primair
hij op 16 mei 2016 te Hellendoorn in de gemeente Hellendoorn, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bedrijfsauto, VW-bus), komende uit de richting Daarle en gaande in de richting van de kruising van de wegen, de Zuidelijke Kanaaldijk en de Hammerweg, daarmede rijdende over de weg de Zuidelijke Kanaaldijk,
aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte, terwijl voor voormelde kruising in de gezien zijn, verdachtes rijrichting rechter berm van die weg, de Zuidelijke Kanaaldijk een in zijn, verdachtes rijrichting gekeerd bord B6 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, inhoudende: "Verleen voorrang aan de bestuurders op de kruisende weg", was geplaatst en direct voor die kruising op het wegdek van die weg, de Zuidelijke Kanaaldijk haaientanden, als bedoeld in artikel 80 van voormeld reglement, inhoudende:
"Bestuurders moeten voorrang verlenen aan de bestuurders op de kruisende weg",
waren aangebracht en terwijl verdachte goed bekend was met vorenstaande kruising en verkeerssituatie en terwijl het zicht voor hem, verdachte naar rechts op die kruisende weg (de Hammerweg) door een zich aldaar bevindende brugleuning enigszins werd belemmerd, in onvoldoende mate heeft gekeken en is blijven kijken of over die (voorrangs)weg (de Hammerweg) verkeer naderde en in strijd met artikel 19 van voormeld reglement niet de snelheid van dat door hem, verdachte bestuurde motorrijtuig (bedrijfsauto, VW-bus) zodanig heeft geregeld dat hij, verdachte in staat was dat motorrijtuig (bedrijfsauto, VW-bus) tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij, verdachte die weg (de Zuidelijke Kanaaldijk) en die kruising kon overzien en waarover deze vrij waren en zonder te stoppen die kruising met een snelheid van ongeveer 55 kilometer per uur is opgereden en in strijd met voormelde bord B6 en voormelde haaientanden geen voorrang heeft verleend aan de bestuurder van een over die kruisende voorrangsweg, de Hammerweg rijdend, toen gezien, zijn verdachtes, rijrichting dicht van rechts genaderd zijnd ander motorrijtuig (personenauto) en is gebotst tegen dat over die kruisende weg, de Hammerweg rijdende, toen dicht genaderd zijnde andere motorrijtuig (personenauto),
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor anderen (genaamd [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ) zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht en
welk feit is veroorzaakt, doordat hij, verdachte geen voorrang heeft verleend.