Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 31 augustus 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 9 december 2016 en de daarin genoemde en daaraan gehechte stukken.
2.De feiten
Datum gegenereerd 27-02-2015 10:35
Bijgevoegd de aangepast factuur.
Melding dat er klanten waren in het bedrijf “ [eiseres] ” die spullen wilden mee nemen omdat zij nog geld te goed hadden. Naar aanleiding van deze melding zijn er verbalisanten ter plaatse gegaan. In het kantoor zaten deze klanten ruzie te maken met [B] . De mannen hadden de hele tijd een soort onderliggende dreigtoon in de richting van [B] . Later vertelde de melder toen deze mannen weg waren dat als hij niet betaalde een kogel door zijn kop kon krijgen.
2.11. [gedaagde] heeft de heer [G] , werkzaam als zelfstandig adviseur, ingeschakeld.
heeft per e-mail van 30 januari 2015 (onder meer) aan [B] en [C] het volgende bericht:
Mijn naam is [G] (51 jaar) en ik werk met een aantal activiteiten vanuit mijn BV, [H] . Groot deel van mijn werk bestaat uit het faciliteren naar concrete oplossingen toe bij conflict situaties. Dat doe ik altijd op vertrouwelijke basis zonder enige vorm van achterliggende emotie omdat ik niet betrokken was bij het begin van het conflict.
In dit verband ben ik verzocht door [gedaagde] , (…) naar de onderliggende discussie tussen Furmet BV en [gedaagde] te kijken om te trachten aan een wederzijds acceptabele oplossing te werken. Ter vermijding van eventuele misverstanden, ik ben geen jurist. (…)
Het is niet mijn doel om de zaak verder op de spits te drijven maar juist om de zaak te normaliseren waarbij partijen een akkoord bereiken om het voorliggende probleem met concrete stappen op te lossen. Ik heb minder interesse in de feiten waarom iets niet kan, maar wil door mijn inzet bereiken dat er een focus komt op hetgeen wel mogelijk is. Daarom zou ik graag een keer met u in gesprek willen treden (…)
Op basis van de aan mij aangeleverde informatie heeft [gedaagde] diverse partijen schroot geleverd aan contractant Furmet B.V. (…) Het totaal bedrag van de vordering per 29 januari 2015 is EUR 474.932,58. (…) Ik heb diverse malen beloftes gezien van betaling die echter (voor een groot deel) zijn uitgebleven. [gedaagde] heeft daarom mij expliciet verzocht deze zaak voor hun verder te begeleiden. Alles wat ik doe om aan een gezamenlijk positief resultaat te werken is derhalve in hun naam en heeft hun goedkeuring. (…)
Voor de duidelijkheid geld dit voor Furmet BV en niet voor de andere genoemde entiteiten. Het klopt dat wij een bedrag open hebben staan die wij aan [gedaagde] over moeten maken en over zullen maken. (…) Zoals al eerder genoemd hebben wij hier te maken met verschillende bedrijven en heeft [eiseres] een vordering op [gedaagde] . Graag ook deze bedrijven buiten bovenstaande zaak houden.
1) er is een vordering van [gedaagde] (…) op Furmet B.V. (…) van in totaal EUR 474.932,56. Daarvan moet volgens jullie worden afgetrokken twee facturen (…) ad EUR 80.947 en (…) ad EUR 15.212,70 zodat [gedaagde] volgens jullie informatie nog te vorderen heeft EUR 378.772,86. Zoals door mij aangegeven zal [gedaagde] daar haar akkoord op moeten geven wat ik zal vragen (…)
2) er is een vordering vanuit [eiseres] op [gedaagde] voor een bedrag van EUR 64.767. Ook hier zal ik [gedaagde] verzoeken om dit te bevestigen en of men een probleem heeft met het feit dat dit bedrag van de vordering ad 1) kan worden afgetrokken.
Jullie zullen navragen of deze vordering / schuld compensatie intern akkoord is.Aangezien er hier sprake is van een andere juridische entiteit, zullen wij dit aan de directie van [eiseres] moeten voorleggen om een akkoord te krijgen deze posten met elkaar te verrekenen. Gevolg hiervan zal zijn dat [eiseres] een vordering krijgt op Furmet B.V., waar wij een getekende verklaring voor dienen te ontvangen.
