ECLI:NL:RBOVE:2017:4397

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 oktober 2017
Publicatiedatum
24 november 2017
Zaaknummer
C/08/207636 / KG ZA 17-307
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking aan de verkoop van een woning na echtscheiding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, vordert de vrouw, eiseres, dat de man, gedaagde, wordt veroordeeld om mee te werken aan de verkoop van de voormalige echtelijke woning. De partijen zijn ex-echtgenoten en zijn ieder voor de onverdeelde helft eigenaar van de woning. De rechtbank had eerder in een echtscheidingsbeschikking van 31 januari 2017 bepaald dat de woning via onderhandse verkoop aan een derde moest worden verkocht, waarbij de opbrengst na aftrek van kosten en hypothecaire lening gelijkelijk verdeeld moest worden. De echtscheidingsbeschikking is op 7 juni 2017 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

De vrouw vordert nu dat de man de woning verlaat en ontruimt, en dat hij meewerkt aan de onderhandse verkoop. De man is niet verschenen in de procedure en heeft geen verweer gevoerd. De vrouw stelt dat de SNS-bank de hypothecaire schuld heeft opgeëist, omdat de man de hypothecaire lasten niet voldoet, wat leidt tot een dreigende veilingverkoop. De vrouw heeft belang bij een spoedige verkoop om een hogere opbrengst te realiseren.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van de vrouw toewijsbaar zijn. De man wordt veroordeeld om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis de woning te verlaten en te ontruimen. Tevens wordt de vrouw gemachtigd om de ontruiming door een gerechtsdeurwaarder te laten uitvoeren, indien de man niet aan de veroordeling voldoet. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en de kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/207636 / KG ZA 17-307
Vonnis in kort geding van 25 oktober 2017
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [plaats] ,
eiseres,
advocaat mr. M. Oparyk te 's-Hertogenbosch,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats] ,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna de vrouw en de man genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn ex-echtgenoten. Zij zijn ieder voor de onverdeelde helft eigenaar van de voormalig echtelijke woning, [adres] (hierna: de woning).
2.2.
Bij de echtscheidingsbeschikking van deze rechtbank van 31 januari 2017 heeft de rechtbank de verdeling van de huwelijksgemeenschap na inschrijving van de echtscheiding voor zover betreft de echtelijke woning als volgt vastgesteld:
“ – veroordeelt partijen om de echtelijke woning via onderhandse verkoop aan een derde te verkopen en te leveren waarbij de opbrengst uit de verkoop - na vermindering met de hypothecaire lening en de noodzakelijke (verkoop)kosten én na de eventuele vermeerdering met de polis levensverzekering - tussen partijen bij helfte moet worden verdeeld;”
2.3.
De echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand op 7 juni 2017.
2.4.
De man bewoont de woning.

3.Het geschil

3.1.
De vrouw vordert samengevat - dat de voorzieningenrechter de man veroordeelt en gebiedt om de woning te verlaten en te ontruimen onder afgifte van de sleutels en met een verbod tot verder gebruik en om mee te werken aan de onderhandse verkoop en levering van de woning aan een derde door het verstrekken van opdracht tot verkoop aan een makelaar tegen een door de makelaar te bepalen vraagprijs en aan publicatie op de Funda-website.
Voorts vordert de vrouw bij niet nakoming van bedoelde veroordeling (vervangende) toestemming tot het geven van die opdracht, tot ondertekening van de verkoopovereenkomst en leveringsakte en voor het verrichten van overige handelingen die voor de verkoop/levering nodig zijn.
3.2.
De vrouw vordert voorts om haar te machtigen om de ontruiming van de man te doen uitvoeren door een deurwaarder (zo nodig met behulp van de sterke arm) op kosten van de man bij niet nakoming van de veroordeling tot ontruiming. Tevens vordert zij betaling van een dwangsom voor elke overtreding van de gevorderde geboden.
3.3.
De man voert geen verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat tegen de man verstek zal worden verleend.
4.2.
Aan haar vordering legt de vrouw ten grondslag dat de SNS-bank de totale hypothecaire schuld, die aan de woning is verbonden, per 18 augustus 2017 een bedrag van € 110.969,65, van haar heeft opgeëist, omdat de man de hypothecaire lasten niet voldoet. De man heeft een betalingsachterstand laten ontstaan van € 1.239,55 per 4 april 2017.
In verband hiermee dreigt een veilingverkoop.
4.3.
De vrouw heeft aldus belang bij ontruiming door de man en een spoedige onderhandse verkoop van de woning in verband met een bij zodanige verkoop te verwachten hogere opbrengst dan bij veilingverkoop. De vorderingen van de vrouw zullen dan ook als na te melden worden toegewezen.
4.4.
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om aan de na te melden veroordelingen van de man een dwangsom te verbinden, gelet op de toe te wijzen vorderingen tot machtiging en toestemming.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen man,
5.2.
veroordeelt en gebiedt de man om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis de woning te verlaten en te ontruimen, onder afgifte van de sleutels aan de vrouw en verbiedt de man om de woning na ontruiming opnieuw te betreden en/of te gebruiken,
5.3.
machtigt de vrouw de ontruiming van de man te doen uitvoeren door een gerechtsdeurwaarder, zo nodig met behulp van de sterke arm en de kosten daarvan op de man te verhalen, indien de man niet aan de veroordeling sub 5.2 voldoet,
5.4.
gebiedt en veroordeelt de man om uitvoering te geven aan de veroordeling in de echtscheidingsbeschikking, als hiervoor in rechtsoverweging 2.2 aangehaald, en om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis mee te werken aan het verstrekken van een bemiddelings/verkoopopdracht voor de woning aan een door de vrouw aan te wijzen makelaar, ten behoeve van verkoop tegen een door de makelaar te bepalen vraag- en laatprijs, tenzij partijen hieromtrent
eensluidendeen andere opvatting zijn toegedaan, alsmede om mee te werken aan de publicatie van de woning op de Funda-website,
5.5.
bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of medewerking en/of handtekening van de man tot verkoop en levering van de woning, op basis van de verkoopadviesprijs van de makelaar, indien de man geen gevolg geeft aan de veroordeling sub 5.4,
5.6.
verleent de vrouw toestemming tot het verrichten van overige handelingen die voor de verkoop van de woning aan derden noodzakelijk zijn indien de man geen gevolg geeft aan de veroordeling sub 5.4,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. Rijksen en in het openbaar uitgesproken op 25 oktober 2017.