl die 1 aan zijn zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd;
ALTHANS, voor zover het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, ter zake dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 september 2015 tot en met 13 februari 2017 te Hengelo, althans in Nederland
(telkens) met 1,geboren in 2010,die op dat moment de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt buiten echt ontuchtige handelingen gepleegd,
immers heeft hij, verdachte, de vagina van die 1 (meermalen) betast
en/of met zijn, verdachtes, vinger(s) en/of de schaamlippen en/of clitoris van dat/die (slachtoffer) 1 (meermalen) met zijn, verdachtes, vingers betast en/of de schaamlippen en/of vagina en/of clitoris van dat/die (slachtoffer) 1 met zijn, verdachtes, tong gelikt en/of met zijn, verdachtes, vingers en/of tong dat/die (slachtoffer) 1 heeft gestimuleerd op de buitenste schaamlippen, althans op de (ont)blote onderkant van haar bovenlichaam ter hoogte van de vagina en/of clitoris (van die 1)
(telkens) terwijl die 1 aan zijn zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd;
Feit 4
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2011 tot en met 31 december 2011 te Enschede, althans in Nederland
(telkens) met (slachtoffer) 2, geboren in 2007, die op dat moment de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt buiten echt ontuchtige handelingen gepleegd,
immers heeft hij, verdachte, de vagina van die 2 (meermalen) betast
en/of met zijn, verdachtes, vinger(s) en/of de schaamlippen en/of clitoris van dat/die (slachtoffer) 2 (meermalen) met zijn, verdachtes, vingers betast en/of de schaamlippen en/of vagina en/of clitoris van dat/die (slachtoffer) 2 met zijn, verdachtes, tong gelikt en/of met zijn, verdachtes, vingers en/of tong dat/die (slachtoffer) 2 heeft gestimuleerd op de buitenste schaamlippen, althans op de (ont)blote onderkant van haar bovenlichaam ter hoogte van de vagina en/of clitoris (van die 2)
(telkens) terwijl die 2 aan zijn zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsoverwegingen [1]
4.1.
Inleiding
Op 11 oktober 2016 ontving het Team bestrijding kinderporno en kindersekstoerisme van de Landelijke Eenheid Politie uit een Nieuw Zeelands politieonderzoek informatie, afkomstig uit chatberichten van een forum op het “darknet”. Op dat forum hebben liefhebbers van seksueel misbruik van kinderen in de leeftijd tussen de 5 en 16 jaar contact met elkaar. Uit de verkregen chatberichten gedurende de periode van eind november 2016 tot en met december 2016 bleek onder meer dat aan deze chatcommunicatie werd deelgenomen door een persoon die zich uitgaf als [naam] en waarvan het vermoeden was gerezen dat het een persoon met de Nederlandse nationaliteit betrof.
Naar aanleiding van deze informatie en na nader onderzoek betreffende de identificatie van een kind op foto’s die door [naam] aan de chats waren toegevoegd, is de verdenking gerezen dat verdachte degene was die zich uitgaf als [naam] . Daarop zijn er meerdere opsporingsmiddelen ingezet in een stafrechtelijk onderzoek, genaamd Kentwood.
Gedurende het strafrechtelijk onderzoek is de TOR-site van verdachte benaderd en is een grote hoeveelheid (113.483) kinderpornografische afbeeldingen (113.425 foto’s en 58 video’s) gedownload.
Verdachte is op 13 februari 2017 aangehouden in zijn woning te Hengelo (Overijssel).
Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte zijn diverse gegevensdragers inbeslaggenomen, welke uitvoerig zijn onderzocht. Uit het onderzoek van die gegevensdragers is gebleken dat in totaal ruim 1 miljoen afbeeldingen aanwezig waren, waarvan een percentage van circa 30% als kinderpornografisch materiaal is beoordeeld.
Uit de gevoerde chatberichten kon tevens worden afgeleid dat verdachte zich schuldig zou hebben gemaakt aan feitelijk (
hands-on) seksueel misbruik van tenminste twee jonge kinderen. Ter zake van seksueel misbruik van deze twee jonge kinderen is aangifte gedaan door de betreffende ouder(s).
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 3 primair tenlastegelegde en dat het onder 1, 2, 3 subsidiair en 4 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde vrijspraak bepleit voor zover de tenlastelegging ziet op medeplegen en heeft zich voor het overige gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat volgens haar geen sprake is van drie door verdachte opgeslagen verschillende kinderpornografische afbeeldingen, maar van één en dezelfde kinderpornografische afbeelding die op drie verschillende wijzen door verdachte is opgeslagen.