3) Ervan uitgaande dat dit voor beide partijen akkoord is, blijft er een hoofdsom vordering over van netto EUR 474.932,56 -/- EUR 80.947 -/- EUR 15.212,70 -/- EUR 64.767 = EUR 314.005,86
Gaarne jullie akkoord op dit bedrag wat dan de hoofdsom netto vordering is zodat ik dit met [gedaagde] kan bespreken om daar ook akkoord op te krijgen. Wij geven akkoord op het openstaande bedrag ad. EUR 378.772,86 D t.a.v. Furmet B.V. en tevens een akkoord op het bedrag ad. EUR 64.767C openstaand bij [eiseres] (…)
4)
Er is tussen [gedaagde] en Furmet een afspraak gemaakt dat er een additionele vergoeding van 15% is op het bedrag wat al langere tijd open staat. (…)[B] heeft aangegeven eventueel een additionele vergoeding van tussen de 10% - 15% te willen voldoen, aangezien de posten al langere tijd openstaan. (…) Een wettelijke vergoeding kan uiteraard altijd gevorderd worden, maar dit zal dan tevens voor alle vorderingen gelden, ook voor die openstaan bij [eiseres]
Conform hetgeen wij hebben besproken is het verzoek om jouw akkoord met retour mail op de volgende overeengekomen punten:
2) (…)
3) vordering van [eiseres] op [gedaagde] ad EUR 64.767,= wordt van de hoofdsom afgetrokken. Furmet BV regelt dit verder met [eiseres] Een kopie van de overeenkomst tussen [eiseres] en Furmet BV wordt op prijs gesteld.
De hoofdsom is vastgesteld door partijen op EUR 474.932,56 -/- EUR 80.947 (= dispuut factuur) -/- EUR 15.212,70 -/- EUR 64.767 = EUR 314.005,86 (…)
4) (…)
Graag per retour mail je formele akkoord op bovenstaande punten (…).
1. Akkoord
2. Akkoord
3. Akkoord
4. Akkoord (…)
[gedaagde] heeft alle zaken met uw broer de heer [B] gedaan. (…) [B] heeft in het kader van de discussies die ontstonden over aanzienlijke betalingsachterstanden van Furmet op enig moment een overzicht van enkele interne boekingen van de inkoop door [gedaagde] aan [gedaagde] doen toekomen. Deze interne boekingen waren opgenomen in de administratie van [eiseres] . Daarvoor had [B] niet aan [gedaagde] meegedeeld dat het hier om inkopen door [gedaagde] van [eiseres] zou gaan. [B] heeft evenmin uitgelegd waarom in afwijking van alle verkopen door [gedaagde] deze inkopen door [gedaagde] binnen [eiseres] zijn geadministreerd. Later bleek dat Furmet een insolvente vennootschap was die uiteindelijk in mei 2015 failleerde met [gedaagde] als grote schuldeiser.
Nu eist u voor het eerst – terwijl het hier transacties vanaf begin 2014 betreft – namens [eiseres] betaling van
Het heeft er alle schijn van dat uw broer, in de wetenschap dat Furmet de aanzienlijke vorderingen van [gedaagde] niet zou kunnen voldoen, de verkopen aan [gedaagde] heeft geadministreerd binnen [eiseres] om aldus wat in wezen een door [gedaagde] te verrekenen schuld aan Furmet was om te zetten in een door [gedaagde] aan [eiseres] te betalen bedrag dat [gedaagde] niet zou kunnen verrekenen met haar aanzienlijke vorderingen op Furmet. (…) Verder is mij opgevallen dat [B] bij e-mail van 25 februari 2015 heeft ingestemd met een afspraak onder meer inhoudende dat de schuld van [gedaagde] ad € 64.767 – die volgens [B] jegens [eiseres] zou bestaan – in mindering wordt gebracht op de vordering van [gedaagde] op Furmet. [gedaagde] mocht ervan uitgaan dat [B] hier [eiseres] kon binden.
Immers, daarvoor had [B] tegenover [gedaagde] gepretendeerd dat hij de aan [gedaagde] verkochte voorraden namens [eiseres] had verkocht. (…)
heeft een vordering ad € 64.767,- uit hoofde van leveringen van accu’s aan [gedaagde] . Deze leveringen zijn gefactureerd door middel van een inkoopfactuur door [gedaagde] aan [eiseres] , waarna [eiseres] ter bevestiging een verkoopfactuur zond aan [gedaagde] . (…)
Een enkele keer werd per abuis door [gedaagde] een inkoopfactuur gericht aan Furmet B.V. [eiseres] heeft hierop [gedaagde] verzocht de factuur te corrigeren naar de juiste tenaamstelling: [eiseres] (…) Kortom, anders dan u stelt is van het ‘intern boeken’ van inkopen door [gedaagde] binnen [eiseres] geen sprake. (…)
U stelt vervolgens dat [B] bij e-mail zou hebben ingestemd met het ‘in mindering brengen’ van de schuld van [gedaagde] aan [eiseres] op de vordering van [gedaagde] op Furmet B.V. De betreffende e-mail legt u echter niet over en de vermeende instemming c.q. afspraak betwist ik dan ook. Daarbij geldt bovendien dat [B] per 25 februari 2015 [eiseres] niet meer kon binden, en voordien slechts gezamenlijk bevoegd was met de andere bestuurders. (…)
3.Het geschil
primair
- te verklaren voor recht dat, indien en voor zover de rechtbank zou oordelen dat op 25 februari 2015 rechtsgeldig door [eiseres] een rechtshandeling tot afstand van recht c.q. verrekening is verricht, die rechtshandeling rechtsgeldig bij brief van 23 november 2016 buitengerechtelijk is vernietigd;
- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 64.767,-, te vermeerderen met (handels)rente en kosten
4.De beoordeling
1.788,00(2,0 punten × tarief € 894,00)