10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde onder parketnummer 08/760050-17 en feit 1 en feit 2 tenlastegelegd onder parketnummer 08/210297-16 heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummer 08/760050-17 primair en onder parketnummer 08/210297-16 feit 1 en feit 2 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
08/760050-17 primair
het misdrijf:poging tot doodslag;
08/210197-16
feit 1
het misdrijf:mishandeling;
feit 2
het misdrijf:bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair onder parketnummer 08/760050-17 en feit 1 en feit 2 onder parketnummer 08/210197-16 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 1]van een bedrag van
€ 1.945,88, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 april 2017;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.945,88,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 april 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
29 dagenzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 1] , voor een deel van
€ 520,--niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 2]van een bedrag van
€ 978,16te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 juli 2016;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 978,16,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 juli 2016 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
19 dagenzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 2] , voor een deel van
€ 261,56niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- gelast de teruggave van een trui en een broek aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.H. Heijink, voorzitter, mr. E.J.M. Bos en mr. A.M. den Dulk, rechters, in tegenwoordigheid van H.J. Seuters, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 17 oktober 2017.
Buiten staat
Mr. Den Dulk is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
parketnummer 08/760050-17
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie-eenheid Oost-Nederland met nummer [nummer 1] . Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 4 april 2017, pagina’s 32 en 33, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Ik doe aangifte van poging doodslag dan wel zware mishandeling. Ik heb aan niemand het recht of de toestemming gegeven om mij met een mes te steken of met dat mes te snijden. Op dinsdag 4 april 2017 omstreeks 13:00 uur werd ik gebeld door mijn dealer, omdat hij drugs wilde verkopen. Wij hebben toen een afspraak gemaakt bij Tankstation Deppenbroek in Enschede. Ik ben van de fiets gestapt en naar de Golf van hem gelopen en aan de passagierskant ingestapt. We hebben toen even gepraat. Ik wilde een zakje cocaïne bij hem kopen. Dat lag in de middenconsole. Ik heb gezegd: “ik heb even niets, ik betaal woensdag”. Ik koop niet vaker iets op de pof bij hem. Ik wilde toen een zakje pakken maar pakte kennelijk twee zakjes uit de middenconsole. Hij werd boos omdat ik twee zakjes pakte wat ik niet in de gaten had. Ik had die zakjes in mijn jaszak gestopt. Hij had het idee dat ik hem wilde naaien. Toen stapte hij uit. Wij zijn toen naar elkaar toegelopen en stonden ongeveer tegenover elkaar met onze hoofden vlak voor elkaar. Het werd toen een beetje grimmig. Ik zag dat hij naar zijn auto liep, naar de bestuurderskant. Hij deed de deur open en pakte iets uit zijn auto. Volgens mij pakte hij iets uit de deur van zijn auto. Het volgende moment weet ik eigenlijk niets meer.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 7 april 2017, pagina 56, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van die verbalisant:
Op dinsdag 4 april 2017 is van onderstaande aangever een aangifte opgenomen. Bij deze aangifte staat abusievelijk tot twee keer toe vermeld dat aangever op dinsdag 4 april door de dealer werd gebeld. Echter werd deze dag en datum niet goed in de aangifte vermeld. De dealer belde aangever namelijk op maandag 3 april 2017 te 13:00 uur en niet op dinsdag 4 april zoals in de aangifte vermeld staat.
Aangever: [slachtoffer 1] geboren op [geboortedatum 2] 1986 te [geboorteplaats 2] in [land 2] .
