ECLI:NL:RBOVE:2017:417
Rechtbank Overijssel
- Raadkamer
- B.W.M. Hendriks
- A.M. Rikken
- C.C.S. Koppes
- Rechtspraak.nl
Gebruik van fiscale gegevens door het Openbaar Ministerie uit cloudsoftware in strafrechtelijk onderzoek
Op 1 februari 2017 heeft de Raadkamer van de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak waarin klaagster, een leverancier van bedrijfssoftware, bezwaar maakte tegen het gebruik van gegevens die op vordering van het Openbaar Ministerie waren verstrekt. Het klaagschrift, ingediend door mr. P.C. Verloop, betrof de kennisneming en het gebruik van gegevens die door klaagster waren verstrekt in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar verdachte [verdachte]. Klaagster stelde dat zij niet kon worden aangemerkt als aanbieder van een communicatiedienst in de zin van artikel 126ng Sv, omdat haar software geen communicatiedienst bood, maar een cloud-oplossing voor belastingaangiften. De officier van justitie betoogde echter dat klaagster wel degelijk als aanbieder van een communicatiedienst moest worden beschouwd, omdat de gegevens in de cloud waren opgeslagen en klaagster toegang had tot deze gegevens.
De Raadkamer oordeelde dat klaagster inderdaad als aanbieder van een communicatiedienst kon worden aangemerkt en dat de vordering van het Openbaar Ministerie op juiste gronden was gedaan. De rechtbank concludeerde dat de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit waren gerespecteerd, aangezien de rechter-commissaris voorafgaand aan de vordering een schriftelijke machtiging had verleend. De Raadkamer verklaarde het klaagschrift ongegrond, waarmee het gebruik van de fiscale gegevens door het Openbaar Ministerie werd toegestaan.