ECLI:NL:RBOVE:2017:4155

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 november 2017
Publicatiedatum
7 november 2017
Zaaknummer
08/730183-17, 08/007026-17 en 08/952150-16 (P) (t.t.z. gevoegd)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor meerdere vermogensdelicten, waaronder afpersing en oplichting, door de Rechtbank Overijssel

Op 7 november 2017 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 27-jarige man uit Hengelo, die werd beschuldigd van het overvallen van een maaltijdbezorger, meerdere oplichtingen, pogingen tot oplichting en winkeldiefstallen. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 11 maanden en 15 dagen, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar en bijzondere voorwaarden. De zaak omvatte drie parketnummers: 08/730183-17, 08/007026-17 en 08/952150-16, waarbij de rechtbank op basis van de bewijsvoering en de bekentenis van de verdachte tot de conclusie kwam dat de feiten bewezen waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig waren en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere vermogensdelicten, waaronder afpersing, oplichting en diefstal, waarbij hij gebruik maakte van geweld en bedreiging. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar heeft de bewezenverklaring van de overige feiten gebaseerd op de verklaringen van de aangevers en de bekentenis van de verdachte. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de gevolgen voor de slachtoffers en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn bereidheid tot behandeling.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/730183-17, 08/007026-17 en 08/952150-16 (P) (t.t.z. gevoegd)
Datum vonnis: 7 november 2017
Vonnis op tegenspraak in de zaken van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1990 in [geboorteplaats] ,
wonende in [woonplaats] ,
nu verblijvende in de FPA te Heiloo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van
7 juli 2017, 22 september 2017 en 24 oktober 2017.
Ter terechtzitting van 7 juli 2017 heeft de rechtbank in het belang van het onderzoek de voeging bevolen van de bij afzonderlijke dagvaardingen onder parketnummers
08/730183-17 en 08/007026-17 tegen verdachte aangebrachte zaken. Vervolgens heeft de rechtbank ter terechtzitting van 24 oktober 2017 in het belang van het onderzoek de voeging bevolen van de ter terechtzitting van 7 juli 2017 gevoegde zaken met de tegen verdachte aangebrachte zaak onder parketnummer 08/952150-16.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Haan en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. L.J. Krijgsman, advocaat te Enter, naar voren is gebracht.

2.De tenlasteleggingen

De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging in de zaak onder parketnummer 08/952150-16, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
(parketnummer 08/952150-16)
een maaltijdbezorger heeft afgeperst;
(parketnummer 08/730183-17)
feit 1:meermalen een medewerker van een tankstation heeft opgelicht;
feit 2:primair, goederen heeft weggenomen bij een tankstation dan wel, subsidiair, geprobeerd heeft een medewerker van een tankstation op te lichten;
feit 3:geprobeerd heeft een medewerker van [woonwinkel] en een medewerker van [tankstation 1]
op te lichten;
feit 4:primair, door hem zelf nagemaakt geld heeft uitgegeven dan wel, subsidiair, vals geld
heeft uitgegeven;
feit 5: een medewerker van [supermarkt 1] heeft opgelicht;
feit 6: goederen uit een winkel heeft weggenomen;
(parketnummer 08-007026-17)
feiten 1 t/m 3:telkens, primair, brandstof heeft verduisterd dan wel, subsidiair, brandstof
heeft weggenomen;
feiten 4 en 5:telkens goederen heeft weggenomen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte,
ter zake parketnummer (na wijziging) 08/952150-16:
hij op of omstreeks 5 februari 2016 te Hertme, gemeente Borne, op de
Hedeveldsweg, in ieder geval op de openbare weg, met het oogmerk om zich en/of
een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee
en/of (ongeveer) 90 Euro, in elk geval van enig goed en/of enig geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan maaltijdbezorger [cafetaria] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte
