ECLI:NL:RBOVE:2017:3335
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Bosch
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een schuldsaneringsverzoek wegens niet verschijnen van verzoekster
Op 26 juni 2017 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende een schuldsaneringsverzoek van een verzoekster, die niet is verschenen op de zitting. Het verzoek is ingediend op 12 april 2017, en op 19 juni 2017 vond de behandeling plaats. De verzoekster was opgeroepen, maar verscheen niet. Wel was mevrouw A, werkzaam bij Bureau Tjeenk Willink, aanwezig om de verzoekster te vertegenwoordigen. Mevrouw A verklaarde dat zij contact had gehad met de verzoekster over de zitting, maar de verzoekster nam niet op toen zij probeerde te bellen.
De rechtbank concludeerde dat de verzoekster op de hoogte was van de zitting en dat er geen reden was om een nieuwe zittingsdatum te bepalen. De rechtbank oordeelde dat niet aannemelijk was dat de verzoekster de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling naar behoren zou nakomen, en dat zij zich niet voldoende had ingespannen ten behoeve van haar schuldeisers. Bovendien was het niet aannemelijk dat de verzoekster te goeder trouw was geweest met betrekking tot het ontstaan of onbetaald laten van haar schulden in de vijf jaren voorafgaand aan het verzoek.
Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank het verzoek van de verzoekster afgewezen, conform artikel 288 lid 1, aanhef en onder b en c van de Faillissementswet. De rechtbank benadrukte dat het beschermingsbewind naar behoren verloopt, maar dat dit niet voldoende was om de afwijzing van het verzoek te rechtvaardigen. De beslissing werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.