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 3 april 2017, pagina 67, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van die getuige:
Vanmiddag 3 april 2017, omstreeks 16:00 uur was ik klaar met mijn stage bij de Albert Heijn aan de Rijnstraat in Enschede. Ik zag dat er op de parkeerplaats twee mannen ruzie hadden met elkaar. De mannen stonden op de parkeerplaats aan de kant van het tankstation. Ik denk dat ik ongeveer vier meter van de twee mannen stond. Door de houding en stem kon ik zien dat er ruzie was. De man die later met het mes stak was boos en maakte zich breed. Ik hoorde dat deze man iets zei van: “jij gaat zien, jij gaat zien wat er gaat gebeuren”. Ondertussen liep deze man naar de auto. De man liep naar zijn auto, deed de deur open en pakte iets. De auto stond geparkeerd met de voorzijde richting de IJsselstraat, dus de man moest om de auto lopen om de deur van de auto te openen. Hij pakte kennelijk iets uit zijn auto. Hij liep weer terug naar het latere slachtoffer. Ik zag dat het slachtoffer achteruit liep. Ik zag dat de dader uithaalde met zijn arm. Ik weet niet welke arm, maar ik dacht dat hij ging slaan. Ik zag toen achter dat hij een mes in zijn handen had en deze stak in de keel van het slachtoffer. Het slachtoffer lag meteen op de grond.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 7 april 2017, pagina’s 75 en 76, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van die getuige:
Ik ben getuige geweest van een steekpartij afgelopen maandagmiddag 3 april 2017 bij het winkelcentrum Deppenbroek in Enschede. [getuige 2] zag dat er twee mannen ruzie hadden. Ik zag het ook toen hij dat zei. We stopten om te kijken naar wat er gebeurde. Ik zag twee buitenlandse mannen, wat oudere mannen, degene die neergestoken werd, was ouder dan degene die stak. Ze stonden allebei nog overeind, ze stonden heel dicht bij elkaar en ze waren een beetje aan het worstelen en trekken. Er was ook een auto bij. Deze hoorde bij de man die de andere man neerstak. De auto stond gewoon naast de mannen. Ik zag dat de man die neergestoken werd, iets naar achteren liep en hierna liep de man die heeft gestoken naar zijn auto. Hij pakte iets uit de auto, aan de kant van de bestuurder, in de deur. Ik heb niet meteen gezien wat het was, hij liep meteen weer naar de man toe op een snelle manier. Ik zag dat hij een slaande beweging maakte met zijn rechterhand naar de andere man. Ik dacht eerst dat hij alleen sloeg. De klap kwam in de nek terecht van het slachtoffer. Ik zag dat de man die neergeslagen was op de grond viel. Ik liep ernaartoe, omdat ik dacht dat hij de man had neergeslagen. Ik zag toen dat de man die op de grond lag hevig bloedde, er spoot bloed uit zijn nek. Ik zag ook dat de andere man, die gestoken had, in zijn rechterhand een mes vasthad. Er kwam van dat mes nog bloed af. Ik zag dat het een scherp mes was, met één scherpe rand, het metalen gedeelte was ongeveer zo groot als deze pen. (opmerking: de pen die op tafel ligt is ongeveer twintig centimeter)
Het geschrift, te weten de letselrapportage van drs. A.A. van der Spaa, forensische arts, werkzaam bij GGD Twente, betreffende letselbeschrijving van [slachtoffer 1] , van 6 juli 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Lichaamsdeel: hals
Beschrijving: Aan de linkerzijde van de hals, halverwege tussen sleutelbeen en onderkaak bevindt zich een gehechte scherpe verwonding, vanaf de voorste middellijn gemeten 4,5 cm. Schuin omhoog in een helling van 30 graden en vervolgens 2 cm. Naar beneden, ook in een helling van 30 graden.
Interpretatie: in dit gebied van de hals lopen belangrijke bloedvaten en zenuwen. Indien de snede dieper was doorgedrongen in de hals, dan was het zeer goed mogelijk geweest dat structuren als de halsslagader, de halsader en/ of de zenuw die naar de stemband verloopt doorgesneden of beschadigd waren. Dit zou in principe, door heftige bloeding, tot een levensbedreigende situatie hebben kunnen geleid, waarbij medisch ingrijpen op korte termijn noodzakelijk zou zijn om het leven te redden.
Soort: snijwond.