- voorzien van donkere kleding en met een pet en een capuchon over het hoofd
die [slachtoffer] heeft opgewacht en/of naar die [slachtoffer] is toegelopen en/of
- die [slachtoffer] (terwijl hij op een fiets reed) heeft vastgepakt en/of met
kracht van de fiets heeft getrokken (waardoor die [slachtoffer] ten val kwam)
en/of
- ( vervolgens) op die [slachtoffer] is gaan zitten en/of een knie in/op het
lichaam van die [slachtoffer] heeft geduwd/gezet en/of zich (dreigend) over die [slachtoffer] heeft heengebogen terwijl die [slachtoffer] op de grond lag;
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "zeg maar tegen je baas dat hij uit moet
kijken met Shalam" en/of dat hij moest blijven liggen, in ieder geval woorden
van gelijke dreigende aard en/of strekking;
ter zake parketnummer 08/730183-17:
1.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 februari
2017 tot en met 10 februari 2017 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), althans in
Nederland (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een medewerker van [tankstation 2] (gelegen aan de [adres 1] ) heeft bewogen tot de afgifte van enig(e) geldbedrag(en), in elk geval van enig(e) goed(eren), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een of meerdere winkelgoed(eren) uit de winkelvoorraad genomen en/of gepakt
en/of
- ( vervolgens) zich naar de kassa heeft begeven en/of
- ( daarbij) tegen de medewerker gezegd dat hij het goed/de goederen wil
retourneren/ruilen,
waardoor de medewerker van [tankstation 2] werd
bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
hij op of omstreeks 12 februari 2017 te Hengelo, gemeente Hengelo (O),
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een (ALR) luchtspiraal en/of een (ALR) omvormer, in elk geval enig(e)
goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [tankstation 2]
(gelegen aan de [adres 1] ), in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 12 februari 2017 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), althans
in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
een medewerker van [tankstation 2] (gelegen aan
de [adres 1] ) te bewegen tot de afgifte van enig(e) goed(eren) en/of
geldbedrag(en), met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk
en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een of meerdere winkelgoed(eren) uit de winkelvoorraad heeft genomen en/of
gepakt en/of
- ( vervolgens) zich naar de kassa heeft begeven en/of
- ( daarbij) tegen de medewerker gezegd dat hij het goed/de goederen wil
retourneren/ruilen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 februari
2017 tot en met 19 februari 2017 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) en/of te
Borne, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
een medewerker van de [woonwinkel] (gelegen aan [adres 2] ) en/of een medewerker van
het [tankstation 1] (gelegen aan de [adres 3] ) te bewegen tot de
afgifte van een of meerdere geldbedrag(en), in elk geval van enig(e)
goed(eren), met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk
en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een of meerdere winkelgoed(eren) uit de winkelvoorraad heeft genomen en/of
Gepakt
en/of
- ( vervolgens) zich naar de kassa heeft begeven en/of
- ( daarbij) tegen de medewerker(s) gezegd dat hij het goed/de goederen wil
retourneren/ruilen en/of
- ( daarbij) een of meerdere bon(nen) heeft getoond welke niet aan verdachte
toebehoren (daar verdachte deze bonnen buiten gevonden had),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op of omstreeks 19 maart 2017 te Hengelo, gemeente Hengelo (O),
althans in Nederland, opzettelijk een of meer bankbiljetten van vijftig euro als echt en onvervalst heeft uitgegeven, die verdachte zelf heeft nagemaakt en/of vervalst of
waarvan de valsheid of vervalsing verdachte, toen hij die bankbiljetten
ontving, bekend was;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 4 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 19 maart 2017 te Hengelo, gemeente Hengelo (O),
opzettelijk een of meer valse of vervalste bankbiljetten van vijftig euro
heeft uitgegeven;
5.