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder 3 primair tenlastegelegde (slachtoffer 1) en heeft daartoe aangevoerd dat er, mede gelet op de geldende rechtspraak van de Hoge Raad, onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om te kunnen spreken van seksueel binnendringen van het lichaam van slachtoffer 1.
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van het onder 3 subsidiair tenlastegelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat zij niet wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte de clitoris van slachtoffer 1 heeft betast en/of gestimuleerd en dat hij seksuele handelingen heeft verricht met zijn tong.
De raadsvrouw heeft ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde (slachtoffer 2) geconcludeerd dat een bewezenverklaring kan volgen, met uitzondering van de handelingen door verdachte die zouden hebben bestaan uit het met de vingers betasten van de clitoris en het verrichten van seksuele handelingen met de tong.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, met de daarbij gevoegde bijlagen, van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 25 januari 2017 [2] ;
- het proces-verbaal van bevindingen, met de daarbij gevoegde bijlagen, van verbalisant [verbalisant 2] d.d. 25 januari 2017 [3] ;
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 3] d.d. 28 maart 2017 [4] ;
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] d.d. 25 april 2017 [5]
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 28 maart 2017 [6] ;
- het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch beeldmateriaal, met de daarbij gevoegde bijlagen, van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] d.d. 26 april 2017 [7]
- het proces-verbaal van bevindingen, met de daarbij gevoegde bijlagen van verbalisant [verbalisant 6] d.d. 19 april 2017 [8] ;
- het proces-verbaal van bevindingen, met de daarbij gevoegde bijlagen, van verbalisant [verbalisant 3] d.d. 12 juni 2017 [9] ;
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting;
- de zogenaamde toonmap waarvan de rechtbank heeft kennisgenomen tijdens (een onderbreking van) het onderzoek ter terechtzitting.
De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is dat verdachte dit feit tezamen en in vereniging met een of meer anderen heeft gepleegd. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het medeplegen van dit feit.
Feit 2
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, met de daarbij gevoegde bijlagen, van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 25 januari 2017 [10] ;
- het proces-verbaal beeldbeoordeling, met de daarbij gevoegde bijlagen, van verbalisant [verbalisant 4] d.d. 21 februari 2017 [11] ;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, met de daarbij gevoegde bijlagen, van verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] d.d. 21 februari 2017 [12] ;
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 3] d.d. 28 maart 2017 [13] ;
- het proces-verbaal beeldbeoordeling, met de daarbij gevoegde bijlagen, van verbalisant [verbalisant 4] d.d. 29 maart 2017 [14] ;
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting
- de zogenaamde toonmap waarvan de rechtbank heeft kennisgenomen tijdens (een onderbreking van) het onderzoek ter terechtzitting.
De rechtbank merkt daarbij op dat zij voorbij gaat aan de stelling van de raadsvrouw dat verdachte slechts één – kortweg – kinderpornografische afbeelding heeft vervaardigd, nu immers ook het kopiëren daarvan een afbeelding c.q. een gegevensdrager bevattende een afbeelding als bedoeld in artikel 240b Sr. voortbrengt.
Feit 3 primair
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsvrouw van oordeel dat het onder 3 primair tenlastegelegde – meer in het bijzonder: het seksueel binnendringen - niet wettig en overtuigend bewezen is, zodat de rechtbank de verdachte daarvan zal vrijspreken.
Feit 3 subsidiair
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 3 subsidiair ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van verhoor getuige van verbalisanten [verbalisant 9] en [verbalisant 10] d.d. 4 april 2017, inhoudende de verklaring van getuige [getuige 1] [15] ;
- het proces-verbaal aangifte van verbalisanten [verbalisant 10] en [verbalisant 9] d.d. 6 april 2017, inhoudende de aangifte van [getuige 1] [16] ;
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting.
Feit 4
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 4 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van verhoor getuige van verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 11] d.d. 23 februari 2017, inhoudende de verklaring van getuige [getuige 2] [17] ;
- het proces-verbaal van verhoor getuige van verbalisanten [verbalisant 9] en [verbalisant 10] d.d. 23 februari 2017, inhoudende de verklaring van getuige [getuige 3] [18] ;
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
Feit 1
hij op tijdstippen in de periode van 4 april 2016 tot en met 13 februari 2017 te Hengelo, althans in Nederland, telkens afbeeldingen, te weten een grote hoeveelheid foto’s en video’s en files, en gegevensdragers bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijke de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verspreid en aangeboden en openlijk tentoongesteld en verworven en in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, immers heeft hij, verdachte,
B.
