Bij brief van 6 juli 2017 wordt [verzoeker] door Bizerba op staande voet ontslagen. Bizerba schrijft het navolgende, voor zover hier van belang:
[…. .]
Hiermee refereren wij aan de gebeurtenissen van 4 juli en verwijzen daarbij naar het e-mailbericht dat je leidinggevende, de heer [B] , je die dag om 14:05 uur heeft gestuurd.
Tot twee keer toe heeft je leidinggevende je een dringende instructie gegeven om bepaalde arbeid uit te voeren, te weten een storing op te lossen bij klant A-Ware omdat daar een zeer dringende situatie was ontstaan die niet door collega technici kon worden opgelost vanwege het feit dat deze reeds ingepland stonden bij andere klanten en het weekeinde en de maandag daaraan voorafgaande een collega technicus niet in staat bleek de storing op te lossen. Beide keren heb je deze instructie hardnekkig geweigerd en daarbij zelfs gezegd “alleen als je me met 2 politieagenten komt ophalen en me naar A-ware heen sleept”. De aan jou gegeven werkinstructie was een redelijke opdracht, welke jij als werknemer verplicht bent om uit te voeren.
Bij de eerste weigering gaf je als reden dat je consignatiedienst hebt en dus slechts 6 uur hoeft te werken en het volgens jou dan geen zin had om uit te rukken. Daarop heeft je leidinggevende je van deze taak ontheven om zodoende alsnog de werkinstructie op te kunnen volgen. Echter ook bij het tweede verzoek weigerde je hieraan uitvoering te geven omdat in geval van calamiteiten je op dinsdags eerder thuis wilt zijn i.v.m. je kinderen. Echter in geval van calamiteiten dien je dit te melden aan werkgever. Dit is niet door jou gemeld en wordt pas als argument aangevoerd tijdens de tweede instructie om uit te rukken. Ook heb je daarbij niet aangegeven om welke calamiteit het dan zou gaan.
Tevens heb je tijdens het tweede telefoongesprek het dreigement geuit dat als je leidinggevende blijft aandringen jij jezelf zult ziekmelden en zeker 3 maanden afwezig zult blijven.
Wij zien dit voorval als een hardnekkige werkweigering en vinden dit onacceptabel. In de officiële waarschuwingsbrief van 18 april 2017 hebben wij aangegeven dat bij volgende misdragingen wordt overgegaan tot sancties die naar gelang de ernst van de gedraging kan leiden tot ontslag op staande voet.
Wij zijn van mening dat deze hardnekkige werkweigering en de omstandigheden waaronder die heeft plaatsgevonden, mede gelet op de feiten genoemd in bovengenoemde waarschuwingsbrief, als dusdanige misdraging kan worden aangemerkt, dat na overleg met onze raadsman een ontslag op staande voet gerechtvaardigd is.
Middels deze wordt jou met onmiddellijke ingang ontslag op staande voet aangezegd.
Nu je ons een dringende reden hebt gegeven om de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen ben je op grond van de wet aan ons een schadevergoeding verschuldigd. De schadevergoeding is gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn, dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren. Wij zullen het bedrag van de schadevergoeding inhouden op de nog op te stellen eindafrekening. Een opgave van het schadebedrag krijg je één dezer dagen nog van ons. [… .]