9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert: het misdrijf:
werkzaam in de gezondheidszorg, ontucht plegen met iemand die zich als patiënt aan zijn hulp/zorg heeft toevertrouwd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) dag;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
100 (honderd) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
50 (vijftig) dagen;
Dit vonnis is gewezen door mr. F. van der Maden, voorzitter, mr. G.H. Meijer en mr. D.E. Schaap, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.A. de Haan-Geertsema, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 19 oktober 2017.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Voor het bewijs verwijst de rechtbank naar:
t.a.v. het gedeelte van de tenlastelegging waarover verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd:
1. het proces-verbaal van aangifte van 21 november 2016, pagina 23-39;
2. het proces-verbaal van bevindingen van 16 november 2016, pagina 40-69;
3. het proces-verbaal van verhoor verdachte van 30 november 2016, pagina 126-142;
4. het proces-verbaal van de terechtzitting van 5 oktober 2017, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in art. 359, derde lid, laatste volzin, Wetboek van Strafvordering.
t.a.v. het gedeelte van de tenlastelegging waarover verdachte een ontkennende verklaring heeft afgelegd:
1. het proces-verbaal van aangifte van 21 november 2016, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 23-39):
(…) Toen ging hij mijn vagina strelen. (…) Hij steekt zijn vingers in mijn vagina. (…) Ik voelde twee vingers. (…) Hij bewoog met zijn vingers in mijn vagina heen en weer. (…);
2. het proces-verbaal van verhoor verdachte van 30 november 2016, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 126-142):
(…) V: Wat doe je precies bij haar vagina? A: Ik ga met mijn hand op en neer. (…) V: In hoeverre zijn jouw vingers tussen haar schaamlippen geweest? A: Als ik zou zeggen absoluut helemaal niet dat weet ik niet, maar niet dat ze er tussen verdwenen ofzo. (…);
3. het proces-verbaal van de terechtzitting van 5 oktober 2017, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
(…) Ik heb met de vlakke hand over de vagina van aangeefster gevoeld. (…) Ik heb wel gevoeld dat de vagina van aangeefster vochtig was. (…).