geplaatst op de TOR-site (.onion) [bestandsnaam 1] en/of [bestandsnaam 2] een of meerdere afbeeldingen en/of bestanden als hiervoor bedoeld
en
B. aanwezig gehad een grote hoeveelheid bedoelde afbeeldingen en meerdere gegevensdragers (een HP-computer, genaamd i5PC2, met IBN-nummer [nummer 1] (inclusief:
[bestandsnaam 3]
[bestandsnaam 4]
[bestandsnaam 5]
[bestandsnaam 6]
[bestandsnaam 7]
en harde schijf ( [nummer 2] ) (beslagcode [code 1]
en harde schijf [code 2]
(met daarin bedoelde afbeeldingen),
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de penis en/of met een voorwerpen en/of met de vinger/hand en/of met de mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met een voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
[bestandsnaam 8]
[bestandsnaam 9]
[bestandsnaam 10]
[bestandsnaam 11]
[bestandsnaam 12]
[bestandsnaam 13]
[bestandsnaam 14]
[bestandsnaam 15]
[bestandsnaam 16]
[bestandsnaam 17]
en
het met de vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
[bestandsnaam 18]
[bestandsnaam 19]
[bestandsnaam 20]
[bestandsnaam 21]
[bestandsnaam 22]
[bestandsnaam 23]
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbare seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
[bestandsnaam 24]
[bestandsnaam 25]
[bestandsnaam 26]
[bestandsnaam 27]
[bestandsnaam 28]
[bestandsnaam 29]
[bestandsnaam 30]
[bestandsnaam 31]
[bestandsnaam 32]
[bestandsnaam 33]
[bestandsnaam 34]
[bestandsnaam 35]
[bestandsnaam 36]
[bestandsnaam 42]
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
[bestandsnaam 38]
[bestandsnaam 39]
[bestandsnaam 40]
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een beroep of een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 2
hij op tijdstippen in de periode van 16 september 2015 tot en met 13 februari 2017 te Hengelo, althans in Nederland, meermalen (3) afbeeldingen, te weten foto‘s en/of gegevensdragers, bevattende bedoelde afbeeldingen (met beslagcode [code 3] van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten slachtoffer 1 geboren in 2010, is betrokken, heeft vervaardigd, en die bedoelde afbeeldingen van slachtoffer 1 aanwezig heeft gehad,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door slachtoffer 1, waarbij slachtoffer 1, in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past en waarna door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose en/of de wijze van kleden van slachtoffer 1, en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel, de borsten en/of billen van slachtoffer 1 in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling, zoals omschreven in proces-verbaal van beeldbeoordeling [nummer 6] en [nummer 7]
Feit 3 subsidiair
hij op tijdstippen in de periode van 16 september 2015 tot en met 13 februari 2017 te Hengelo, althans in Nederland, telkens met slachtoffer 1,geboren in 2010,die op dat moment de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft hij, verdachte, de vagina van slachtoffer 1 meermalen betast en met zijn, verdachtes, vinger(s) de schaamlippen en/of clitoris van slachtoffer 1 meermalen betast en/of de schaamlippen en/of vagina en/of clitoris van slachtoffer 1 met zijn, verdachtes, vingers gestimuleerd op de buitenste schaamlippen, althans op de (ont)blote onderkant van haar bovenlichaam ter hoogte van de vagina en/of clitoris, telkens terwijl slachtoffer 1 aan zijn zorg en waakzaamheid was toevertrouwd;
Feit 4
hij op tijdstippen in de periode van 1 oktober 2011 tot en met 31 december 2011 te Enschede, althans in Nederland, telkens met slachtoffer 2, geboren in 2007, die op dat moment de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft hij, verdachte de vagina van slachtoffer 2 meermalen betast en met zijn, verdachtes, vinger(s) de schaamlippen en/of clitoris van slachtoffer 2
meermalen betast en de schaamlippen en/of vagina en/of clitoris van slachtoffer 2 met zijn, verdachtes, vingers gestimuleerd op de buitenste schaamlippen, althans op de (ont)blote onderkant van haar bovenlichaam ter hoogte van de vagina en/of clitoris, telkens terwijl slachtoffer 2 aan zijn zorg en waakzaamheid was toevertrouwd.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het onder 1, 2, 3 subsidiair en 4 bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 240b, 247 en 248 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
het misdrijf:een afbeelding of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen, invoeren, doorvoeren, uitvoeren, verwerven, in bezit hebben en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaffen, terwijl van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt;
feit 2:
het misdrijf:
een afbeelding of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding, van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
feit 3:
het misdrijf:met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd.
feit 4:
het misdrijf:met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar met aftrek van voorarrest.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege wordt opgelegd.
