Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
STICHTING HUMANITAS VOOR DIENSTVERLENING AAN MENSEN MET EEN HANDICAP,
gevestigd te Nieuwegein,
hierna te noemen Humanitas,
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen [verweerder] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
De kantonrechter komt aldus tot het oordeel dat onvoldoende is gebleken dat [verweerder] ongeschikt zou zijn voor het verrichten van de bedongen arbeid.
Voor de kantonrechter is niet gebleken dat tijdens het sollicitatie- of aanstellingsgesprek aan [verweerder] concrete vragen zijn gesteld die hem aanleiding hadden moeten geven iets te zeggen over zijn strafrechtelijke contacten met justitie. Daarvan uitgaande acht de kantonrechter het te billijken dat [verweerder] , in de verwachting dat hij wel een VOG zou verkrijgen, daarover niet iets uit zichzelf heeft gezegd. In ieder geval acht de kantonrechter het zwijgen over zijn justitiële contacten onder de gegeven omstandigheden onvoldoende om een verstoorde arbeidsverhouding aan te nemen.