Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser] ,
[eiseres],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
400,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vorderden eisers, huurders van een woning, de onmiddellijke verwijdering van een container die door gedaagde, de verhuurder, op de oprit van de woning was geplaatst. De eisers stelden dat deze container de toegang tot hun garage blokkeerde, waardoor zij hun auto niet konden gebruiken. De vordering werd ingediend na een eerder vonnis van 8 augustus 2017, waarin eisers waren veroordeeld tot ontruiming van de woning en betaling van huurachterstand. Gedaagde had de container geplaatst na ontvangst van dit vonnis, uit vrees dat eisers zouden verduisteren. De voorzieningenrechter oordeelde dat eisers een spoedeisend belang hadden bij hun vordering, omdat het huurgenot werd verstoord. De rechter oordeelde dat het handelen van gedaagde een onrechtmatige daad opleverde en dat de vordering tot verwijdering van de container toewijsbaar was. De gevorderde dwangsom werd gematigd en vastgesteld op € 1.000 per dag, met een maximum van € 10.000. Gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten van eisers, die op € 478 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.