Voor wat betreft de afdoening van het beslag heeft de officier van justitie gevorderd de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen vermelde goederen te onttrekken aan het verkeer.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair bepleit om aan verdachte uitsluitend de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden op te leggen en subsidiair om naast voornoemde maatregel geen langere gevangenisstraf op te leggen dan de periode die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
De raadsvrouw heeft bepleit om de gegevensdragers en computers waarop geen kinderpornografisch materiaal is aangetroffen terug te geven aan de verdachte. Zij verzet zich niet tegen onttrekking aan het verkeer van de harde schijven waarop kinderpornografisch materiaal is aangetroffen.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder die feiten zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van ongeveer anderhalf jaar vele malen schuldig gemaakt aan ernstig seksueel misbruik van slachtoffer 1. Hij deed dit jegens een jong meisje met een ontwikkelingsachterstand dat opgroeide in een gezin waarin door diverse omstandigheden bepaald geen ideaal opvoedingsklimaat heerste. Verdachte was zich van deze trieste aspecten zeer wel bewust. Niettemin heeft hij het welbevinden van dit zo kwetsbare, aan hem toevertrouwde meisje, keer op keer op keer opgeofferd aan zijn eigen seksuele lusten. De rechtbank rekent dit verdachte ernstig aan.
Verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan herhaald seksueel misbruik van slachtoffer 2. Ook in deze setting heeft verdachte op een nare wijze misbruik gemaakt van het in hem gestelde vertrouwen.
Verdachte heeft door het plegen van het seksueel misbruik op grove wijze ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de nog zeer jonge slachtoffers. Daarnaast is het algemeen bekend dat seksueel misbruik langdurig ernstige nadelige psychische gevolgen kan hebben voor (de seksuele ontwikkeling van) slachtoffers, waarbij op kortere of langere termijn (al dan niet blijvende) emotionele schade niet kan worden uitgesloten. Daarnaast heeft het door verdachte gepleegde seksueel misbruik enorme impact in de gezinnen van beide slachtoffers, zoals (onder meer) blijkt uit de slachtofferverklaringen.
Verdachte heeft zich bij het plegen van de feiten uitsluitend laten leiden door eigen gerief en heeft daarbij geen enkel besef heeft getoond voor de eventuele schadelijke gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers.
Verdachte heeft voorts een zeer omvangrijke hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen voorhanden gehad op meerdere computers en/of harde schijven en heeft kinderpornografische afbeeldingen verspreid. Daarmee heeft verdachte een verwerpelijke rol gespeeld in de exploitatie en instandhouding van de markt voor dergelijk materiaal. Daar komt nog bij dat verdachte zelf ook een foto van slachtoffer 1 heeft vervaardigd en verspreid, waarmee hij een actieve rol heeft gespeeld bij het in standhouden van kinderpornografie. Voorts weegt de rechtbank mee de zeer professionele wijze waarop verdachte zich begaf op het internet en in de digitale wereld en de rol die hij, onder meer door op te treden als zgn. moderator, in de organisatiestructuur op het darknet heeft uitgeoefend.
De rechtbank weegt in haar oordeel omtrent de strafmaat ten nadele van verdachte de ernst en duur van het seksueel misbruik, alsmede de zeer omvangrijke verzameling kinderpornografisch beeldmateriaal mee. De bewezenverklaarde feiten betreffen een reeks van ernstige feiten die naar het oordeel van de rechtbank het opleggen van een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf noodzakelijk maken.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf en/of maatregel acht geslagen op:
  • een de verdachte betreffend psychologisch onderzoeksrapport d.d. 14 juni 2017, uitgebracht door GZ- psycholoog drs. E.M. van Engers;
  • een de verdachte betreffend psychiatrisch onderzoeksrapport d.d. 27 juni 2017, uitgebracht door psychiater P.K.J. Ronhaar;
  • een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 22 september 2017;
  • een de verdachte betreffende Reclasseringsadvies d.d. 17 oktober 2017, uitgebracht door GGZ ERW Novadic-Kentron Den Bosch;
  • een brief d.d. 3 november 2017 van psychiater P.K.J. Ronhaar.
Uit voornoemd psychologisch onderzoeksrapport blijkt onder meer het navolgende.
