Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser] ,wonende [woonplaats 1] ,
1.[gedaagde 1] ,wonende te [woonplaats 2] ,
1.De procedure
2.De feiten
4.De beoordeling
310 m2, niet behoorde tot het perceel dat hij verkocht, maar aan hem in bruikleen was gegeven door een andere eigenaar, de gemeente [X] . [gedaagde 2] had immers moeten beseffen dat [eiser] dacht en in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kon denken dat de gehele achtertuin tot het perceel behoorde. Dat [gedaagde 2] er wel aan gedacht heeft aan [eiser] te melden dat een kleine strook grond aan de straatzijde eigendom was van de gemeente, maakt het moeilijk te begrijpen en verwijtbaar dat hij dat niet gemeld heeft voor de veel grotere strook grond aan de achterzijde, die visueel deel uitmaakte van de achtertuin.
1 april 2017 (zoals [eiser] ook heeft gevorderd).