ECLI:NL:RBOVE:2017:3263
Rechtbank Overijssel
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding betreffende de uithuiszetting van de man uit de gezamenlijke woning
In deze zaak heeft de vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D. Beuving, een kort geding aangespannen tegen de man, vertegenwoordigd door mr. J.M. Feenstra, met als doel de man te dwingen de gezamenlijke woning te verlaten. De zaak is behandeld op 8 augustus 2017, waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Tijdens de zitting zijn partijen tot een vergelijk gekomen, waarbij de man zich refereerde aan het oordeel van de voorzieningenrechter en geen inhoudelijk verweer voerde.
De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis van 9 augustus 2017 geoordeeld dat de man binnen twee weken na betekening van het vonnis de woning moet verlaten, met medeneming van zijn eigendommen. Tevens is de man verboden om de woning opnieuw te betreden, met een dwangsom van € 500,- per overtreding, tot een maximum van € 25.000,-. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de vrouw direct gebruik kan maken van de uitspraak, ook al kan de man mogelijk in hoger beroep gaan. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is een belangrijke uitspraak in het kader van het civiele recht, specifiek gericht op de bescherming van de rechten van de vrouw in deze situatie.