Verdachte is lijdende aan ziekelijke stoornissen van de geestvermogens in de vorm van autisme en een pedofilie van het exclusieve type voor jonge meisjes. Verdachte vertoont een tweede parafilie “fetisjisme” en er is sprake van cannabismisbruik. Deze stoornissen waren aan de orde ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde en met name de pedofiele stoornis en zijn stoornis in het autistisch spectrum hebben de mogelijkheid om zijn gedragskeuzes in vrijheid te bepalen ten tijde van het tenlastegelegde in belangrijke mate beperkt. De seksuele drang c.q. hyperseksualiteit leidde bij verdachte enkele keren tot seksuele impulsdoorbraken waaraan hij zich moeilijk kon onttrekken. Verdachte heeft moeite met het onderscheid tussen zijn fantasie en de realiteit mede vanuit zijn egocentrisme hetgeen leidt tot de vervormde waarneming van de belevingswereld van kinderen. Verdachte was niet geheel weerloos tegen deze impulsen. Geadviseerd wordt om het tenlastegelegde, indien bewezen, in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen.
De klinische taxatie en gestructureerde risicotaxatie wijzen uit dat er een hoog risico op recidive van soortgelijke zedendelicten is. Naar verwachting zal verdachte nooit kunnen genezen van deze stoornissen, maar is maximaal controle haalbaar.
Opgelegde, strafrechtelijk ingekaderde, klinische behandeling is noodzakelijk.
Een TBS-maatregel wordt geadviseerd ter vermindering van het maatschappelijk gevaar, gelet op het hoge recidive-risico en de waarborging van de behandeling. Een advies tot TBS met verpleging is overwogen, maar nu verdachte zich wil laten opnemen en akkoord gaat met een TBS-maatregel met voorwaarden wordt deze maatregel geadviseerd, met als voorwaarden een klinische opname in een FPK en het accepteren van noodzakelijke medicatie.
Uit voornoemd psychiatrisch onderzoeksrapport blijkt onder meer het navolgende.
Bij verdachte is sprake van ziekelijke stoornissen van de geestvermogens in de vorm van (primair) een pedofiele stoornis van het niet-exclusieve type, gericht op jonge meisjes. Ook is er sprake van een fetisjismestoornis en van een matige stoornis in het gebruik van cannabis. Bij verdachte is tevens sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een lichte stoornis in het autismespectrum, zonder bijkomende verstandelijke beperking en zonder bijkomende taalstoornis.
Ten tijde van de tenlastegelegde feiten was er eveneens sprake van de pedofiele stoornis, de stoornis in het gebruik van cannabis en van de autismespectrumstoornis. Cognitieve vervormingen speelden hierbij een belangrijke faciliterende rol. Verdachtes stoornis in het autismespectrum maakte dat zijn aandacht voor jonge meisjes een obsessieve vorm kon aannemen, terwijl het gebruik van cannabis dit faciliteerde door het dempen van schuldgevoelens en het ontremmen van pedoseksuele gevoelens.
Ook bij de feiten 1 en 2 speelden zijn pedofiele stoornis en zijn stoornis in het autismespectrum een relevante rol. In verdachtes gebruik en kennis van computers is het obsessieve te herkennen, gerelateerd aan zijn autismespectrumstoornis. Verdachtes keuzevrijheid en vermogen om afwegingen te maken werden bij de feiten 1 en 2 minder door zijn stoornissen beperkt dan bij de feiten 3 en 4.
Vanwege de doorwerking van verdachtes stoornissen, in het bijzonder zijn pedofilie en zijn autismespectrumstoornis, en in mindere mate zijn cannabisafhankelijkheid, wordt geadviseerd om de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten in licht verminderde mate en de onder 3 en 4 tenlastegelegde feiten in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen.
Zonder behandeling van de stoornissen is ingeval van terugkeer van verdachte naar de situatie van vóór zijn aanhouding de kans op herhaling van het plegen van ontucht en het in bezit hebben en verspreiden van kinderporno hoog. De onderliggende stoornissen zijn - ook thans in detentie - nog evenzeer aanwezig, inclusief de cognitieve vervormingen.
Verdachtes stoornissen zijn ernstig en leiden tot een hoog recidiverisico. De beschermende factoren doen daar nauwelijks aan af.
De door verdachte in de afgelopen jaren ondergane (vooral) ambulante behandelingen hebben geen of onvoldoende effect gesorteerd. Verdachte moet in een meer intensieve, klinische behandeling onder meer zicht krijgen op de onderliggende dynamiek en zijn cognitieve vervormingen of zijn pedoseksuele neigingen te controleren, waarbij gebruik van libido-remmende medicatie moet worden overwogen.
