In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 4 september 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Stichting Reclassering Nederland (RN) en een werkmeester, hierna te noemen [verweerder]. RN heeft het verzoek ingediend op basis van ernstig verwijtbaar handelen van [verweerder], die in strijd met de gedragscode van RN een intiem contact heeft onderhouden met een vrouwelijke werkgestrafte, mevrouw [X]. De kantonrechter oordeelt dat er een redelijke grond voor ontbinding is, maar dat het verwijt niet van een dusdanige aard is dat het als ernstig verwijtbaar kan worden gekwalificeerd. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, maar [verweerder] heeft recht op een transitievergoeding van € 9.941,58.
De procedure begon met een verzoek van RN tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, waarbij [verweerder] zich verweerde. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 augustus 2017 zijn beide partijen gehoord. RN stelde dat [verweerder] in strijd met de gedragscode een vertrouwensrelatie met een werkgestrafte had onderhouden, wat leidde tot een schending van de professionele afstand die vereist is in zijn functie. [verweerder] ontkende de beschuldigingen en voerde aan dat hij niet op de hoogte was van de inhoud van de gedragscode.
De kantonrechter concludeert dat, hoewel [verweerder] de gedragscode niet expliciet kende, hij had moeten beseffen dat hij zich terughoudend moest opstellen in zijn contacten met werkgestraften. De kantonrechter oordeelt dat de feiten en omstandigheden voldoende zijn voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, maar dat het handelen van [verweerder] niet als ernstig verwijtbaar kan worden gekwalificeerd. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met ingang van 4 oktober 2017, en [verweerder] heeft recht op een transitievergoeding.