Het geconstateerde letsel kan goed passen bij de door de onderzochte persoon aangegeven toedracht.
parketnummer 08/210197-16
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie-eenheid Oost-Nederland met nummer [nummer 2] Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
het proces-verbaal ter terechtzitting van 3 oktober 2017 met de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 25 juli 2016, pagina’s 3 en 4
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 25 juli 2016, pagina’s 3 en 4, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Ik doe aangifte van mishandeling en bedreiging tegen mij gepleegd. Deze mishandeling is bij de ingang van het winkelcentrum Stroinkslanden aan de Veldhoflanden gepleegd. Op vrijdag 22 juli 2016 omstreeks 20:15 uur ben ik samen met mijn zusje [getuige 4] en mijn vriendin [getuige 5] naar het winkelcentrum Stroinkslanden gegaan. Toen wij allen uit de auto stapten kwam er een grijze Volkswagen Golf aanrijden. Ik hoorde dat er gefloten werd uit de auto en ik zag de inzittenden van de Volkswagen Golf naar mijn zusje [getuige 4] kijken. Ook hoorde ik dat de inzittenden van de Volkswagen Golf aan het schreeuwen waren. We liepen in de richting van het winkelcentrum en wilden naar de Albert Heijn toe. Toen de Volkswagen Golf ons passeerde heb ik in een opwelling richting de auto gespuugd, richting de achterzijde. Wij hebben vervolgens ijs gekocht bij de Albert Heijn en toen wij naar buiten kwamen zag ik de bestuurder van de Volkswagen Golf bij de ingang van het winkelcentrum staan. De jongen kwam dreigend op mij af, ik bedoel hiermee dat hij gebalde vuisten had en hij kwam breed op mij aflopen. Ik zag dus dat de jongen dreigend op mij af kwam lopen en ik hoorde dat hij mij aansprak met de woorden: “Je gaat nu me auto schoonmaken, anders pak ik mijn ploertendoder uit de auto en sla ik je helemaal kapot”.
2.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5] van 27 juli 2016, pagina’s 15 en 16, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van die getuige:
Ik zat op vrijdag 22 juli 2016 omstreeks 20:15 uur samen met mijn vriend [slachtoffer 2] en zijn zus [getuige 4] in de auto. Wij parkeerden de auto op de parkeerplaats van het winkelcentrum Stroinkslanden aan de zijde van de apotheek. Wij stapten uit en liepen richting de toegangsdeur van het winkelcentrum om ijsjes te halen bij Albert Heijn. [getuige 4] liep voorop en ik zag dat ons een grijze Volkswagen Golf passeerde. Ik zag dat in de auto vijf jonge mannen zaten. Ik zag dat deze auto langzamer ging rijden vlak naast [getuige 4] en ik hoorde dat er rare geluiden uit de auto kwamen. Ook hoorde ik dat er werd gefloten vanuit de auto, ik zag dat de portierramen van de auto open stonden. Ik zag dat de mannen allen naar [getuige 4] keken toen de auto haar passeerde. Ik zag dat [slachtoffer 2] spuugde in de richting van de auto. Wij hebben ijsjes gehaald bij Albert Heijn en toen wij de kassa waren gepasseerd zag ik dat de bestuurder op de inpaktafel zat. Voor de toegangsdeur werden wij tegengehouden door de bestuurder en ik hoorde dat hij tegen [slachtoffer 2] zei: “jij gaat nu mijn auto schoonmaken anders kom je in de problemen, ik haal mijn ploertendoder en ik sla je helemaal kapot”. Ik hoorde dat de man meerdere malen zei dat hij zijn ploertendoder zou ophalen.
3.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] van 27 juli 2016, pagina’s 12 en 13, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van die getuige:
Toen wij bij de toegangsdeur kwamen van het winkelcentrum zag ik dat de andere
jongens uit de auto buiten de toegangsdeur stonden te wachten.
Op dat moment werden wij tegengehouden door de bestuurder van de auto en ik hoorde
dat hij tegen [slachtoffer 2] zei dat [slachtoffer 2] de auto moest schoonmaken en anders kwam hij met een
ploertendoder en taser eraan.