hij op of omstreeks 21 april 2017 te Goor, gemeente Hof van Twente, althans in
Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
een medewerk(st)er van [supermarkt 1] (gelegen aan
[adres 4] ) heeft bewogen tot de afgifte van enig(e) geldbedrag(en) en/of
winkelgoed(eren), in elk geval enig(e) goed(eren), hebbende verdachte met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk
en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een of meerdere winkelgoed(eren) (te weten vitaminepillen, van het merk
Centrum) uit de winkelvoorraad genomen en/of gepakt en/of
- ( vervolgens) zich naar de kassa heeft begeven en/of
- ( daarbij) tegen de medewerk(st)er gezegd dat hij het goed/de goederen (te
weten de vitaminepillen) wilde retourneren/ruilen,
waardoor de medewerk(st)er van [supermarkt 1] werd
bewogen tot bovenomschreven afgifte;
6.
hij op of omstreeks 10 mei 2017 te Almelo met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel (te weten [supermarkt 2] ) heeft weggenomen een of meerdere cosmetica en/of zonproducten (te weten dagcreme van het merk Niveau en/of zonnebrand, van Niveau Sun) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
ter zake parketnummer 08/007026-17 dat:
1.
hij op of omstreeks 12 november 2016 te Hengelo, gemeente Hengelo (O)
opzettelijk ongeveer 41 liter benzine, in elk geval een hoeveelheid brandstof,
geheel of ten dele toebehorende aan [tankstation 3] , in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en welke benzine, althans brandstof, verdachte bij een tankstation, gelegen aan de [adres 5] , had getankt, onder gehoudenheid die benzine te betalen en welke benzine, althans brandstof, verdachte aldus en in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 12 november 2016 te Hengelo, gemeente Hengelo (O)
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (bij een tankstation aan de
[adres 5] ) heeft weggenomen, een hoeveelheid benzine, althans brandstof, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [tankstation 3] , in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2.
hij op of omstreeks 21 december 2016 te Hengelo, gemeente Hengelo (O)
opzettelijk ongeveer 52 liter diesel, in elk geval een hoeveelheid brandstof,
geheel of ten dele toebehorende aan [tankstation 4] , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en welke diesel, althans brandstof, verdachte bij een tankstation, gelegen aan de [adres 6] , had getankt, onder gehoudenheid die diesel, althans brandstof te betalen en welke diesel, althans brandstof, verdachte aldus en in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 21 december 2016 te Hengelo, gemeente Hengelo (O)
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (bij een tankstation aan de
[adres 6] ) heeft weggenomen, een hoeveelheid diesel, althans brandstof, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [tankstation 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
3.
hij op of omstreeks 26 december 2016 te Enschede, opzettelijk ongeveer 44 liter diesel, in elk geval een hoeveelheid brandstof, geheel of ten dele toebehorende aan [tankstation 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en welke diesel, althans brandstof, verdachte bij een tankstation, gelegen aan
de [adres 7] , had getankt, onder gehoudenheid die diesel, althans brandstof
te betalen en welke diesel, althans brandstof, verdachte aldus en in elk geval anders dan
door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 26 december 2016 te Enschede, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (bij een tankstation aan de [adres 7] ) heeft weggenomen, een hoeveelheid diesel, althans brandstof, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan tankstation [tankstation 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
4.
hij op of omstreeks 10 januari 2017 te Enschede, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel (gevestigd aan de [adres 8] ) heeft weggenomen
vier, althans één of meer, (pak(ken)) tijdschrift(en), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan de [supermarkt 3] , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte;
5.
