ECLI:NL:RBOVE:2017:3587

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 september 2017
Publicatiedatum
19 september 2017
Zaaknummer
08/960071-15
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op preliminaire verweren en onderzoekswensen in strafzaak

Op 19 september 2017 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, een beslissing genomen op de onderzoekswensen van de verdediging in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1937 en zonder vaste woon- of verblijfplaats. Tijdens de zitting op 5 september 2017 heeft de verdediging verzocht om aanvullend onderzoek naar de geestvermogens van de verdachte, met het oog op een mogelijk verzoek tot schorsing van de vervolging op basis van artikel 16 van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank heeft geoordeeld dat aanvullend gedragsdeskundig onderzoek door een psycholoog en een psychiater noodzakelijk is. De deskundigen dienen te onderzoeken of de verdachte lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens, waardoor hij niet in staat zou zijn de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen.

Daarnaast heeft de rechtbank ambtshalve besloten om getuigen te horen die ook in de zaken tegen de medeverdachten zullen worden gehoord. De verdediging heeft de mogelijkheid om zich aan te sluiten bij de onderzoekswensen die in die zaken worden toegewezen. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om een nadere psychologische en psychiatrische rapportage op te stellen. De beslissing om het onderzoek te schorsen voor onbepaalde tijd is genomen, en de rechtbank heeft de oproeping van de verdachte en zijn raadsvrouw bevolen voor de hervatting van het onderzoek.

De uitspraak is gedaan door de rechters B.T.C. Jordaans, J.H.W.R. Orriëns-Schipper en W. Foppen, met mr. H.R. Lageveen als griffier. Mr. W. Foppen was niet in de gelegenheid om de beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/960071-15
Datum beslissing: 19 september 2017
Beslissing van de rechtbank Overijssel op de onderzoekswensen van de verdediging, gedaan ter zitting van 5 september 2017, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [land 1] op [geboortedatum 1] 1937,
wonende te [adres 1] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier ten lande.

OVERWEGINGEN

De verdediging heeft ter terechtzitting van 5 september 2017 onderzoekswensen ingediend waar de officier van justitie op gereageerd heeft, een en ander als verwoord in het proces-verbaal van de terechtzitting van 5 september 2017.
De verdediging heeft aangevoerd dat zij voornemens is een verzoek zoals bedoeld in artikel 16 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) in te dienen tot schorsing van de vervolging, omdat verdachte de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging niet (meer) begrijpt.
De verdediging heeft primair verzocht om de officier van justitie opdracht te geven een psychiater alsmede een psycholoog te benoemen om onderzoek te doen naar de geestvermogens van verdachte aan de hand van de vraagstelling zoals in de pleitnota is verwoord.
Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat, op het moment dat het in te dienen verzoek tot schorsing van de vervolging wordt afgewezen, zij zich dan alsnog wil aansluiten bij de onderzoekswensen die in de zaken van de medeverdachten zullen worden toegewezen, waarbij niet wordt uitgesloten dat de verdediging alsdan ook nog nieuwe onderzoekswensen wil opgeven.
Ten aanzien van het primaire verzoek overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank is van oordeel dat aanvullend gedragsdeskundig onderzoek door een psycholoog en een psychiater geboden is. Aan de deskundigen dient in het kader van artikel 16 Sv echter enkel de vraag te worden voorgelegd of verdachte aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens lijdt, dat hij niet in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de door de raadsvrouw in haar pleitnota weergegeven (aanvullende) vraagstelling aan de deskundigen voor te leggen.
Ten aanzien van het subsidiaire verzoek overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank ziet ambtshalve aanleiding om ook in de onderhavige zaak als getuigen te horen de personen die ook in de zaak tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] zullen worden gehoord, voor het bijwonen van welke verhoren derhalve ook de raadsvrouw van verdachte dient te worden uitgenodigd.

BESLISSING

De rechtbank beslist:
- dat het onderzoek wordt geschorst voor onbepaalde tijd;
- dat aan de officier van justitie de opdracht wordt verstrekt om een nadere psychologische en psychiatrische rapportage over verdachte te laten opmaken door het NIFP naar aanleiding van de vraag of verdachte aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens lijdt, dat hij niet in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen (artikel 16 Sv).;
- dat de stukken daartoe in de handen van de officier van justitie worden gesteld;
- dat de rechter-commissaris ook in de onderhavige zaak als getuigen zal horen de personen die ook in de zaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] met parketnummer [nummer 1] , [medeverdachte 2] met parketnummer [nummer 2] en [medeverdachte 3] met parketnummer [nummer 3] zullen worden gehoord, voor het bijwonen van welke verhoren derhalve ook de raadsvrouw van verdachte dient te worden uitgenodigd. Dit betreffen de volgende getuigen:
- [getuige 1] , wonende aan de [adres 2] (te bereiken op [nummer 4] );
- [getuige 2] , wonende aan de [adres 3] (te bereiken op [nummer 5] );
- [getuige 3] , wonende aan de [adres 4]
(te bereiken op [nummer 6] );
- [getuige 4] , geboren op [geboortedatum 2] 1966 te [land 2] , wonende aan de [adres 5] (te bereiken op [nummer 7] );
- [getuige 5] , geboren op [geboortedatum 3] 1967 te [land 1] , wonende aan de [adres 6] (te bereiken op [nummer 8] );
- [getuige 6] , geboren op [geboortedatum 4] 1957 te [land 3] ;
- [getuige 7] , geboren op [geboortedatum 5] 1971 te [land 3] ;
- [getuige 8] geboren op [geboortedatum 6] 1984 te [land 3] ;
- [getuige 9] , geboren op [geboortedatum 7] 1961 [land 4]
- [getuige 10] (directeur van de [bedrijf] );
- medeverdachte [medeverdachte 1] , geboren te [geboortedatum 8] 1966 te [geboorteplaats] ( [land 5] );
-dat de stukken in handen worden gesteld van de
rechter-commissarisbelast met de
behandeling van strafzaken;
- dat op de voet van artikel 316, lid 2, Sv één van de rechters die over de zaak oordelen, te weten
mr. W. Foppen, als rechter-commissariswordt aangewezen. De rechtbank houdt het ervoor dat de officier van justitie en de verdachte met deze aanwijzing instemmen en dat zij, indien zij met deze aanwijzing niet instemmen, zulks
binnen twee wekenna dit vonnis aan de rechtbank kenbaar maken.
- dat een eventuele beslissing over telehoren wordt overgelaten aan de rechter-commissaris na afweging van de aangevoerde argumenten en betrokken belangen;
-dat de oproeping wordt bevolen van de verdachte en zijn raadsvrouw tegen het tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat.
Aldus gedaan door mrs. B.T.C. Jordaans, voorzitter, J.H.W.R. Orriëns-Schipper en W. Foppen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 september 2017.
Mr. W. Foppen is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.