Geadviseerd wordt om een TBS met voorwaarden op te leggen waarbij de voorwaarden een opname en klinische behandeling in een FPK omvatten. Een TBS met voorwaarden wordt haalbaar geacht nu betrokkene zich gemotiveerd toont voor een intensieve, langdurige behandeling en hij doordrongen lijkt te zijn van de risico’s van het niet afmaken van een dergelijke behandeling.
De rechtbank neemt, voor zover het de diagnostische aspecten en het recidiverisico betreft, de conclusies van de gedragsdeskundigen over op de daarvoor in voornoemde onderzoeksrapporten vermelde gronden en gaat ervan uit dat de bewezenverklaarde feiten verdachte in (licht) verminderde mate kunnen worden toegerekend. De rechtbank acht verdachte in zoverre strafbaar en zal hiermee bij het bepalen van de straf en/of maatregel rekening houden.
Uit het reclasseringsadvies TBS met voorwaarden van Novadic-Kentron blijkt onder meer het volgende.
De reclassering is zeer terughoudend ten aanzien van de uitvoerbaarheid van een TBS met voorwaarden en adviseert om verdachte daarvoor niet in aanmerking te laten komen.
Mede gelet op het verloop van eerdere behandelingen acht de reclassering het afbreukrisico van een toezicht onverantwoord groot met een groot risico op recidive, nu verdachte ook binnen een eerdere forensische behandeling niet open is geweest over het (blijven) plegen van pedoseksuele misdrijven.
De gedragsdeskundige psychiater Ronhaar heeft bij brief van 3 november 2017 zijn advies tot het opleggen van een TBS met voorwaarden gehandhaafd, met dien verstande dat een behandeling in genoemd kader alleen succesvol zal kunnen zijn, indien verdachte ook ter terechtzitting expliciet instemt met de gestelde voorwaarden, ook als het gaat om het accepteren van libido-remmende medicatie indien daartoe een indicatie wordt gesteld, of om het volledig abstinent blijven van alcohol en cannabis. Indien verdachte ter terechtzitting deze en andere voorwaarden niet volmondig wil accepteren, is volgens de gedragsdeskundige Ronhaar het opleggen van een TBS met dwangverpleging onvermijdelijk.
Ter terechtzitting van 14 november 2017 heeft de gedragsdeskundige Ronhaar desgevraagd en na de bespreking van de feiten en de gedragskundige rapportages met verdachte meegedeeld redenen te zien om zijn advies tot het opleggen van een TBS met voorwaarden te herzien, aangezien hij - Ronhaar - op basis van hetgeen door verdachte ter terechtzitting is verklaard niet meer de overtuiging heeft dat bij verdachte thans de noodzakelijke basale intentie aanwezig is om open te (gaan) staan voor behandeling.
De rechtbank neemt deze ter terechtzitting door de gedragsdeskundige Ronhaar gedane conclusie over en maakt deze tot de hare. De rechtbank stelt vast dat verdachte weliswaar niet eerder is veroordeeld voor zedenmisdrijven, maar in de afgelopen jaren wel meerdere hulpverlenings- en behandeltrajecten heeft doorlopen die hem er echter niet van hebben weerhouden de thans aan de orde zijnde ernstige delicten te begaan.. Verdachte heeft zelfs tijdens een eerder doorlopen forensische behandeling het plegen van seksueel misbruik voortgezet en is daar op geen enkele wijze open over geweest tegenover zijn behandelaar(s).
Het vorenoverwogene, in samenhang bezien met de verklaring van verdachte ter terechtzitting en hetgeen tijdens het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen, maakt dat de rechtbank niet overtuigd is van een daadwerkelijke bereidheid en intrinsieke motivatie bij verdachte om gedragsverandering te bewerkstelligen en in het kader van de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden te stellen voorwaarden mee te werken. De rechtbank heeft voorts ernstige twijfels of verdachte in staat zal zijn om de (overige) door de reclassering te stellen voorwaarden na te leven. De rechtbank geeft zich daarbij rekenschap van de omstandigheid dat de instantie die toezicht op de naleving van de voorwaarden zou moeten houden voorziet dat het afbreukrisico van een toezicht “onverantwoord groot” is. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van een ernstige problematiek waarvoor een intensieve en langdurige behandeling noodzakelijk is en is tot nu toe sprake geweest van een halfslachtige en, afgaand op de chatberichten, zelfs manipulatieve houding van verdachte naar hulpverlening en behandelaar(s), welke de behandeling van verdachte nog kan bemoeilijken. De rechtbank acht daarom, alles afwegende, behandeling van verdachte in het kader van een maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden zoals door de verdediging is bepleit, niet afdoende om recidive te voorkomen.