hij op of omstreeks 29 december 2016 te Hengelo, gemeente Hengelo (O),
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel (gevestigd
aan de [adres 9] ) heeft weggenomen, een telefoon (merk/type iPhone 7), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [winkel] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat op basis van verdachtes ter terechtzitting afgelegde (bekennende) verklaring en de op bovengenoemde zaken betrekking hebbende verklaringen van de aangevers, alle aan verdachte (indien van toepassing steeds primair) tenlastegelegde feiten bewezen kunnen worden verklaard, met dien verstande dat de officier van justitie ten aanzien van het onder parketnummer 08/730183-17 tenlastegelegde feit 4 concludeert tot bewezenverklaring van het subsidiair tenlastegelegde.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman stelt zich op het standpunt dat alle aan verdachte tenlastegelegde feiten bewezen kunnen worden verklaard, met dien verstande dat verdachte, wat betreft de onder parketnummer 08/952150-16 tenlastegelegde afpersing, [slachtoffer] wel heeft bedreigd met geweld, maar tegen hem geen geweld heeft gebruikt. Wat betreft het onder parketnummer 08/730183-17 sub 4 primair tenlastegelegde dient volgens de raadsman vrijspraak te volgen, nu niet kan worden bewezen dat verdachte het vijftig euro biljet heeft nagemaakt dan wel vervalst.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummer 08/730183-17 sub 4 primair en parketnummer 08/007026-17 sub 1 primair en subsidiair, sub 2 primair en subsidiair en sub 3 primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank overweegt daartoe dat ter zake parketnummer 08/730183-17 sub 4 primair, geen wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor het door verdachte namaken/vervalsen van het vijftig euro biljet;
ter zake parketnummer 08/007026-17 sub 1 primair en subsidiair, sub 2 primair en subsidiair en sub 3 primair en subsidiair, telkens geen sprake is van wederechtelijke toe-eigening van brandstof nu verdachte, blijkens de zich in het strafdossier bevindende schriftelijke overeenkomsten tussen verdachte en bovengenoemde tankstations, telkens toestemming had brandstof te tanken en deze achteraf te betalen.
Dat deze overeenkomsten niet rechtsgeldig zouden zijn is de rechtbank niet gebleken. De brandstof is derhalve telkens in verdachtes eigendom overgegaan. Van wederrechtelijke toe-eigening op het moment van tanken of nadien is geen sprake. Dat betaling telkens niet heeft plaatsgevonden, doet daaraan niet af.
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder parketnummers 08/952150-16, 08/730183-17 sub 1, 2 primair, 3, 4 subsidiair, 5 en 6 en 08/007026-17 sub 4 en 5 tenlastegelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen te weten:
ten aanzien van parketnummer 08/952150-16 [1]
1.
het proces-verbaal van de terechtzitting van 24 oktober 2017, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
2.
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 5 februari 2016, pagina’s 12 en 13;
ten aanzien van parketnummer 08/730183-17 [2]
sub 1 en 2 primair:
1.
het proces-verbaal van de terechtzitting van 24 oktober 2017, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
2.
het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] (namens [tankstation 2] ) d.d. 16 februari 2017, pagina’s 26 en 27;
sub 3:
1.
het proces-verbaal van de terechtzitting van 24 oktober 2017, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
2.
het proces-verbaal van aangifte van [naam 2] (namens [woonwinkel] ) d.d. 8 februari 2017, pagina’s 1 t/m 4;
3.
Het proces-verbaal van aangifte van [naam 3] (namens [tankstation 1] ) d.d. 2 maart 2017, pagina’s 51 en 52;
sub 4 subsidiair:
1.
het proces-verbaal van de terechtzitting van 24 oktober 2017, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
2.
het proces-verbaal van aangifte van [naam 4] d.d. 20 maart 2017, pagina’s 86 en 87;
sub 5:
1.
het proces-verbaal van de terechtzitting van 24 oktober 2017, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
2.
het proces-verbaal van aangifte van [naam 5] (namens [supermarkt 1] ) d.d. 10 mei 2017, pagina’s 28 en 29;
sub 6:
1.
het proces-verbaal van de terechtzitting van 24 oktober 2017, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
2.
het proces-verbaal van aangifte van [naam 6] (namens [supermarkt 2] ) d.d. 10 mei 2017, pagina’s 14 t/m 22;
ten aanzien van parketnummer 08/007026-17 [3]
sub 4:
1.
