BESLISSING
- dat het onderzoek wordt geschorst voor onbepaalde tijd;
- dat het verzoek tot het horen van de getuigen genoemde onder f, g, h, i en l wordt afgewezen;
- dat de stukken in handen worden gesteld van de
rechter-commissarisbelast met de
behandeling van strafzaken, teneinde als
getuigente horen:
a.
[getuige 1], geboren op [geboortedatum 2] 1966 te [land 2] , wonende
aan de [adres 2] (te bereiken op [nummer 1] );
[getuige 2]geboren op [geboortedatum 3] 1984 te [land 3] ;
[getuige 3], geboren op [geboortedatum 4] 1967 te [land 1] , wonende
aan de [adres 3] (te bereiken op [nummer 2] );
[getuige 4], geboren op [geboortedatum 5] 1957 te [land 3] ;
[getuige 5], geboren op [geboortedatum 8] 1971 te [land 3] ;
[getuige 6], geboren op [geboortedatum 7] 1961 te
[land 4] ;
[getuige 7]directeur van de [bedrijf 2] );
- dat de adresgegevens van de getuigen genoemd onder d, e, j en k binnen twee weken door de verdediging, eventueel met behulp van het openbaar ministerie, bij de rechter-commissaris dienen te worden aangeleverd;
- dat de rechter-commissaris ook in de onderhavige zaak als getuigen zal horen de personen die ook in de zaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] , met parketnummer [nummer 3] , en [medeverdachte 2] , met parketnummer [nummer 4] , zullen worden gehoord, voor het bijwonen van welke verhoren derhalve ook de raadsman van verdachte dient te worden uitgenodigd. Dit betreffen de volgende getuigen:
- [getuige 8] , wonende aan de [adres 4]
(te bereiken op [nummer 5] );
- [getuige 9] , wonende aan de [adres 5]
(te bereiken op [nummer 6] );
- [getuige 10] , wonende aan de [adres 6]
(te bereiken op [nummer 7] );
- medeverdachte [medeverdachte 1] , geboren te [geboortedatum 9] 1966 te [geboorteplaats] ( [land 5] );
- dat op de voet van artikel 316, lid 2, Sv één van de rechters die over de zaak oordelen, te weten
mr. W. Foppen, als rechter-commissariswordt aangewezen. De rechtbank houdt het ervoor dat de officier van justitie en de verdachte met deze aanwijzing instemmen en dat zij, indien zij met deze aanwijzing niet instemmen, zulks
binnen twee wekenna dit vonnis aan de rechtbank kenbaar maken;
- dat een eventuele beslissing over telehoren wordt overgelaten aan de rechter-commissaris na afweging van de aangevoerde argumenten en betrokken belangen;
-dat de oproeping wordt bevolen van de verdachte en zijn raadsman tegen het tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat.
Aldus gedaan door mrs. B.T.C. Jordaans, voorzitter, J.H.W.R. Orriëns-Schipper en W. Foppen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 september 2017.
Mr. W. Foppen is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.