ECLI:NL:RBOVE:2017:3412
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor verdachte in aanrandingszaak na onvoldoende bewijs van geweld of overrompeling
Op 31 augustus 2017 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 42-jarige man uit Deventer, die werd beschuldigd van aanranding. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek op de openbare terechtzittingen van 2 mei 2017 en 17 augustus 2017. De officier van justitie, mr. M. Zwartjes, had gevorderd om de verdachte te veroordelen op basis van de verklaring van de aangeefster, die werd ondersteund door getuigenverklaringen en whatsapp-berichten. De tenlastelegging betrof een incident op 23 juli 2016, waarbij de verdachte de aangeefster zou hebben omarmd en haar zou hebben gedwongen tot ontuchtige handelingen.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat, hoewel de verdachte de aangeefster heeft omarmd en haar op de mond heeft gezoend, er onvoldoende bewijs was dat deze handelingen onverhoeds of met geweld zijn uitgevoerd. De rechtbank heeft daarbij ook rekening gehouden met de verklaring van een getuige, die aangaf dat de aangeefster en de verdachte al enige tijd met elkaar aan het flirten waren. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat de handelingen niet als aanranding konden worden gekwalificeerd, omdat het ontuchtige karakter ontbrak.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat niet bewezen kon worden dat hij zich schuldig had gemaakt aan de aanranding zoals ten laste gelegd. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.