het proces-verbaal van de terechtzitting van 24 oktober 2017, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
2.
het proces-verbaal van aangifte van [naam 7] (namens [supermarkt 3] ) d.d. 10 januari 2017, pagina’s 5 t/m 7;
sub 5:
1.
het proces-verbaal van de terechtzitting van 24 oktober 2017, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
2.
het proces-verbaal van aangifte van [naam 8] d.d. 29 december 2016, pagina’s 8 t/m 10.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
(parketnummer 08/952150-16):
hij op 5 februari 2016 te Hertme, gemeente Borne, op de Hedeveldsweg, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met geweld, [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee en ongeveer 90 euro, toebehorende aan een ander dan aan verdachte, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte
- voorzien van donkere kleding en met een pet en een capuchon over het hoofd
die [slachtoffer] heeft opgewacht en naar die [slachtoffer] is toegelopen en
- zich dreigend over die [slachtoffer] heeft heen gebogen terwijl die [slachtoffer] op de grond lag.
ter zake parketnummer 08/730183-17:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 4 februari 2017 tot en met 10 februari 2017 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen, een medewerker van [tankstation 2] (gelegen aan de [adres 1] ) heeft bewogen tot de afgifte van enig geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- winkelgoederen uit de winkelvoorraad genomen
en
- vervolgens zich naar de kassa begeven en
- daarbij tegen de medewerker gezegd dat hij de goederen wilde
retourneren/ruilen,
waardoor de medewerker van [tankstation 2] werd
bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
hij op 12 februari 2017 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (ALR) luchtspiraal en een (ALR) omvormer, toebehorende aan [tankstation 2] (gelegen aan de [adres 1] );
3.
hij op tijdstippen in de periode van 3 februari 2017 tot en met 19 februari 2017 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) en te Borne, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen, een medewerker van de [woonwinkel] (gelegen aan [adres 2] ) en een medewerker van het [tankstation 1] (gelegen aan de [adres 3] ) te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- winkelgoederen uit de winkelvoorraad heeft genomen en
- vervolgens zich naar de kassa heeft begeven en
- daarbij tegen de medewerkers gezegd dat hij goederen wilde
retourneren/ruilen en
- daarbij bonnen heeft getoond welke niet aan verdachte toebehoorden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op 19 maart 2017 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), opzettelijk een vals bankbiljet van vijftig euro heeft uitgegeven;
5.
hij op 21 april 2017 te Goor, gemeente Hof van Twente, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse hoedanigheid en door
listige kunstgrepen, een medewerkster van [supermarkt 1] (gelegen aan het [adres 4] ) heeft bewogen tot de afgifte van enig geldbedrag en winkelgoederen, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- winkelgoederen (te weten vitaminepillen, van het merk Centrum) uit de winkelvoorraad genomen en
- vervolgens zich naar de kassa begeven en
- daarbij tegen de medewerkster gezegd dat hij het goed (te weten de vitaminepillen) wilde retourneren/ruilen,
waardoor de medewerkster van [supermarkt 1] werd
bewogen tot bovenomschreven afgifte;
6.
hij op 10 mei 2017 te Almelo met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkel (te weten [supermarkt 2] ) heeft weggenomen, cosmetica (te weten dagcrème van het merk Niveau en zonnebrand van Niveau Sun), toebehorende aan [supermarkt 2] ;
ter zake parketnummer 08/007026-17:
4.
hij op 10 januari 2017 te Enschede, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkel (gevestigd aan de [adres 8] ) heeft weggenomen, vier pakken tijdschriften, toebehorende aan de [supermarkt 3] ;
5.
hij op 29 december 2016 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkel (gevestigd aan de [adres 9] ) heeft weggenomen, een telefoon (merk/type iPhone 7), toebehorende aan [winkel] .
