In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 17 oktober 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een huurder en verhuurder over de huurovereenkomst van een bedrijfsruimte. De huurder, [eiser], huurt sinds 1 april 2015 een pand van de verhuurder, [gedaagde]. De huurder ontdekte dat het pand niet was aangesloten op de riolering, wat leidde tot een huurachterstand en een geschil over de huurprijs. De huurder vorderde dat de verhuurder het pand zou aansluiten op de riolering en dat de huurprijs zou worden verlaagd tot € 250 per maand totdat dit was gebeurd. De verhuurder betwistte de vorderingen en stelde dat de huurder het pand in de huidige staat had aanvaard.
De kantonrechter oordeelde dat de verhuurder toerekenbaar tekortschiet in zijn verplichtingen, omdat de huurder recht had op een deugdelijke aansluiting op de riolering. De rechter verklaarde dat de huurder gerechtigd was om de huurbetaling op te schorten totdat de verhuurder aan zijn verplichtingen voldeed. De vorderingen van de huurder werden toegewezen, terwijl de vorderingen van de verhuurder in reconventie werden afgewezen. De verhuurder werd veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis bevestigt de rechten van huurders in situaties waarin de verhuurder zijn verplichtingen niet nakomt.