Gelet hierop zal de rechtbank de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van
overheidswege bevelen, nu de bewezenverklaarde feiten misdrijven betreffen waarop naar
wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van meer dan vier jaren is gesteld en de
veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van die
maatregel eist.
Gelet op de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten, de omstandigheden waaronder
verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en gelet op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank in dit geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van vijf jaren, met aftrek van voorarrest, gecombineerd met de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege passend en geboden.
De rechtbank stelt vast dat de onder 3 subsidiair en 4 bewezenverklaarde feiten misdrijven zijn, die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Dit heeft gelet op artikel 38e Sr als gevolg dat de maatregel van terbeschikkingstelling niet gemaximeerd is en derhalve een periode van vier jaren te boven kan gaan.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde voorwerpen (van welke beslaglijst een kopie als bijlage aan dit vonnis is gehecht) alle vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien het voorwerpen zijn met behulp van welke de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten zijn begaan of voorbereid, en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De rechtbank overweegt in dit verband dat ook ten aanzien van de gegevensdragers en computers waarop tot nu toe geen kinderpornografisch materiaal is aangetroffen, niet valt uit te sluiten dat dergelijk materiaal via (onder meer) versleuteling tot nu toe niet zichtbaar gemaakt kon worden door de politie, maar daarop/daarin (nog) wel degelijk aanwezig is. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat gedurende het onderzoek herhaaldelijk is gebleken dat verdachte beschikt over een fenomenaal vermogen om digitale informatie aan het (toe)zicht van de autoriteiten onttrokken te houden.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij slachtoffer 1 (inzake feit 2 en feit 3)
Slachtoffer 1 heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 10.447,24 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde immateriële schade bedraagt € 10.000,--. Wegens geleden materiële schade wordt een bedrag van € 447,24 gevorderd.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd tot toewijzing van de vordering, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel voor voornoemd bedrag.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair verzocht de benadeelde partij terzake van de gevorderde reiskosten en porto- en telefoonkosten niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien die kosten geen rechtstreeks schade van slachtoffer 1 zelf zijn.
De raadsvrouw heeft subsidiair bepleit dat de in rekening gebrachte kosten voor de gesprekken met SHN ad € 164,84 niet voor vergoeding in aanmerking kunnen komen, aangezien deze kosten geen betrekking hebben op hulpverlening aan het slachtoffer zelf.
Voorts komen volgens de raadsvrouw de in rekening gebrachte porto- en telefoonkosten als zijnde onvoldoende onderbouwd niet voor vergoeding in aanmerking.
De raadsvrouw heeft voor wat betreft de gevorderde immateriële schadevergoeding primair bepleit de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien de omvang van de rechtstreekse schade van het misbruik thans niet vaststaat en de noodzakelijke uitgebreide behandeling van dit deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafproces oplevert. De raadsvrouw heeft subsidiair bepleit om een aanzienlijk lager bedrag toe te kennen dan de gevorderde immateriële schade van € 10.000,--, aangezien uit niets is gebleken dat thans reeds een schade is geleden die een schadevergoeding van € 10.000,-- rechtvaardigt.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de onder 2 en 3 bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende betwist en voldoende onderbouwd voor wat betreft de gevorderde materiële schade. De rechtbank acht de gevorderde immateriële schade onvoldoende betwist en voldoende onderbouwd tot een bedrag van € 5.000,--.
Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost voor het overige deel alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden.
Voor het overige deel zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts kan aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De rechtbank zal het gevorderde daarom (deels) toewijzen tot een totaalbedrag van
€ 5.447,24, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente over € 5.000,-- vanaf 16 september 2015 en over € 447,24 vanaf 14 november 2017.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door onder 2 en 3 bewezenverklaarde feiten is toegebracht.
8.6
De vordering van de benadeelde partij slachtoffer 2 (inzake feit 4)
Slachtoffer 2 heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 1.000,-- terzake van geleden immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.7
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd tot toewijzing van de vordering, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel voor voornoemd bedrag.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair bepleit de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien de omvang van de rechtstreeks geleden immaterieel schade tengevolge van het misbruik thans niet vaststaat en de noodzakelijke uitgebreide behandeling van dit deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafproces oplevert. De raadsvrouw heeft subsidiair bepleit om een bedrag van € 500,-- of lager toe te kennen, aangezien niet is gebleken dat thans reeds een schade is geleden die een schadevergoeding van € 1.000,-- rechtvaardigt.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost is onvoldoende betwist en voldoende onderbouwd.. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van
€ 1.000,--, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 27, 36b, 36c, 36d, 37a, 37b en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 3 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
  • verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 subsidiair en 4 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
  • verklaart het onder 1, 2, 3 subsidiair en 4 bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het onder 1, 2, 3 subsidiair en 4 bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:
het misdrijf:een afbeelding of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen, invoeren, doorvoeren, uitvoeren, verwerven, in bezit hebben en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaffen, terwijl van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt;
feit 2:
het misdrijf:
een afbeelding of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding, van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
feit 3:
het misdrijf:met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd.