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummers 08/952150-16, 08/730183-17 sub 1, 2 primair, 3, 4 subsidiair, 5 en 6 en 08/007026-17 sub 4 en 5 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 213, 310, 317, 326 en 326 jo. 45 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 08/952150-16 het misdrijf:
afpersing;
parketnummer 08/730183-17 sub 1 het misdrijf:
oplichting, meermalen gepleegd;
parketnummer 08/730183-17 sub 2 primair en 6 en parketnummer 08/007026-17 sub 4 en 5, telkens het misdrijf:
diefstal;
parketnummer 08/730183-17 sub 3, het misdrijf:
poging tot oplichting, meermalen gepleegd;
parketnummer 08/730183-17 sub 4 subsidiair, het misdrijf:
opzettelijk een vals bankbiljet uitgeven;
parketnummer 08/730183-17 sub 5, het misdrijf:
oplichting.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk,
met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van het voorarrest en met oplegging van de in de reclasseringsrapportage van 18 oktober 2017 vermelde bijzondere voorwaarden.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman stelt zich op het standpunt dat aan verdachte een vrijheidsstraf dient te worden opgelegd waarvan het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan de door verdachte in voorarrest doorgebrachte tijd. Wat betreft de duur van een eventuele voorwaardelijke gevangenisstraf en de daarbij op te leggen bijzondere voorwaarden, refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Het dient verdachte ernstig te worden aangerekend dat hij zich aan meerdere vermogensdelicten en een afpersing door bedreiging met geweld heeft schuldig gemaakt. Hij is daarbij kennelijk geheel voorbij gegaan aan de gevolgen voor de gedupeerden, die vaak niet alleen financieel worden getroffen, maar doorgaans ook geconfronteerd worden met gevoelens van onzekerheid en onveiligheid.
Ter terechtzitting heeft verdachte alle hem tenlastegelegde feiten bekend en doen blijken het strafbare en kwalijke van zijn handelen in te zien. Hij heeft aldus de volle verantwoordelijkheid genomen voor de hem verweten strafbare gedragingen. Verder heeft hij te kennen gegeven zijn leven een andere wending te willen geven en gemotiveerd te zijn voor een, door de reclassering noodzakelijk geachte, klinische behandeling. In het kader van een schorsing van zijn voorlopige hechtenis heeft verdachte inmiddels een aanvang gemaakt met die behandeling. Uit het reclasseringsrapport van 18 oktober 2017 maakt de rechtbank op dat verdachte zich in de kliniek positief en meewerkend opstelt.
Verder heeft de rechtbank bij het bepalen van de straf rekening gehouden met zowel het feit dat verdachte niet eerder ter zake vermogensdelicten is veroordeeld als met zijn ter terechtzitting gebleken persoonlijke omstandigheden, zoals deze met name zijn verwoord in de door de reclasseringswerker M. Schuur opgemaakte rapportages.
Tenslotte heeft de rechtbank op de voet van het bepaalde in artikel 63 Sr rekening gehouden met een vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 3 februari 2017, waarbij verdachte onder meer tot 20 uren taakstraf is veroordeeld.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat bij de strafoplegging het accent dient te liggen op de voor verdachte noodzakelijk geachte klinische behandeling en begeleiding en dat, naast een voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden, volstaan kan worden met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die gelijk is aan de door verdachte in voorarrest doorgebrachte tijd. De rechtbank acht het, mede gelet op het feit dat de behandeling reeds is ingezet, in deze niet opportuun verdachte terug te plaatsen in detentie.

