Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
zeeronvoorzichtig heeft gereden. Verdachte heeft een grove (verkeers)fout gemaakt. Hij heeft immers een bocht zodanig afgesneden, dat hij geheel op de voor het tegemoetkomende verkeer bestemde weghelft terecht kwam. In het geval van tegemoetkomend rechtshoudend verkeer zal een dergelijke manoeuvre vrijwel altijd leiden tot een aanrijding en dit rijgedrag moet dan ook als zeer gevaarlijk worden aangemerkt. Verdachte heeft deze manoeuvre bovendien uitgevoerd zonder goed te kijken of er tegemoetkomend verkeer aankwam. Immers, ondanks dat hij de weg goed kende, voldoende zicht had op de weg en de fietsverlichting van [slachtoffer] naar moet worden aangenomen werkte, heeft hij [slachtoffer] kennelijk niet gezien. Gezien deze omstandigheden heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank grove schuld aan het verkeersongeval, waardoor [slachtoffer] is komen te overlijden.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
4 (vier) maanden;
ontzegtveroordeelde de
bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de tijd van
2 (twee) jaren,waarvan
1 (een) jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 (drie) jaren.