Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 juni 2016
- de op 27 september 2016 voorafgaande aan de comparitie van de zijde van [eiseres] toegezonden stukken
- het proces-verbaal van comparitie van 11 oktober 2016 en de daarin vermelde stukken
- de beslissing van de wrakingskamer van 22 november 2016 strekkende tot afwijzing van het verzoek van de zijde van [gedaagde] tot wraking van mr Goffin.
2.De feiten
had na inzet van de Reno in Dordrecht problemen om de Reno weer te verhuren dan wel te verkopen. In dat kader heeft [gedaagde] aan [eiseres] gevraagd haar te adviseren over mogelijkheden en haar netwerk daartoe aan te spreken.
Hierbij wil ik de afspraken even bevestigen en je op de hoogte stellen van mijn activiteiten. De hotelboot kan worden verkocht tegen een prijs van ca 3 miljoen euro. Als ik de verkoop regel is mijn provisie 1%. Als de boot wordt verhuurd, spreken we daarvoor een passende vergoeding af. Mocht de boot door jullie zelf worden verkocht/verhuurd, dan breng ik mijn werkelijk gemaakte uren in rekening tegen een tarief van 300 euro per uur. Graag verneem ik of de afspraken kloppen. (…)
Weer even een voortgangsbericht en een vastlegging van de afspraken die ik met [B] maakte. Naast hetgeen ik vorige week vertelde over Polen en buitenlandse gedetineerden zijn daar nu studenten bijgekomen. Ik ben bezig met een aantal organisaties die studenten huisvesten. Wat betreft de afspraken: Ik schrijf mijn uren, bij 10 uur trek ik aan de bel. Bij verkoop krijg ik een percentage van 2% in plaats van de eerder afgesproken 1%. Graag ontvang ik een bevestiging van bovenstaande.
Dat zijn weer goede berichten, hoop dat er wat uitkomt. Bij deze bevestig ik de onderstaande afspraken die je met [B] hebt afgesproken. (…)
“Zoals telefonisch besproken doe ik u hierbij toekomen de factuur voor mijn werkzaamheden van mei 2012- mei 2013” en ter zake van “Werkzaamheden tbv de verkoop van de hotelboot 12 (maanden) x 6 uur = 72 uur a
€ 300,”.
“Zoals telefonisch besproken doe ik u hierbij toekomen de factuur voor mijn werkzaamheden van mei 2013 tot mei 2014” en ter zake van “Werkzaamheden t.b.v. de verkoop van de hotelboot 12 (maanden) x 6 uur = 72 uur a € 300,”.
“Hierbij doe ik u toekomen de factuur voor mijn werkzaamheden over de periode mei 2014 tot mei 2015.” en ter zake van “Werkzaamheden t.b.v. de verkoop van de hotelboot 12 (maanden) x 6 uur = 72 uur a € 300,”.
Beste [B] ,
Helaas is er toen ( buiten mijn schuld en vaak ook gezichtsveld, omdat ik niet op de hoogte werd gehouden) vertraging na vertraging opgetreden en is, bij brief van het COA van 22 april (door mij ontvangen op 11 mei jl) aangegeven dat er geen behoefte meer is aan de capaciteit van de Reno. Ik heb je toegelicht dat ik deze brief veel te laat heb ontvangen en dat reageren nu geen zin meer heeft. Omdat ik weet dat je in een moeilijke situatie zit, heb ik je, nav je vraag, toegezegd om toch nog een e-mail te sturen naar de heer [D] . Ook al acht ik de kans van slagen zeer gering, dat zal ik deze week nog doen. Verder heb ik je wederom geïnformeerd dat er een deel van de factuur van juni 2014 nog steeds niet is betaald en heb ik je de factuur mei 2014-mei 2015 overhandigd.
Je hebt me jouw situatie uitgelegd en ook al heb ik begrip voor jouw situatie, ik kom langzamerhand zelf in de problemen. Daarom hebben we de volgende afspraken gemaakt:
Jij betaalt per direct het resterende bedrag van factuur 2014/1472 en binnen twee weken factuur 2015/1413.
Ik vertrouw erop dat je aan je verplichtingen zult voldoen.
Beste [B] ,
Vele malen heb ik je inmiddels verzocht om tot betaling van bijgaande facturen over te gaan. Op 5 november 2014 heb je me 10.000 euro betaald, daar is het bij gebleven. Hierbij verzoek ik je wederom om binnen 14 dagen het resterende bedrag aan mij te voldoen. Als ik binnen genoemde tijd de betaling niet heb ontvangen ben ik gedwongen om kosten te maken. Deze zijn voor jouw rekening.
4.De beoordeling
€ 300,- tot uitgangspunt. [gedaagde] heeft de hoogte van het tarief niet onderbouwd betwist. Voor wat betreft de aard en omvang van de werkzaamheden betrekt de rechtbank in haar oordeel dat de werkzaamheden van [eiseres] onder meer hebben bestaan uit het aanboren van het netwerk van mevrouw [A] , hetgeen – zoals mevrouw [A] ter comparitie heeft toegelicht – gepaard is gegaan met het aanspreken van verschillende kortdurende contacten.
Bij gebreke van (gestelde) concrete afspraken van partijen in dit verband, gelet op hetgeen mevrouw [A] omtrent de contacten met [gedaagde] ter comparitie heeft betoogd en voorts gelet op de overgelegde correspondentie van [eiseres] en [gedaagde] waarin (deels) invulling is gegeven aan voormelde verplichting, is de rechtbank van oordeel dat [gedaagde] onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld waaruit kan volgen dat [eiseres] niet aan haar vorenbedoelde informatie- en verantwoordingsverplichting heeft voldaan. De rechtbank betrekt daarbij dat [eiseres] haar facturen in zoverre heeft gespecificeerd dat 6 uren aan verrichte werkzaamheden per maand in rekening zijn gebracht, dat haar eerste aldus gespecificeerde factuur is betaald en dat niet is gebleken dat [gedaagde] voorafgaand aan deze procedure om een (nadere) specificatie van de werkzaamheden heeft gevraagd. [gedaagde] heeft voorts onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld die het oordeel kunnen dragen dat betaling van de facturen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Omdat een aanzienlijk deel van het gevorderde bedrag wordt afgewezen, begroot de rechtbank de proceskosten aan de zijde van [eiseres] op basis van het toegewezen bedrag op:
904,00(2 punten × tarief € 452,00)