8.De schade van benadeelde

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[tankstation 3] te Enschede, heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 338,67, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- vertanking 24 december 2016 € 62,13;
- adm. kosten + deurw. kosten 24 december 2016 € 57,00;
- vertanking 26 december 2016 € 59,59;
- adm. kosten + deurw. kosten 26 december 2016 € 57,00;
- gestolen goederen ingeleverd tegen geld € 52,95;
- kosten vaststelling schade € 50,00.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de vordering dient te worden toegewezen.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman voert geen verweer tegen de vordering van de benadeelde partij en de hoogte daarvan, maar concludeert tot afwijzing van die vordering wegens het ontbreken van enige draagkracht bij verdachte.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
De vordering heeft betrekking op het onder parketnummer 08/730183-17 sub 2 en parketnummer 08/007026-17 sub 1 tenlastegelegde. Nu verdachte van het feit onder parketnummer 08/007026-17 wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv)
niet-ontvankelijk verklaren in de vordering voor zover die betrekking heeft bovengenoemd feit. Dit betreft een bedrag van in totaal € 235,72.
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit onder parketnummer 08/730183-17 sub 2 primair, rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost van € 52,95 is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 52,95, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
De onder de post “kosten vaststelling schade” opgevoerde schade ad € 50,00 is onvoldoende komen vast te staan, omdat die gestelde schade niet is onderbouwd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden en de benadeelde partij in dat deel van haar vordering niet-ontvankelijk zal verklaren.
De benadeelde partij kan de vordering, voor zover zij daarin niet-ontvankelijk is verklaard, slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit onder parketnummer 08/730183-17 sub 2 primair is toegebracht.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 36f, 57 en 63 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/730183-17 sub 4 primair en parketnummer 08/007026-17 sub 1 primair en subsidiair, sub 2 primair en subsidiair en sub 3 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummers 08/952150-16, 08/730183-17 sub 1, 2 primair, 3, 4 subsidiair, 5 en 6 en 08/007026-17 sub 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummers 08/952150-16, 08/730183-17 sub 1, 2 primair, 3, 4 subsidiair, 5 en 6 en 08/007026-17 sub 4 en 5 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08/952150-16 het misdrijf:
afpersing;
parketnummer 08/730183-17 sub 1 het misdrijf:
oplichting, meermalen gepleegd;
parketnummer 08/730183-17 sub 2 primair en 6 en parketnummer 08/007026-17 sub 4 en 5, telkens het misdrijf:
diefstal;
parketnummer 08/730183-17 sub 3, het misdrijf:
poging tot oplichting, meermalen gepleegd;
parketnummer 08/730183-17 sub 4 subsidiair, het misdrijf:
opzettelijk een vals bankbiljet uitgeven;
parketnummer 08/730183-17 sub 5, het misdrijf:
oplichting;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummers 08/952150-16, 08/730183-17 sub 1, 2 primair, 3, 4 subsidiair, 5 en 6 en 08/007026-17 sub 4 en 5 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
11 (elf) maanden en vijftien (15) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten:
- kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende (bijzondere) voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardendat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling, voor de maximale duur van 12 maanden, zal laten opnemen in FPA de Hooge Venne te Heiloo, dan wel een soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling het NIFP-IFZ. Verdachte zal zich dan houden aan de regels die door of namens de (geneesheer-) directeur van de kliniek zullen worden gegeven;
- na de klinische behandeling, gedurende de proeftijd, begeleid zal gaan wonen in een 24-uurs voorziening of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering en zich daar zal houden aan het (dag) programma dat deze voorziening in overleg met reclassering heeft opgesteld, zolang de reclassering dit nodig acht;
- draagt de reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij [tankstation 3] te Enschede, voor een deel van € 285,72 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 52,95, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 februari 2017. Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het onder parketnummer 08/730183-17 sub 2 primair bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 52,95,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 februari 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 1 dag zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.M. Bos, voorzitter, mr. M.A.H. Heijink en
mr. A.A. Smit, rechters, in tegenwoordigheid van P.G.M. Klaassen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 7 november 2017.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie Eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2016062023-1 van 7 november 2016. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie Eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2017156592 van 6 april 2017, wat betreft de feiten 1, 2 primair, 3 en 4 subsidiair en met nummer PL0600-2017273667 van 5 juni 2017, wat betreft de feiten 5 en 6. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
3.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie Eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2017016681 van 12 januari 2017. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.