feit 4:
het misdrijf:met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd.
s
trafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3 subsidiair en 4 bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
maatregel
  • gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld;
  • beveelt de verpleging van overheidswege;
vordering schadevergoeding (slachtoffer 1)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij slachtoffer 1 van een bedrag van € 5.447,24 (te vermeerderen met de wettelijke rente over € 5.000,-- vanaf 16 september 2015 en over € 447,24 vanaf 14 november 2017)
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de onder 2 en 3 bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 5.447,24, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 5.000,-- vanaf 16 september 2015 en over € 447,24 vanaf 14 november 2017, ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 62 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: slachtoffer 1, voor een deel van € 1.000,-- niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
vordering schadevergoeding (slachtoffer 2)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij slachtoffer 1 van een bedrag van € 1.000,-- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2011)
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het onder4 bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2011, ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 20 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten alle voorwerpen die staan vermeld op de aan dit vonnis gehechte kopielijst van inbeslaggenomen voorwerpen.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Foppen, voorzitter, mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper en mr. B.T.C. Jordaans, rechters, in tegenwoordigheid van H. Kamp, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 28 november 2017.
Buiten staat
Mr. W. Foppen en mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de Politie Landelijke Eenheid, Dienst Landelijke Recherche, Team Bestrijding Kinderporno & Kindersekstoerisme, proces-verbaalnummer [nummer 8] , onderzoek [nummer 9] d.d. 26 april 2017 en/of het dossier proces-verbaal aanvulling einddossier met proces-verbaalnummer [nummer 10] d.d. 13 juni 2017. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.ZD kinderporno, ordner 1 van 2, bijlage 14, proces-verbaalnummer [nummer 11] , pagina B01, 234-237
3.ZD kinderporno, ordner 1 van 2, bijlage 15, proces-verbaalnummer [nummer 12] , pagina B01, 238-245
4.ZD kinderporno, ordner 1 van 2, bijlage 22, proces-verbaalnummer [nummer 13] pagina B01, 388-392
5.ZD kinderporno, ordner 2 van 2, bijlage 26, proces-verbaalnummer [nummer 14] , pagina B01, 431-438
6.ZD kinderporno, ordner 2 van 2, bijlage 28, proces-verbaalnummer [nummer 15] , pagina B01, 495-496
7.ZD kinderporno, ordner 2 van 2, bijlage 35, proces-verbaalnummer [nummer 16] , pagina B01, 612-645
8.ZD kinderporno, ordner 2 van 2, bijlage 39, proces-verbaalnummer [nummer 17] , pagina B01, 682-733
9.Aanvulling einddossier, bijlage 6, proces-verbaalnummer [nummer 18] pagina A01, 069-078
10.ZD kinderporno, ordner 1 van 2, bijlage 14, proces-verbaalnummer [nummer 19] , pagina B01, 234-237
11.ZD Ontucht slachtoffer 1, bijlage 24, proces-verbaalnummer [nummer 20] , pagina B02, 422-433
12.ZD Ontucht slachtoffer 1, bijlage 23, proces-verbaalnummer [nummer 21] , pagina B02, 400-421
13.ZD Ontucht slachtoffer 1, bijlage 26, proces-verbaalnummer [nummer 22] , pagina B02, 437-438
14.ZD Ontucht slachtoffer 1, bijlage 27, proces-verbaalnummer [nummer 23] , pagina B02, 439-454
15.ZD Ontucht slachtoffer 1, bijlage 34, proces-verbaalnummer [nummer 24] , pagina B02, 491-502
16.ZD Ontucht slachtoffer 1, bijlage 35, proces-verbaalnummer [nummer 25] , pagina B02, 503-506
17.ZD Ontucht slachtoffer 2, bijlage 4, proces-verbaalnummer [nummer 26] , pagina ZB03, 050-054
18.ZD Ontucht slachtoffer 2, bijlage 6, proces-verbaalnummer [nummer 27] , pagina ZB03, 057-066