Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- Het tussenvonnis d.d. 22 februari 2017;
- Het proces-verbaal van het op 19 juni 2017 gehouden getuigenverhoor van [A] , [B] , [C] , [D] ;
- Het proces-verbaal van het op 20 juni 2017 gehouden getuigenverhoor van [E] , [F] en [G] ;
- De conclusie na enquête van de zijde van Keytech d.d. 19 juli 2017, tevens akte houdende in het geding brengen van producties;
- De conclusie na enquête van de zijde van de curator d.d. 16 augustus 2017, tevens akte houdende in het geding brengen van producties;
- De akte houdende uitlating producties d.d. 30 augustus 2017.
2.De beoordeling van het geschil
Maakte [F] daarbij ook de afspraken?Met de opdrachtgevers wel, maar hij hoort dat eerst aan mij te vertellen om een akkoord van mij te krijgen.
Werkte het in de praktijk ook zo dat [F] voor elke afspraak eerst bij u kwam vragen om een akkoord?Daar heb ik mijn twijfels over.
Kunnen we zeggen dat [F] de contactpersoon was tussen Keytech en de aan IT-groep verbonden bedrijven?Voor wat betreft het commerciële gedeelte wel, voor de boekhouding was dat [E]
.”
Van wie mocht of moest u daar naartoe?Van mezelf. De situatie was niet zo denderend bij ITA dus ik probeerde er alles aan te doen om het bedrijf in leven te houden. (…) Ik had wekelijks een soort Excel-bestandjes welke ik van de heer [E] meekreeg en die ik bij de heer [A] afgaf met de vraag of hij dit wilde betalen. (…) Dan stond er een specifiek bedrag bij wat wij wilden ontvangen. (…) [D]an maakte ik een aantekening en gaf ik het staatje weer terug aan de heer [E] .
Wat voor soort aantekening?Soms werd er wel eens wat gestreept of “is al verrekend”, of “wordt nog verrekend”, maar dat kon ik niet nazien. Dat was voor de boekhouder. (…) [I]k probeerde het bedrijf te redden.”